Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag van de vergadering van de classis Rotterdam op woensdag 3 april 1968 te Rotterdam-C.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag van de vergadering van de classis Rotterdam op woensdag 3 april 1968 te Rotterdam-C.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Namens de roepende kerk van Rotterdam-W. opent ds. H. van Leeuwen de vergadering. Ds. G.J. Buijs wordt hartelijk welkom geheten.
In het moderamen nemen zitting ds. P. Roos, praeses; ds. G.J. Buijs, scriba; ds. C.J.Ph. Sobering, assessor.
Tot verslaggever voor de Wekker en Tot Opbouw wordt benoemd ds. J. Plantinga.
De notulen van de Najaarsclassis 1967 worden vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Er wordt verslag uitgebracht door de comm. controle classicaal archief. De comm. classicaal Kerkblad brengt verslag uit. Per 1 mei zal het classicaal kerkblad verschijnen. Als comm. van redaktie wordt benoemd: ds. de Bruyne, ds. Sobering, ds. de Joode en ds. Bijkerk. In de Raad van beheer worden benoemd de broeders Terwel, v.d. Veen en Kruis.
Verslagen worden uitgebracht naar art. 41 D.K.O.
Instrukties:
a. Een instruktie van Rotterdam-C. wordt enigszins gewijzigd als volgt doorgezonden: De classis Rotterdam verzoekt de Gen. Syn., om te komen tot een Kerkrechtelijke basis voor de uitspraak van de G.S. 1965 met betrekking tot de geestelijke verzorging van de dove leden der gemeente en zonodig gebruik te maken van de dienst van een hiervoor bekwaam lid van één der kerken (acta 1965 art. 94)
de volgende bepaling als sub 7 bij art. 3 D.K.O. op te nemen:
7. Indien een broeder, hetzij ambtsdrager of gewoon gemeentelid zich geroepen gevoelt tot en de bekwaamheid heeft voor de gespecialiseerde arbeid van de geestelijke verzorging van hen, die de woordbediening in de gemeente niet kunnen volgen (zoals doofstommen, doven of geestelijk zwakken), zal de kerkeraad hem presenteren aan de classis met het verzoek deze broeder een stichtelijk woord te laten spreken in eigen gemeente en in de gemeenten van het classicaal ressort t.b.v. vorengenoemde leden der gemeente.
De classis geeft deze toestemming niet dan nadat zij bij deze broeder met gunstige uitslag een onderzoek heeft ingesteld naar zijn beweegredenen tot dit werk, zijn kennis van Schrift en belijdenis en zijn gave om de Schrift te verklaren.
Een broeder, die in deze arbeid het recht ontving tot het spreken van een stichtelijk woord, is gerechtigd naast de predikant t.b.v. deze leden der kerken bijstand te verlenen bij de bediening van de sacramenten en de huwelijksbevestigingen alsmede bij het afnemen van belijdenis des geloofs.
Mocht de nood van de geestelijke verzorging van doofstommen, doven of geestelijk zwakken in de kerken het wenselijk maken, zo kan de P.S. hem eveneens toestemming geven tot het spreken van een stichtelijk woord in de gemeenten van het ressort van deze Synoden. Gelet op het gespecialiseerde karakter van deze arbeid kunnen ook andere Part. Synodi, op zijn verzoek, aan deze broeder na ingewonnen schriftelijk advies van zijn kerkraad en van de P.S., in wier ressort hij reeds dit recht heeft tot het spreken van een stichtelijk woord in deze arbeid binnen haar ressort verlenen.
Indien zulk een broeder uit zijn ressort vertrekt, vervalt het hem verleende recht.
