Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet zien, toch geloven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet zien, toch geloven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn." Lukas 23:43.

Wat is Jezus antwoord aan de ene misdadiger naast Hem aan het kruis?
„Voorwaar, Ik zeg u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”.
Een antwoord per omgaande. En wat een antwoord!
Niet, Ik zal aan u denken. Ik zal voor u bidden tot mijn Vader.
Neen, heden met Mij in het paradijs.
Als straks zijn beenderen gebroken worden, zal zijn ziel al boven zijn bij Jezus.
Dat zo'n gewezen misdadiger zo maar naar de hemel gaat, dat kan niet, zeggen veel mensen.
Voorwaar, Ik zeg u, zegt Jezus, dat kan wèl. Hij doet er een eed op. Heden met Mij in het paradijs. Met Mij. Als Ik er kom, u ook.
Wij moeten nooit zeggen: Dat kàn niet. Er zijn geen grenzen aan Jezus macht.
Vele laatsten zullen de eersten zijn. Als gij zo'n man, als deze moordenaar hebt veracht in uw leven, vrees niet, als u hem daarboven ontmoet, want de dief en de burger zijn er om het even. Twee zwarten gereinigd door Christus' bloed.
Het is waar. Hier staat het. O, de lengte, hoogte en diepte van de liefde van Jezus Christus en de onmetelijke genade van God. Als wij de taal der mensen en der engelen hadden, we zouden het nog niet ten volle kunnen zeggen.
Met Mij in het paradijs.
Een moordenaar bij Jezus, ongelofelijk, wat een Evangelie. Wat een blijde boodschap. Ik verkondig u grote blijdschap. God rechtvaardigt goddelozen.
Hoe kan dat? De doodslager vraagt niet eens hoe het kan. Voor het echte, sterke geloof is het Woord van Jezus genoeg. Mij geschiede naar uw Woord, zegt Maria.
Vraag daarom niet hoe het kan. Twijfel niet. Wilt u nog weten, waardoor het kan, dan is het: om het kruislijden van Jezus. Door Hem, door Hem alleen.
En waarom kan het? Ja, om het eeuwig welbehagen van God. Om eeuwig weer hij God te zijn, in het paradijs. Om God te loven en te prijzen. In het paradijs.
Jezus zegt niet: in het Koninkrijk, maar blijkbaar met opzet: in het paradijs. Paradijs, dan denken wij aan de hof van Eden. Daar leefden Adam en Eva in onbeschrijfelijke volmaaktheid en weelde. Paradijs, dat is het begrip van vrijheid, zaligheid, hemelse blijdschap.
Wat een tegenstelling met het bestaan van de kruiseling, nu. Jezus wil hem troosten met die heerlijke toekomst, met het blij vooruitzicht. Wat een Zielszorger, Die hoewel Hijzelf weergaloos zwaar lijdt, toch zijn kinderen niet vergeet.
Nú zit de moordenaar vast aan het hout, nú lijdt hij ondragelijke pijn, maar straks volkomen vrij van alle banden, vreemd aan zijn wezen. Geen lijden, geen zondeschuld. Straks volkomen zalig voor altijd en eeuwig.
Dat is ook het blij vooruitzicht dat Gods volk heeft. Dat is de troost, die zij hebben aan de graven van hun in Christus ontslapen doden.
Dat is de troost voor allen die geloven in het sterven. Zij gaan van stonde aan naar Christus, hun Hoofd.
Met Mij in het paradijs.
Het toppunt van hemelvreugde zal niet zijn alles wat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde aan de zaligen zal te zien geven, ook niet dat zij met Abraham, Izaäk en Jacob zullen aanzitten aan de bruiloftstafel. Neen, het hoogtepunt is dit: Daar zullen de gelovigen altijd met de Heere wezen.
Wat heeft een bruid aan de bruiloftsgasten en de bruidsgaven, als de Bruidegom er niet is?
Met Mij in het paradijs. Dat is de hoogste zaligheid. Laat die hoop hier ook ons leed verzachten. Gods beloften falen niet. Des Heilands Woorden zijn gewis.
Maar . . . . . . zover is het nú nog niet.
Ook de moordenaar was er na dit Woord nog niet. Wat is dat geloof nog zwaar beproefd.
Het wordt straks 12 uur. Het wordt stikdonker.
Drie lange uren kruipen aan hem voorbij.
Doodstil wordt het op Golgotha. Het spotten gaat over. Alleen het steunen van de kruiselingen verbreekt even de angstaanjagende stilte.
Totdat ineens het: Eli, Eli, weerklinkt tot in de wijde omtrek.
Wie doet dat? Jezus vlak naast hem met luide stem.
Verlaten!
Ja, schreeuwt de duivel. Waar is God op Wie ge bouwdet en aan wie g'uw zaak vertrouwdet?
Nu komt het er op aan of hij durft geloven zonder iets te zien.
En na nog enkele kruiswoorden, waardoor Jezus ook hem weer opnieuw kracht geeft om te blijven volhouden, krijgt het geloof van de moordenaar dat al zoveel heeft moeten doorstaan, straks ook nog het moeilijke probleem te verwerken, dat Jezus eer sterft dan hij. Dan moet hij geloven in een „dode” Jezus.
Misschien kent u dat ook wel, die uren van duisternis, waarin het schijnt alsof Jezus dood is.
Dat is moeilijk! Maar dan toch geloven: Hij leeft, ook al zeggen de feiten rondom ons, dat Hij wel dood moet zijn.
Hij geeft ook kracht. Dat deze moordenaar het geloof in Hem en zijn Rijk toen heeft behouden, dat is alleen door Christus.
„Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoude”.
Hij kan het ook zo maken, dat wij het onder het zwaarste lijden heel goed hebben.
Paulus en Silas zongen in de gevangenis Gode lofzangen.
Jezus geeft de zijnen in de moeiten van dit leven de hemel in het hart.
Zo is Jezus ook de moordenaar nabij geweest. Wij weten nog niet wat wij zullen moeten doormaken voordat wij met Jezus in het paradijs zijn. Eén ding weten wij: Jezus blijft bij zijn volk in alle tijden.
Hier op aarde is er geen verschil in vorm van lijden tussen gelovigen en ongelovigen. Er is geen soort van lijden en sterven dat de gelovigen bespaard blijft.
Straks komen ook de beulen bij de moordenaar en slaan zijn benen stuk net zo goed als bij de ongelovige misdadiger.
Maar zijn sterven is geen sterven. Er is toch verschil als tussen hemel en hel. Hij gaat onmiddellijk naar het paradijs met Jezus.
En het zwaarste lijden van deze tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid die aan Gods kinderen zal worden geopenbaard.

De Krim, R. Toorman

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Niet zien, toch geloven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1968

De Wekker | 8 Pagina's