Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Treurenden van Sion

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Treurenden van Sion

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij eerste oogopslag lijkt het alsof het artikel van deze week een meditatie is. Wie een beetje in de Bijbel thuis is weet immers dat de titel van dit artikel een woord is uit de Bijbel. U vindt het in Jesaja 61. Daar wordt gesproken over de opdracht aan de heilbode — ten diepste Christus Zelf — om te beschikken dat aan de treurenden van Sion sieraad voor as gegeven wordt. Wie zijn de treurenden van Sion? Is dat alleen een Oud-Testamentisch begrip? Is dit een verdwenen categorie mensen? Of zijn er vandaag ook nog „treurenden van Sion" en zo ja, wie en waar zijn zij?

Aanduiding
Als we het begin van Jesaja 61 — een Adventshoofdstuk bij uitnemendheid! — lezen worden we getroffen door het feit dat de daar gehoorde proclamatie zich richt tot de ootmoedigen, de gebondenen, de gevangenen, de gebrokenen van hart, de treurenden, de treurenden van Sion: zes aanduidingen, die de verschillende aspecten van het leven van dezelfde mensen belichten. Om tot de laatste benaming ons te beperken: de treurenden van Sion zijn zij, die „rouw dragen over Sions nood”. Die nood van Sion is veelomvattend. Het is een politiek-nationale nood, maar het is niet minder een geestelijke nood.
Dit was de nood van Sion: ze waren omringd van vijanden; ze verkeerden in benarde omstandigheden; ze waren hun vrijheid kwijt, maar God scheen afwezig te zijn en zich van Sions lot niets aan te trekken. Waar was de Heere en waar was Zijn heilsplan? Zouden Zijn beloftenissen verder haar vervulling missen? Tegelijk moeten zij, die met deze vragen bezig zijn, constateren dat velen dit niet eens opmerken. De ergste nood is dat de nood niet eens gevoeld wordt en er over heen wordt geleefd.
Dat is reden tot droefheid. Dat beheerst de levensinstelling van allen, die belang hebben bij Sion, de God van Sion en de toekomst van Sion. Sion is de samenvatting van Israël's geestelijk heil, omdat uitgerekend op de berg Sion de tempel was gebouwd.
Treurenden van Sion — dat zijn dus die Israëlieten, die bezig zijn met de geestelijke belangen van het volk. In tegenstelling tot hun vleselijk ingestelde volksgenoten zijn zij geestelijk afgestemd. In hun leven hebben God en Zijn dienst de eerste en de centrale plaats ingenomen. Juist daarom zijn zij er bedroefd over dat er en zo weinig geestelijk geleefd wordt en dat daarom Sion in nood is. Nu moeten we niet denken dat zij laag neerzien op hun volksgenoten omdat zij anders denken en leven en beter zouden zijn dan de rest. Integendeel — een wezenlijk element in hun droefheid is dat zij in de zonden van hun volksgenoten hun eigen zondig hart herkennen. Ze hebben alle reden om bedroefd te zijn over eigen schuld. Zij voeren helemaal niet de pretentie dat zij het hebben en dat zij het weten en dat zij torenhoog uitsteken boven de andere Israëlieten, die veel gemakkelijker alles over hun kant laten gaan en de donkere tijd langs hun koude kleren laten glijden.
Treurenden van Sion zijn nederige, ootmoedige mensen, die midden in het volle leven staan en er onder lijden dat hun eigen leven en het leven rondom hen niet is zoals het wezen moet, dat God niet tot Zijn eer komt en dat daardoor Sions belangen geschaad worden.
In hun leven ligt hun eigen geestelijk leven, hun eigen geloofskijk en de kijk op het hele leven in elkaar geweven. Sion: de geestelijke belangen van Israël staan in het middelpunt van hun gedachten.

