Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het pastoraat in de knel (VI, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het pastoraat in de knel (VI, slot)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer ik in dit slotartikel nog enkele opmerkingen maak over het gevaar dat het pastoraat in de knel kan raken, zullen deze vooral de praktische zijde van de zaak betreffen.
Allereerst behoort wel heel duidelijk vast te staan, dat de pastorale taak een wezenlijk element van de ambtelijke dienst is. In theorie staat dat wel ongeveer vast onder ons; daarmede is echter de juiste funktionering van het pastoraat gewaarborgd.
Het heeft mij meermalen getroffen dat, wanneer jonge mensen over hun begeerte tot de ambtelijke dienst spreken, het pastoraat daarin weinig of in het geheel geen plaats heeft.
De prediking van het evangelie staat veelal centraal. Soms wordt dan over deze prediking nog gesproken alsof ze in de wereld en niet in de gemeente des Heeren plaats heeft.
Nu is het volkomen begrijpelijk dat jonge mensen in wier hart de begeerte gaat leven om de Heere in het ambt te dienen niet de volle omvang van de ambtelijke arbeid beseffen. Inderdaad is de prediking een van de hoofdtaken van de dienaar des Woords. Dat wil zeker niet zeggen dat het pastoraat iets bijkomstigs is. Wanneer prediking en pastoraat beide met toewijding beoefend worden, zullen ze elkaar wederkerig gunstig beïnvloeden. De prediking zal zich dan op echt pastorale wijze tot de gemeente richten en in het pastoraat zal getracht worden naar de lijnen, die in de prediking getrokken worden, geestelijke leiding te geven. Bij een goed beoefend pastoraat zal de preek zich niet tot theoretische mensen richten maar tot de werkelijke mensen van de gemeente, waarover men herder is. Dat geeft aan de gemeente het besef dat zij, en op de preekstoel en in het bezoek thuis, werkelijk wordt aangesproken vanuit het Woord Gods.
Leeft bij dominee en gemeente niet het besef van de nauwe band tussen prediking en pastoraat, dan zal dit laatste veelal in de knel komen en een verschraling van de prediking met zich brengen.
Begrijpelijk is wel, dat vooral voor de jonge predikant het niet altijd gemakkelijk is om in de pastorale praktijk te stappen. Gelukkig wordt vandaag bij de theologische vorming ook meer aandacht aan het pastorale element geschonken. Daardoor krijgt de toekomstige pastor enig inzicht in de veelzijdigheid van het pastoraat maar dit is toch iets anders dan de directe aanraking met de gemeente in al haar verscheidenheid. Een verscheidenheid die vaak weer uit allerlei achtergronden verklaard kan worden en waarvoor begrip nodig is.
Het is een toets voor de jonge pastor, die zijn arbeid in de gemeente begint, of hij het pastoraat op de juiste wijze kan zien in het geheel van zijn werk en het op de juiste wijze kan beoefenen. Wie een natuurlijke schuchterheid heeft om met mensen om te gaan zal zichzelf in dit opzicht moeten overwinnen. Wie er tegen opziet om ouderen tot pastor te zijn zal moeten bedenken, dat hij misschien zich wel onbekwaam voelt maar niet onbevoegd is tot deze ambtelijke dienst. Hij zal tot de ontdekking komen dat het pastoraat veel tijd vraagt terwijl de belangrijkheid van de bezoeken lang niet altijd in de juiste verhouding tot deze tijd staat.
Er zal ook niet zelden iets onbevredigends zijn in het pastoraat, omdat men moeilijk het begeerde contact met mensen kan vinden.
Al deze en ook nog vele andere niet genoemde oorzaken kunnen bewerken dat de pastor met een minimum aan pastorale arbeid zoekt te volstaan, welk minimum dan gemakkelijk al kleiner inplaats van groter wordt. Het pastoraat raakt dan in de knel, tot schade van pastor en gemeente beide. Daarbij komt nog dat de pastorale taak moeilijk te omschrijven is in al haar onderdelen.
De beroepsbrief bevat maar een algemene aanwijzing van het pastorale kerk. Het vraagt dat de persoon, die deze taak te verrichten heeft inderdaad pastor is.
