Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar blijven de Attestaties?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar blijven de Attestaties?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerkeraad van Broek op Langedijk verzocht me over dit onderwerp in ons blad te willen schrijven. Deze kerkeraad heeft n.l. verschillende keren geconstateerd dat leden van onze kerken zich in Alkmaar vestigen zonder dat men dit weet. Na enige tijd verneemt deze kerkeraad via allerlei omwegen dat de betrokken leden met de aan hen afgegeven attestatie zijn overgegaan naar de Geref. Kerk te plaatse. Aangezien het hier niet om een incidenteel geval gaat, maar deze situatie vaker voorkomt, voldoe ik graag aan het verzoek bovengenoemde vraag in ons blad aan de orde te stellen.

Kerkeraad-attestatie
Een gemeentelid gaat vertrekken. Hij geeft kennis van zijn vertrek aan de kerkeraad van de gemeente, waarvan hij lid was met zijn gezin. Als je je in een andere plaats gaat vestigen zorg je voor het verhuisbiljet en de attestatie. Het vertrek naar een andere plaats gaat kerk en staat aan. Het gebeurt helaas ook dat men nalaat kennis te geven van zijn vertrek. Betreft dit een randgeval in een grote gemeente, dan kan het gemakkelijk gebeuren dat een dergelijk lid nog een tijd ingeschreven staat terwijl hij reeds enkele maanden geleden naar een andere gemeente is vertrokken, uiteraard om daar zijn rand-leven voort te zetten.
We nemen dus het gunstigste geval: het lid vertrekt en geeft behoorlijk kennis van zijn vertrek naar een andere gemeente. De attestatie wordt ingevuld door de scriba en ondertekend door de praeses van de kerkeraad. Zou het goed zijn, dan moest elke aanvrage om attestatie door de kerkeraad behandeld en besproken worden.
Helaas wordt het afgeven van een attestatie een formele aangelegenheid, waar praeses en scriba bij betrokken zijn en waarvan later kennis wordt gegeven aan de gemeente, hetzij via afkondiging hetzij via het kerkblad of beide. Ik heb me laten vertellen dat scriba's het gemakkelijk vinden een aantal reeds door de praeses getekende attestaties in bezit te hebben. Maar in dat geval wordt het afgeven van een attestatie een zaak van de scriba alleen.
De getekende attestatie wordt aan het vertrekkende lid ter hand gesteld. Het is het recht van het mondige kerklid zelf zijn attestatie te ontvangen en zelf ter bestemder plaatse in te leveren. Het is bepaald onjuist wanneer de attestaties van belijdende leden buiten de betrokkenen om worden verzonden. De aansluiting bij een andere plaatselijke kerk is altijd een vrijwillige daad. Bovendien zou — als de ene kerkeraad de attestatie zendt naar de andere — de gedachte kunnen gewekt worden dat men automatisch lid is van de ene kerk omdat men het ook is van een andere kerk èn de gedachte dat de plaatselijke kerk een afdeling is van een landelijk kerkgenootschap. Een dergelijke verenigingsgedachte moet de kerk vreemd zijn.
Het is het recht dus van het belijdende lid — bij onmondige doopleden ligt het anders — zelf de atttestatie te ontvangen en in te leveren bij de kerkeraad van zijn nieuwe woonplaats.
Onverminderd dit recht is het echter de taak van de kerkeraad, die het attest heeft afgegeven, hiervan ten spoedigste kennis te geven aan de kerkeraad, onder wiens opzicht het vertrekkende lid zal komen. (Art. 82 D.K.O. sub 1 b). Dit is een practische bepaling, die wijst op de onvolkomenheid in deze bedeling. Immers als vast stond dat ieder, die een attestatie had ontvangen, die ook zo spoedig mogelijk zou inleveren bij de kerkeraad van zijn nieuwe woonplaats, was deze bepaling beslist overbodig en een slag in de lucht. Maar de praktijk bewijst dat dit niet het geval is. Er zijn leden, die uit slordigheid hun attestatie voorlopig niet inleveren, soms komen ze in de kerk, soms komen ze niet in de kerk en wennen ze af om naar de kerk te gaan. Als de kerkeraad van de nieuwe gemeente weet dat de attestatie is afgegeven dan kan hij toezien dat deze attestatie wordt ingeleverd, zich zo spoedig mogelijk met het lid in spe in verbinding stellen en op deze wijze de ambtelijke zorg uitoefenen, mede om dit lid zich in de kerk van de nieuwe woonplaats te doen thuisvoelen — het is alles toch al zo vreemd, als je verhuist.
Op naleving van genoemde bepaling willen we met klem aandringen. Doordat scriba's, kerkeraden, op dit punt nalatig zijn, zijn gezinnen voor onze kerken verloren gegaan, die bij spoedige opvang waarschijnlijk behouden hadden kunnen blijven.
Broeders — weet wat u doet, als een lid vertrekt. Schrijf de attestatie èn schrijf een brief aan de kerkeraad, voor wie de attestatie bestemd is. Ook dat is een klein, meer dan administratief onderdeel van uw ambtelijke zorg.
Hopelijk heeft deze opwekking resultaat en is geen scriba of kerkeraad meer nalatig!

