Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kanttekeningen bij „De Christenreis”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kanttekeningen bij „De Christenreis”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het bekende boek van Bunyan en zijn auteur schrijft ds. C. de Boer in „De Waarheidsvriend" een interessant artikel, dat we een plaats geven in ons blad.

Agnes Beaumont was een meisje van 24 jaar, toen zij bijzondere voorliefde kreeg voor de prediking van John Bunyan. Dat was in Engeland in het jaar 1650. Haar vader was een fervente tegenstander van de samenkomsten, waarin Bunyan voorging. Toen zij dan ook op 'n dag met Bunyan zelf op diens paard was meegereden en in Gamlingay haar onvergetelijke eerste avondmaal vierde, was de maat vol. Thuisgekomen vond ze de deur gesloten. Haar vader weigerde pertinent haar in te laten, zodat ze de koude nacht door moest brengen in een schuur. Toch bezweek het meisje na enige dagen voor de aandrang van haar vader; zij zou niet meer naar de samenkomst gaan, als hij het haar verbood. Kort daarop stierf de man, midden in de nacht, in geweldige gewetensconflicten. En al spoedig werd het gerucht verspreid, dat Agnes haar vader met de hulp van Bunyan zou hebben vergiftigd. John Bunyan werd tot het slechtste en gemeenste in staat geacht. Gelukkig wist zij te bewijzen, dat ze onschuldig was.
John Bunyan. Er hebben lelijke verhalen over hem de ronde gedaan. Het bovenstaande is er één van. Deze man is telkens weer het mikpunt van haat en spot geweest. Ook in later tijden, toen hij er allang niet meer was. En zijn merkwaardige boek over een pelgrim, die naar de eeuwigheid reist, heeft het niet minder moeten ontgelden. Wie is toch deze man? En wat heeft hij willen zeggen in zijn Christenreis? In de volgende artikelen zullen we proberen enkele lijnen uit dit boekje naar voren te halen. Het wil niet meer zijn dan een paar flitsen, die, naar ik hoop, ertoe zullen bijdragen dit bijna driehonderdjarige geschriftje met vernieuwde belangstelling te gaan lezen en het in zijn bedoelingen te verstaan.
Enkele harde feiten zijn nodig om de droom van Bunyan te begrijpen. Ik geef ze in dit eerste artikel door, hoewel ik u liever verwees naar wat Bunyan zelf schreef in zijn levensverhaal: „Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren . . . ” J.H. Gunning J.H.zn heeft er trouwens ook uitvoerig over geschreven in zijn bekende boek: „Blikken in Bunyans Pelgrimsreize.” Een korte samenvatting moge ons prikkelen die boeken (weer) eens ter hand te nemen.
John Bunyan, in 1628 te Elstow geboren, is mede door het verlies van zijn moeder op jeugdige leeftijd, als een onverschillige jongen opgegroeid: een vloekende ketellapper. Toen hij trouwde, hadden hij en zijn vrouw niet meer huisraad dan een schotel en een lepel. . . en twee stichtelijke boekwerken, die ze met moeite lazen. John ontving al vroeg de eerste indrukken van de noodzakelijkheid van bekering. Na het horen van een preek over de heiliging van de sabbat werd hij op een zondagmiddag op weg naar het sportveld als door een stem uit de hemel tegengehouden. Hij keerde terug en ging nooit meer. Ook werd hij op een dag door een ongelovige buurvrouw, die hem met vloeken en zweren tekeer hoorde gaan voor haar huis, ernstig gewaarschuwd. Bunyan vloekte daarna niet meer. Hij begon zelfs zijn leven geheel te verbeteren, zodat hij in de ogen van anderen en ook in eigen achting hoe langer hoe vromer werd. Totdat hij eens gesprek afluisterde, dat enkele vrouwen met elkaar voerden over de wedergeboorte. Toen ging John Bunyan begrijpen, dat hem het éne nodige ontbrak. Onder leiding van de baptistenpredikant ds. Gifford werd hij bekendgemaakt met de kwaal van zijn harde hart en de enige weg van behoud in de Heere Jezus Christus. Er kwamen jaren van strijd en aanvechting. Hij gevoelde zich soms als een hond, als een pad. En die wisten immers niet van de ellende, die hij moest doormaken.
John Bunyan voelde zich verloren. Maar God kwam hem telkens weer troosten. Eens was hij, terugkomend van een samenkomst, waarin gepreekt was over Hoogl. 4:1 , zo vol van de liefde van Christus, dat hij het zelfs aan de kraaien, die op de beploegde akker zaten, had willen vertellen, dat er genade is voor een zondaar. Spoedig daarna echter kwam weer de twijfel. „Bestond God wel? Was de hele Bijbel geen verzonnen verhaal?” Soms meende hij als Ezau te zijn. Mede door het lezen van Luthers geschrift over de Galatenbrief kwam hij tot meer vastheid. Bunyan leerde op Christus zien: „O, ik zag mijn goud in mijn koffer thuis liggen! In Christus, mijn Heere en Zaligmaker. Nu was Christus alles, al mijn wijsheid, al mijn rechtvaardigheid, al mijn heiligmaking en al mijn verlossing.”