Afweer
Een dergelijke aanduiding roept afweer op. Tien tegen een dat velen deze aanduiding maar zo zo vinden. Ze vinden het een ouderwetse aanduiding; een benaming, die in feite uit de tijd is, die herinneringen oproept aan droefgeestigheid en zwartgalligheid. Treurenden van Sion worden in dit klimaat ingedeeld bij „de zwarte kousenkerken„”. Maar als men daartoe niet wil gerekend worden, dan keurt men eigenlijk deze benaming af en wil men ze hoogstens reserveren voor een paar sombere, zwaartillende broeders en zusters, die in elke gemeente wel zijn te vinden. Het gaat echter niet aan om de gelovigen te rangschikken onder de treurenden Sions of te denken dat dit voor de kerk in haar geheel zou kunnen gelden, zo zegt men.
Treuren is niet „in”. We willen liever juichen en jubelen. Wie spreekt over de blijdschap des geloofs kan op meer instemming rekenen dan wie spreekt over de droefheid van het geloof.
Het is geen goed teken wanneer we de treurenden van Sion vandaag afschrijven en plaatsen in een andere tijd.
Kuyper schreef reeds in 1883 — 85 jaar geleden! — toen hij over Jes. 61:3 mediteerde: „Boezemen de ‚treurigen Sions’ u nog altoos weerzin in, of wel kwam reeds het ogenblik, dat ge u tot hen voelt aangetrokken?” En in verband met de mode om toch vooral te juichen schrijft hij: „Soms komt zelfs de vraag bij ons op, of het niet strekken moet, om een innerlijk ledig, iets hols in zijn geloof te bedekken. Zoals men tegenwoordig de lijkkist onder kransen bedelft en het graf onder bloemenstrooisel maskeert, zo strooit men ook kwistig met bloemen om het geestelijk graf der ziel”.
Op de volgende bladzijden lezen we — het is van Kuyper en niet van een oudgereformeerde dominee — „Weg met die droefgeestigheid; met die naargeestigheid; met die uitgestrekte troniën; die sluike haren; die ompleisterde halzen. Eén feest moet heel het christelijk leven zijn. Eén lofpsalm. Eén volzalig geklank. En wie zou het dan nog uit kunnen houden, bij die steuners en zuchters en klagers, die altoos in de kuil zitten. En zo voedt men de jeugd dan op in het luidruchtig geloof; in het prettig geloof; in het zangerig geloof; vrolijk tot overvrolijkheid toe en leert ze dus die zwartgalligen haten”.
Het kon voor onze tijd geschreven zijn. Zijn dezelfde symptomen ook nu niet aanwezig, tot in eigen kerkelijk leven toe?
Moeten we dan geen blijdschap des geloofs kennen? Staat er dan ook niet in de Bijbel: verblijdt u in de Heere ten allen tijde?
Het antwoord is uiteraard bevestigend. Maar er is geen tegenstelling tussen deze twee, al zal de ene keer de droefheid meer de nadruk krijgen en de andere keer de blijdschap. Maar een christen is in deze bedeling nooit ongeremd en onbeperkt blij, zoals hij ook nooit helemaal bedroefd en treurig behoeft te zijn. Dat is de wondere spanning, waarin Gods kind in deze bedeling leeft.
Er is reden tot droefheid en er is reden tot blijdschap.
De treurenden van Sion mogen tegelijk blijde feestgangers zijn. Omdat het Advent is; omdat Christus gekomen is, Hij nu niet meer is en nog niet is teruggekomen.

Aktueel
In dat licht gezien is treuren over Sion een aktueel begrip.
Is er vandaag geen reden om bedroefd te zijn midden in de blijdschap over het evangelie van Gods genade en verlossing?
Juist wie daarover verblijd is, is bedroefd over het feit dat velen dit Evangelie niet kennen of verwerpen of het wonder ervan niet verstaan of niet dienovereenkomstig leven.
We hebben vandaag reden om te zuchten over het onvolkomene dat in deze bedeling de gelovige persoonlijk en de kerk in haar geheel aankleeft en dat op sommige momenten scherp op ons afkomt.
We noemden het woord zuchten. Dat is ook een bijbels woord, dat te vinden is in Rom. 8:23. Pinksterchristenen gaan zuchtend door de wereld niet omdat het kniesoren of huilebalken zijn, maar omdat ze weet hebben van het onvolkomene, dat ze scherper zien omdat het Pinksteren is geweest.
De treurenden van Sion uit de oude bedeling zijn de Pinksterzuchters in de nieuwe bedeling.
En nu blijkt de aktualiteit van dit begrip nog veel meer.
Er is reden om te treuren over de macht van de zonde, die nog zo'n rol speelt in het persoonlijke, maar ook in het gemeentelijke en kerkelijke leven.
Om te treuren over het beneden de maat blijven van Christus' kerk, waaraan ieder persoonlijk schuldig staat.
Om te treuren over de gespletenheid, het langs elkaar heenleven, de zelfhandhaving, die in het leven van veel christenen is te bespeuren en die het kerkelijke leven zoveel kwaad doet.
Om te treuren over het devalueren van de vreze des Heeren; over het verval, dat het christelijke leven doortrekt, blijkend uit een instelling op het hiernumaals en een verschraling van de verwachting van Christus' wederkomst.
Om te treuren over de gevolgen van de zonde, waarmee we elke dag weer in aanraking komen; over de toenemende invloed van de wetteloosheid; de verkilling van de liefde.
Treurenden van Sion — het is een Adventsbegrip tot Christus' wederkomst.
De Adventsbelofte luidt: sieraad voor as. De grote wending is reeds ingezet en zal zich doorzetten. Stil maar, wacht maar; alles wordt nieuw!

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Treurenden van Sion

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1968

De Wekker | 8 Pagina's