Kerklidmaatschap
Het bovenstaande wilde de kerkeraden op hun verantwoordelijkheid wijzen. Maar dat garandeert niet dat de zich in een nieuwe woonplaats gevestigd hebbende leden zich ook inderdaad aansluiten bij de plaatselijke kerk of de kerk, die het dichtst bij hun woonplaats ligt.
Voor verschillende kerkleden is het lidmaatschap immers gebonden aan een bepaalde woonplaats. Het kerklidmaatschap blijkt aan het verhuisbiljet te worden gekoppeld. In „Kerk tussen klem en knoop” wezen we reeds op deze misstand (56). Maar we herhalen wat we daar schreven. „Te weinig wordt bij sollicitaties en verhuizingen gedacht aan de kerk. Het is de praktijk blijkbaar niet belangrijk of er in de nieuwe woonplaats een Chr. Geref. Kerk is”.
Kan de afstand naar de dichtstbijzijnde kerk dan geen bezwaar zijn? Dat kan het geval zijn, hoewel dit bezwaar vandaag niet meer zo klemmend is als vroeger, nu de afstanden zo veel geringer zijn geworden. Velen hebben een auto of kunnen met een auto worden gehaald. Daarmee zijn niet alle bezwaren weggenomen. We denken aan de catechisaties voor de kinderen in een andere plaats. Maar zou, hiervoor inzonderheid als het een plaats betreft waar meerdere kerkleden wonen, geen oplossing kunnen worden gevonden? En dan: als de kerk in een andere plaats is, is er weinig gelegenheid tot contact. Men raakt nooit thuis in een gemeente die zich in een andere plaats bevindt. Dit is een bezwaar, dat we niet willen afzwakken. Maar de hoofdzaak is: waar een wil is, is een weg.
Is het niet vaak zo dat men de bezwaren breed gaat uitmeten omdat men innerlijk reeds los was van de kerk, waartoe men behoorde?
Leden, die zo gemakkelijk bij verhuizing van woonplaats veranderen, geven blijk weinig waardering te hebben voor ons eigen kerkelijk leven. Ziet men zo weinig onderscheid tussen de verschillende kerken? Weet men deze verschillen niet meer? Is de prediking in alle kerken dan gelijk?
Misschien merkt iemand op: bent u niet erg kerkistisch bezig door deze vragen te stellen? Zijn er in andere kerken geen goede dingen op te merken? Ja, worden de verschillen in de Geref. Gezindte niet fictief?
Het korte antwoord hierop is: er zijn zeker goede dingen in andere kerken; aan opblazen van verschillen bestaat geen behoefte; en eigen kerkelijk leven is niet volmaakt — ach nee. Maar individuele overgangen vanwege afstand etc. lossen kerkelijke verhoudingen niet op. Dergelijke beslissingen zijn niet in overeenstemming met de ernst van het kerklidmaatschap en de belofte, die men bij het doen van belijdenis aflegde. Men speelt op deze wijze met het kerklidmaatschap en verlaagt de kerk tot verenigingsniveau.

Aanvaarding attestatie
Er is nog een derde kant aan deze kwestie: de kerkeraad van een andere kerkgemeenschap, in casu de Geref. Kerkeraad van Alkmaar, aanvaardt zonder meer de attestatie van een lid, bestemd voor een Chr. Geref. kerkeraad. Dit is een vreemde, onwellevende handelwijze.
Attestaties van leden uit andere kerken worden niet aanvaard tenzij uit kerken, waarmee men in correspondentie staat. We staan met de Geref. Kerken niet in correspondentie; het is om die reden onjuist dat een attestatie van een lid van de Chr. Geref. Kerk wordt aanvaard. Had de kerkeraad, die de attestatie nu afgaf, geweten dat het lid naar de Geref. Kerk zou overgaan, dan had hij voor dat doel geen attestatie afgegeven.
Het is ook daarom onwellevend omdat dit lijkt op geruisloos binnenhalen van leden van andere kerken. Uiteraard wordt niemands persoonlijke vrijheid om van kerk te veranderen betwist. Maar de kerkeraad, waartoe het lid behoort of zou moeten behoren, heeft recht om dit te weten. We moesten nu eindelijk als kerken eens zo met elkaar omgaan dat we elkaar niet de leden afpikten. Wil een bepaald lid van de Chr. Geref. Kerk overgaan naar de Geref. Kerk, dan dient de kerkeraad zich in verbinding te stellen met de Chr. Geref. kerkeraad, ter plaatse of in de buurt. Nu lijkt het er op alsof de afstand van de dichtstbijzijnde Chr. Geref. Kerk aan de Geref. kerkeraad permissie geeft om maar te doen met onze leden wat men wil, zonder de kerkelijke regels en wellevendheid in acht te nemen.
Wanneer zullen we werkelijk als kerken niet alleen zeggen dat we met elkaar samen werken, maar het ook werkelijk doen, met erkenning van rechten en plichten wederzijds?
En wanneer zullen onze kerkleden over de hele linie eens echt kerkelijk gaan denken en leven?

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Waar blijven de Attestaties?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1968

De Wekker | 8 Pagina's