Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewaar het pand (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewaar het pand (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De nieuwe psalmberijming
Het opschrift boven dit artikel heeft niets te maken met het blad van die naam. Het is de titel van een boekje van 48 pagina's, dat geschreven werd door de Hervormde predikant ds. G. Spilt en vorig jaar is uitgekomen bij het Boekencentrum in Den Haag. Het draagt als ondertitel: Overwegingen bij het gereedkomen van de nieuwe psalmberijming.
Als Hervormd gereformeerd predikant richt de schrijver zich vooral tot die gemeenten in de Herv. Kerk, waar de kerkzang vrijwel tot de psalmbundel beperkt blijft. Dat zijn dus hoofdzakelijk de Gereformeerde Bondsgemeenten.
Ds. Spilt vindt het heel begrijpelijk, dat daar de bedachtzaamheid tegen die nieuwe psalmberijming, die april a.s. in definitieve vorm uitkomt, het grootst is, „want voor hen betekent de overgang naar een nieuwe berijming een veel ingrijpender verandering dan voor degenen, die in de eredienst ook andere liederen zingen”.
Bij veel ouderen speelt in de terughoudendheid tegenover een nieuwe psalmberijming een rol, dat zij het verlies van bekende en geliefde psalmverzen in de eredienst als een verarming ervaren.
De schrijver legt er in zijn geschriftje echter de nadruk op, dat bij de beslissing, waarvoor de kerkeraden inzake de nieuwe psalmberijming komen te staan, alleen de doorslag mag geven de opdracht om het ons toevertrouwde pand te bewaren. Dat pand is niet zozeer de een of andere berijming van de psalmen, maar het boek der psalmen zèlf, zoals wij dat ontvangen hebben in de Heilige Schrift. „Het gaat om de opdracht, deze liederen, die wij in de hebreeuwse taal gekregen hebben, te bewaren en door te geven, niet alleen in een duidelijke vertaling, maar ook als te zingen liederen”.

Weerstanden
Na de inleiding volgen in het boekje vijf hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk heeft als opschrift: Weerstanden tegen een nieuwe berijming.
Het is geen wonder, dat velen met een zekere reserve staan tegenover een nieuwe berijming van de psalmen. „De betekenis van de huidige psalmberijming voor het geloofsleven heeft geleid tot een sterke gehechtheid, vooral van de oudere generatie, aan veel geliefde verzen van deze berijming”.
Vandaar dat men met een gevoel van onbehagen zegt: „Neem ons toch niet de oude vertrouwde psalmverzen af. U moest eens weten, hoe vaak wij door enkele psalmregels geholpen en gesterkt zijn in allerlei omstandigheden van het leven”.
Het antwoord van ds. Spilt op deze begrijpelijke klacht is, dat het er helemaal niet om gaat iemand iets af te nemen. „Ook in de gemeenten, waar men de nieuwe berijming in de kerkdiensten gaat gebruiken, zullen velen in hun persoonlijk leven de van jongs af bekende verzen blijven zingen en er geestelijk door gesterkt blijven worden.
Wat zou daar op tegen zijn?
Oudere mensen kennen en zingen altijd een aantal liederen uit hun jeugd, die de jongere generatie niet meer kent, omdat het liederen-repertoire op de scholen in de loop der jaren verandert: er vallen oude liederen af en er komen nieuwe bij. Daar maakt niemand een probleem van”.
Waar het om gaat is, dat onze generatie de psalmen hoort en zingt in de eigen taal en niet in de taal van onze betovergrootouders. Dat brengt de schrijver tot zijn volgend hoofdstuk.