Kort na het overlijden van ds. Gifford werd Bunyan gevraagd hem te willen opvolgen. Een man, die in zijn jeugd amper lezen en schrijven geleerd had. Hij preekte, zoals hij zelf zegt, als „één, die uit de dood tot zijn hoorders gezonden was”. „Ik kwam tot hen in ketenen, ik predikte in ketenen en droeg dat vuur in mijn geweten, waarvan ik hen bewoog zich te redden. Ik kan werkelijk zonder veinzerij zeggen, dat, wanneer ik heenging om te prediken, ik vol schuld en vrees ging, zelfs tot aan de deur van de kansel; daar werd het van mij genomen en gevoelde ik mij in mijn ziel bevrijd, totdat ik mijn werk verricht had. En onmiddellijk, zelfs voor ik de trap van de kansel afgestegen was, stond het weer even slecht met mij als vroeger; maar God leidde mij zeker voort, met sterke hand, want noch schuld, noch hel konden mij van mijn werk afhouden”. Bunyan had grote gaven, maar hij zocht de genade meer dan de gaven. Velen kwamen onder zijn prediking tot verandering. Als hij sommigen daarna weer tot hun oude leven terug zag keren, verdroot hem dat zo, dat hij nog liever één van zijn kinderen had willen missen.
Een ketellapper was aan het preken geslagen. Een man zonder hogeschoolopleiding, zonder kerkelijke wijding. 12 november 1660 werd Bunyan gearresteerd. Want onder Karel II, die, hoewel in naam Anglikaans, persoonlijk meer tot het Rooms-katholicisme neigde, braken de vervolgingen los. Gunning noemt deze koning „een schaamteloze wellusteling”.
Tweeduizend predikanten, onder wie Owen, Goodwin en Howe werden afgezet, omdat zij de leer en de gebruiken der kerk van Engeland niet wilden aannemen. Conventikels werden niet geduld. Gunning schrijft: „De gevangenen werden gevierendeeld in Schotland of in kokende pek gebraden en de waarlijk satanische rechter Jeffries kon zelfs voor Beëlzebul nog als leermeester dienst doen”. 12 jaren heeft Bunyan in de gevangenis doorgebracht en hoewel hij die soms mocht verlaten om zijn vrouw en kinderen te bezoeken, waren het voor hem bange jaren. Soms vreesde hij zijn leven te zullen eindigen aan de galg. Maar toch kon hij ook zeggen: „Ik werd nooit in mijn leven zo diep ingeleid in het Woord van God als nu”. Het is vrij zeker, dat Bunyan gedurende de laatste maanden van zijn gevangenschap begonnen is aan het schrijven van: „The Pilgrim's Progress”. Het boek verscheen in 1678 en veroverde sindsdien de harten van duizenden.
Tot zijn dood heeft Bunyan de gemeente van Bedfort mogen dienen. 31 augustus 1688 stierf hij. Toen hij op een zondagmorgen kort voor zijn dood de klokken van een naburige kerk hoorde luiden, zei hij: „Ziet toch bijzonder toe, dat gij de dag des Heeren heiligt; indien gij dat doet, zal het u de gehele week tot zegen zijn. Beschouw de dag des Heeren als de marktdag voor uw ziel, laat hem geheel in gebed en overpeinzing worden doorgebracht en laat de prediking, die gij gehoord hebt in gebed worden omgezet”.
Bunyan was baptist. Toch heeft hij op zijn sterfbed zijn gemeente nog vermaand niet te twisten over de kinderdoop of volwassendoop. Hij geloofde zelf, dat de volwassendoop meer naar de Schrift was, al heeft hij drie van zijn kinderen jong laten dopen, wellicht op aanraden van zijn vrouw.
De Christenreis heeft miljoenen lezers gehad en nog zijn er velen, die telkens weer naar dit boekje grijpen. Is het vanwege de ietwat romantische sfeer, waarmee de martelaren der kerk nu eenmaal omringd zijn geworden? Of misschien omdat het boekje zelf een stuk dramatische spanning in zich heeft, dat het voor het gevoel van sommigen zelfs geschikt maakt voor het theater? Ik geloof, dat er onder die menigte lezers ook zijn, die de Christenreis lief hebben gekregen, omdat zij er zichzelf in tegengekomen zijn met hun worstelingen en aanvechtingen en omdat zij wisten, dat de toorn Gods, die brandt in het geweten, niet een „heilzaam bedrog” is, waar de levende God Zelf in feite buiten staat (Origenes), maar juist omdat zij wisten, dat de toorn van God een openbaring is van deze levende God Zelf. Al lezend van de wederwaardigheden van Christen in de Christenreis hebben zij troost geput uit zijn behoud. Het gaat wel door diepten en donkerheden heen. Maar het gaat naar het land van de eeuwige vrede. Hier staat het leven onder eeuwigheidsbelichting. En dat is leven naar de Schriften. Of is het dat niet, als Bunyan schrijft: „O, het is een goed ding voor God op de knieën te liggen met Christus in de armen! Ik hoop daarvan iets te kennen”. „Iedere zondagmorgen zag ik Jezus Christus, lopend en springend en zingend rondom Zijn verlaten graf, omdat Hij op die morgen voor eeuwig John Bunyans rechtvaardigmaking bewerkt had”.

Bunyan is een begenadigd prediker geweest, die velen tot zegen was en is. Het is goed dat zijn naam blijft voortleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Kanttekeningen bij „De Christenreis”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 1968

De Wekker | 8 Pagina's