Voorts stelle de G.S. een deputaatschap in van tenminste drie personen, voor de geestelijke verzorging van lichamelijk en geestelijk gehandicapten alsmede doofstommen (doven) om deze arbeid in het geheel van de kerken te stimuleren en te begeleiden.
b. De Kerkeraad van Rotterdam-C. presenteerde aan de classis br. P.J. Madern met het verzoek aan de kerkeraad toestemming te verlenen overeenkomstig art. 3 D.K.O. sub 1, om genoemde broeder onder opzicht van de kerkeraad in de gemeente Centrum een stichtelijk woord te laten spreken. Nadat deze broeder een preekvoorstel had gehouden en nadat een onderzoek was ingesteld, werd broeder Madern met algemene stemmen toegelaten tot het spreken van een stichtelijk woord ten behoeve van de geestelijke verzorging van de doofstomme leden der gemeente.
c. Een instruktie van de kerk van Vlaardingen werd enigszins gewijzigd aanvaard. De G.S. besluite bij eventuele aanvaarding van de door Deputaten voor de Liturgische Geschriften bewerkte en herziene Formulieren:
De naam des Heeren als eigennaam te waarderen en niet naar de wisselende spellingen van de Nederlandse taal te schrijven in de tekst van de formulieren.
En de uitgave van de formulieren te doen met de teksten geciteerd uit de Statenvertaling en met de teksten uit de Nieuwe Vertaling van het N.B.G.
d. Naar aanleiding van instrukties van de kerken van Oud-Beijerland en Rotterdam-W. worden enkele op- en aanmerkingen betreffende de conceptformulieren doorgegeven aan de meerdere vergaderingen.
e. Naar aanleidng van instrukties van de kerken van Oud-Beijerland, Barendrecht en Rotterdam-W. over het Rapport van de Deputaten voor de bestudering van het kiesrecht der gemeente, besluit de classis de volgende instruktie door te zenden:
Niet overtuigd door de in het „rapport van de deputaten voor de bestudering van het kiesrecht der gemeente” aangevoerde argumenten waarop de conclusie van het rapport berust, verzoekt de P.S. aan de G.S. op déze gronden geen besluit in de onderhavige kwestie te nemen.
De G.S. drage haar deputaten a.h. op, nader in te gaan op de vragen die door de commissie van advies ter G.S. 1965/'66 gesteld zijn, wier beantwoording noodzakelijk werd geacht om tot schriftuurlijk gefundeerde besluitvorming inzake het kiesrecht der vrouw te komen. (Acta G.S. Zwolle/ Apeldoorn 1965/'66 art. 223 besluit 1).
Daartoe dient:
a. breder ingegaan te worden op de betekenis van teksten als 1 Tim. 2:11 en 1 Kor. 14:33-35;
b. het karakter van het deelnemen aan de verkiezing („minder dan regeren en meer dan adviseren”) nader geargumenteerd te worden;
c. nader uit de Schrift aangegeven te worden hoe de verhouding ligt tussen ambt der gelovigen — charisma — en het bijzondere ambt;
d. nader aandacht geschonken te worden aan de vraag, of het standpunt van deputaten ook consequenties met zich brengt voor het passieve kiesrecht der vrouw.
f. Een instruktie van de kerk van Middelharnis wordt enigszins gewijzigd als volgt doorgezonden:
De G.S. houde rekening met het feit, dat de lasten, die thans reeds op de gemeenten drukken van die aard zijn, dat het voor verschillende gemeenten bezwaarlijk wordt de aanslagen alle op te brengen. Zij beperke zich daartoe bij het benoemen van deputaatschappen, de omvang van die deputaatschappen of het op zich nemen van eventuele taken, die de lasten opnieuw verzwaren.
Een instruktie van Middelharnis over het steeds groter wordend aantal predikanten met bijzondere opdrachten wordt niet aanvaard.
Naar aanleiding van het verslag van de waarnemers namens de classis in het Interk. Beraad Prov. Z.-H., besluit de classis zich uit dit Beraad terug te trekken.
De classicale zendingsdag wordt gehouden op 31 aug. 1968 in Slikkerveer. Samenroepende kerk voor de najaarsclassis op 16 okt. 1968: Rotterdam-Zuid. De praeses eindigt de vergadering met dankgebed.

Pl.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Verslag van de vergadering van de classis Rotterdam op woensdag 3 april 1968 te Rotterdam-C.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1968

De Wekker | 8 Pagina's