Wie geen liefde tot de gemeente en de zielen heeft, kan de pastorale taak niet verrichten. Zij eist een instelling, die bereid is tot liefdevolle overgave aan de gemeente en de enkelingen in haar.
Ook vereist het pastoraat geestelijk onderscheidingsvermogen om leiding te kunnen geven. Immers het pastorale gesprek dient ook inhoud te hebben. Er wordt vandaag nog al veel aandacht besteed aan de psychologische kant van het pastoraal gesprek. Het gevaar is daarbij niet denkbeeldig dat men meer aandacht geeft aan de techniek dan aan de inhoud van de pastorale ontmoeting.
Juist het zich geven aan de pastorale arbeid zal oefening geven, vooral wanneer men over de moeilijkheden nadenkt, er studie van maakt en biddend zijn weg zoekt. Men zal dan niet een soort pastorale routine verkrijgen, waar de levendigheid aan ontbreekt, maar zal er ook zelf door verrijkt worden. Het pastoraat zal dan niet tekort komen aan belangstelling maar de liefde van het hart hebben.
Zijn er in het begin moeilijkheden later komen er soms weer andere factoren, die het pastoraat in de druk brengen.
Het kan gebeuren dat een pastor door velerlei andere arbeid zo bezet wordt, dat zijn ontmoeting met de gemeente schade lijdt.
Er is dan telkens eerlijke kritiek tegenover zichzelf nodig om zich af te vragen of men niet te weinig pastor is en teveel met andere dingen bezig is.
Deze critische bezinning raakt ook een eerlijk onderzoek omtrent de indeling van zijn werk.
Wie zijn tijd juist indeelt zal veel kunnen doen zonder zich te overwerken.
Er zijn soms ook taken, die evengoed door een ander verricht kunnen worden dan door de pastor. Wat eerst is, moet ook eerst worden voor de pastor.
Met het oog op wat ik in de laatste zinnen noemde is ook het opzicht van de kerkeraad nodig. Alle ambtsdragers zijn bij het pastoraat betrokken. Daarom dient dit ook ter sprake te komen op de kerkeraad. En men dient dan van elkaar overtuigd te zijn dat de belangen van de gemeente allen ter harte gaan. En is hier inzinking of traagheid, dan dient men wederkerig elkaar op te wekken en op tekortkomingen te wijzen.
Het is natuurlijk mogelijk dat een gemeente te hoge eisen stelt aan het werk van de pastor. De klacht „Men ziet hem nooit!” kan terecht zijn, maar ook ten onrechte, wanneer men wil dat de dominee elk ogenblik binnenloopt. Wel mag de gemeente de eis stellen — en de kerkeraad behoort hierop toe te zien — dat in gevallen wanneer de pastor redelijkerwijze verwacht kan worden, hij dan present is. Tekort in pastorale zorg wreekt zich in alle verhoudingen in de gemeente.
Toeft de pastor lang in een niet te grote gemeente dan kan het pastoraat aan bezieling inboeten. Men ontmoet altijd dezelfde mensen en kent ze alle op den duur. De vraag komt wel eens op: Wat vrucht heeft dit alles?
De pastor zal telkens weer dienen te bedenken dat hij zijn werk gelovig zal hebben te doen. En tot deze gelovige instelling behoort, dat wij de resultaten, beter de zegen, op ons werk niet onmiddellijk zien. Ook hier geldt: het is een ander die zaait en een ander, die maait.
Wij staan met het pastoraat in de gemeente des Heeren. Zij is vergadering der gelovigen in de dubbele zin, die deze uitdrukking hebben kan. Zij wordt n.l. vergaderd door Jezus Christus, maar zij vergadert zelf ook in het zoeken van de gemeenschap met elkander. Zo is de gemeente ook moeder der gelovigen. In haar en door de arbeid in haar behaagt het de Heere telkens een nieuw geslacht te doen opstaan dat Hem vreest en dient.
Komt het pastoraat in de knel dan gaat dat ten koste van de toekomst der gemeente.
Verzuim in het pastoraat brengt onberekenbare schade aan.
Een gelovige beoefening van het pastoraat brengt zegen, nu en in de toekomst.
Daarom mag het pastoraat niet in de knel komen.

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Het pastoraat in de knel (VI, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1968

De Wekker | 8 Pagina's