Is een nieuwe berijming noodzakelijk?
Velen vinden een nieuwe psalmberijming helemaal niet nodig. Men heeft het er „altijd” mee gedaan. Waarom kan dat nu niet meer?
Dat „altijd” is echter zeer betrekkelijk. Onze gebruikelijke psalmberijming is van 1773 en dus bijna twee eeuwen oud. Dat is lang niet „altijd”. Maar lang genoeg om te begrijpen, dat die psalmberijming een tijd vertegenwoordigt, die geheel verschilt van de onze. Dat verschil ligt in de eerste plaats op het gebied van de taal. De taal van 1773 is een andere dan die van ons. Die taal maakt een nieuwe psalmberijming noodzakelijk. Wij ouderen, die bij de berijming van 1'773 zijn groot geworden, voelen dat misschien niet zo. Maar de jongeren wel. En er is geen enkele reden om de schoonheid van de psalmen door een oudere, in veel opzichten niet meer begrepen taal, te verduisteren. We mogen en moeten het zeggen in onze taal.
Daarmee is van de berijming-1773 geen kwaad woord gezegd. „Het was juist de kracht van die berijming, dat zij de psalmen vertolkte in de taal en stijl van toen en met een onmiskenbaar dichterlijk vermogen.
Maar ónze stijlvorm en woordkeus is heel anders.
De taal is een levend iets en voor een psalmberijming zal een levensduur van tweehonderd jaar wel het maximum zijn”.
Ds. Spilt geeft verschillende voorbeelden van woordverandering.
Wij verstaan onder „gemene lieden” (Ps. 62:6) iets anders dan in 1773. Evenzo onder de „slechten” van Ps. 19:5. Wat wijsheid „afmalen” is, wordt niet meer begrepen (Ps. 19:1). Het woord wordt niet meer gebruikt.
Wat zijn „treken” (Ps. 5:9)? Wat is „geheng” (Ps. 132:2)? Weet iedereen nog wat „stoute zondaars” (Ps. 9:17) zijn? Dit woord „stout” is niet ons woord „stout” in: „stoute kinderen”.
We zingen tegenwoordig ook niet graag meer van „stinkende etterzweren” (Ps. 38:5). „Verzadigd als met vet en smeer” (Ps. 63:3) is toch ook wel vreemd. Ik moest als kind al aan wagensmeer denken. Het woord „kloot” (Ps. 97:2) is ook niet netjes meer.
„Ontbloot van grond om wortels in te maken” (Ps. 129:4), brengt een mens nu aan het glimlachen.
„Een volle beek van wellust” (Ps. 36:2) is door verandering van het woord „wellust” onmogelijk geworden.
Woorden als „rot” en „samenrotten” kun je de jongelui van tegenwoordig moeilijk in de kerk laten zingen.
Dat is niet, omdat wij fijner gebouwd zijn dan de mensen van 1773, maar onze taal is anders geworden.
Maar ook theologisch zijn er bezwaren tegen 1773. Die hebben wij in het verleden wel goedmoedig weggepraat en weggezongen, maar ze zijn er daarom wel. Ook vroeger hebben kerkelijke vergaderingen daar reeds op gewezen.
God wordt Opperwezen, Opperheer, Alvermogen, Oppermogendheid, Oppermajesteit, Oppervoogd, Albehouder, Schutsheer aller goeden enz. genoemd. Dat zijn geen bijbelse benamingen voor God, maar herinneren duidelijk aan de theologie van de 18e eeuw.
Ook de wijze waarop over de deugdzaamheid gesproken wordt, herinnert aan die tijd, waarin God, deugd en onsterfelijkheid de godsdienst uitmaakten.
Het meest bekende voorbeeld hiervan is Psalm 1:4.
Maar er zijn veel meer voorbeelden:
Wie dus oprecht en deugdzaam leeft,
zal nimmer wank'len op zijn wegen (15:5).
Elk, die met verstand zijn wegen richt, mag op Mijn gunst vertrouwen (50:9).
Jozef heet; „van zijn verstand en deugd bewust” (105:12). In vs. 10 wordt hij „rijk in deugd” genoemd.
In Ps. 119:66 is sprake van mensen, die „deugdzaam van bestaan” zijn.
In Ps. 81:12 („Opent uwe mond, eist van Mij vrijmoedig”) is het woord „eist” toch eigenlijk ontoelaatbaar.
Wat hebben wij van God te eisen?
„Wij kunnen van de verbondsgedachte uit dit woord wel tot op zekere hoogte verdedigen, maar nooit helemaal. In ieder geval geeft de onberijmde tekst geen aanleiding om het zo te zeggen. Door deze berijming bewaren wij Gods woorden niet schriftgetrouw”.
We moeten nooit vergeten, dat vele verzen uit de berijming van 1773 nooit gezongen worden. Dat hangt voor een deel samen met de taal en voor een ander deel met de onaanvaardbare theologische beschouwingen en uitdrukkingswijzen.
Wat we kennen en waarvoor we eventueel strijden van de berijming van 1773 is maar betrekkelijk weinig.
Ik ga de volgende maal nog even met het boekje van ds. Spilt door.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Bewaar het pand (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1968

De Wekker | 8 Pagina's