Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerstliederen in Efratha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerstliederen in Efratha

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in Lukas 2 tot twee maal toe sprake van een Kerstlied, dat opklinkt in de velden van Efratha. Het lied van de engelen (vs. 13 en 14) èn het lied van de herders (vs. 20). Al staat er dan niet nadrukkelijk bij, dat er „gezongen” is, toch kunnen we gevoeglijk aannemen, dat het hier om liederen gaat. De vorm van de „Engelenzang” wijst daar al op; het is duidelijk poëzie. En als van de herders gezegd wordt, dat ze God verheerlijken en prijzen, dan kunnen we ons dat loven moeilijk anders voorstellen dan als een loven in het lied. Engelen en herders staan hier onder de beheersing van de aansporing van Ps. 147:1: „Looft de HERE, want onze God te psalmzingen is goed, dewijl Hij liefelijk is; de lof is betamelijk”. Loven is psalmzingen.
Zowel de engelen als de herders doen hun Kerstlied horen. Dat is overeenkomst. Er is nog meer overeenkomst, want zowel de engelen als de herders zingen in hun lied van Gód. Beide liederen zijn Kérstliederen. Gods heilshandelen in Christus is het thema van de zang. God heeft in mensen een welbehagen en daarom zorgt Hij voor vrede op aarde.
Mensen, tot wie het welbehagen Gods uitgaat, mogen ontvangen de vrede met God. Hoe dan? Door het Kind in de kribbe, dat de Zaligmaker is, de Christus, de Here. God Zelf baant de weg. Zijn Adventswerk, dat in het Paradijs reeds begon, toen God de wegvluchtende zondaar opzocht met de vraag „Waar zijt gij?” gaat ook in de Kerstnacht voort. De zoekende God, die de verloren mens wil vinden, zendt Zijn Zoon in deze wereld. Hij komt vrede maken door Zijn bloed. En de herders, die het Kind hebben gezien en die zo de opzoekende liefde Gods hebben gesmaakt, zingen het de engelen na: Ere zij God.
Kerstliederen in Efratha. Engelen en herders zingen van de Christus. Het wordt verstaan, dat de lof betamelijk is. Hoe goed is 't onze God te prijzen, want Hij heeft gedacht aan Zijn genade.
Maar bij alle overeenkomst is er toch ook groot verschil. Let maar eens op de zangers. Wie zijn het immers, die hier zingen?
Eerst zijn het de engelen. Wat staan die engelen hoog! Ze zijn altijd in Gods directe nabijheid. Ze mogen altijd het aangezicht des Vaders zien. Hemelingen, gedienstige geesten, liturgen, die onafgebroken God dienen in Zijn heilige tempel. Nooit zijn ze van God gescheiden. Hier in Efratha verrichten ze hun hemels werk in het zingen van de eer des Heren. Ja, van engelen verwachten we het een lied te horen, waarin God geloofd wordt. Maar dat andere zangkoor? Dat bestaat uit mensen. Vergankelijke mensen, die sterven moeten, omdat ze gezondigd hebben. Zij zijn niet in Gods hemel. Zij zien niet voortdurend Gods aangezicht. Ze zijn van God afgeweken. In zondige ongehoorzaamheid hebben ze Hem verlaten. Van een dienen van de Here is in het leven van de mens geen sprake meer. Door de zonde is de mens immers een vrijwillig en gehoorzaam onderdaan van Satan geworden.
De engel is liturg in het Rijk Gods; de mens is liturg in het Rijk der duisternis, doende de begeerten van de duivel. Wat verwacht u van die mens? In ieder geval niet, dat hij een lied zingt tot eer des Heren. Wel een lied, maar dan tot eer van zichzelf. Ja, de lof is betamelijk. Dat vindt Lamech ook en hij zingt het lied van eigen grootheid. God zal Kaïn zevenvoudig wreken? Ik zal er zelf voor zorgen dat ik zeventig maal zevenmaal gewroken wordt!
Als dan ook de engelen in de Kerstnacht zingen dan is dat te begrijpen. Als de mensen in diezelfde nacht zingen dan is dat onbegrijpelijk. Tenminste, dit lied. Het hemels Residentie-koor, ja, die zang is te verstaan. Maar het lied van die herders, die in Israël niet in tel zijn en wier getuigenis niet eens rechtsgeldigheid heeft? Het lied van die herders, zo maar in hun grove werkkiel? Het lied van die zondaren, die van nature God verlaten hebben en zonder Hem leven? Is dat lied Gode ook aangenaam? Klinkt het lied van de engelen God niet veel zuiverder in de oren?
Engelen staan heel hoog en toch is de engel slechts knecht. De mens is diep gevallen, maar krachtens afkomst is de mens toch kind. De engel is geschapen als knecht; de mens als kind. Alleen, de knecht bleef in trouw gehoorzaam aan zijn Heer; het kind werd ongehoorzaam en verliet de Vader. De mens werd verloren zoon en verloren dochter.
Daarom moesten de knechten ook komen om Gods heilsboodschap aan de herders — die verloren zonen — bekend te maken. Daarom moesten de knechten de afvallige kinderen ook weer leren zingen. Als dan de Vader de weg baant, waarlangs zondaren met Hem verzoend mogen worden in Christus, dan verheugen de knechten zich daar grotelijks over en ze uiten die vreugde in het loflied voor hun Heer.
Zeker, het is heel erg, dat de knechten meer weten van de Vader, dan dat de kinderen van Hem weten. De kinderen zijn immers zo ver van huis . . . . Dat God genadig is, de knechten moeten het de verloren zonen gaan boodschappen. Dat is de zin van het eerste Kerstlied in Efratha.
Straks klinkt ook het tweede Kerstlied daar op. Dan zijn het zingende kinderen. Niet langer zijn het verloren zonen. Ze zijn bij de kribbe geweest. Ze hebben de Zaligmaker aanschouwd en door het geloof omhelsd. Ze hebben in Hem Gods genade gezien, die hen redt en verzoent en tot kinderen weer aanneemt. Gods Geest in hen doet hen geloven en aanbidden en . . . . zingen. Het tweede Kerstlied is het lied van de herders, die van de kribbe terugkeren naar hun werk. Maar die herders mogen nu door het geloof weten, dat ze terwille van de Zaligmaker in de kribbe weer kinderen Gods zijn. Zij zingen dan ook het lied van de teruggekeerde verloren zonen, die in genade zijn aangenomen.
Dát maakt het verschil tussen zingende engelen en zingende herders uit. Als de engelen eerst zingen van Gods genade, dan zingen ze over iets, dat ze wel zien, maar niet beleven. Ze zijn niet gevallen en hebben daarom de genade Gods in Christus niet nodig. Ze zingen „beschouwend”. Als echter de herders van de genade Gods zingen, dan zingen ze van iets, dat ze wel beleven. Hun zingen wordt gedragen door de ware bevinding. Ze leerden zich op het Woord van de Here, dat via de engelen tot hen kwam, verlaten en zo hebben ze ook het voorrecht gesmaakt te mogen zien, wat tot hen gesproken was. Vanuit het geloof nu, dat ze beoefenen, komt de bevinding van het Woord. Zo gaan ze zingen van het heil, door God voor hen bereid. En in hen verklaard.
Zo kan geen engel zingen. Engelen zijn wel begerig om in dat heil in te zien. Ze kunnen er over zingen, niet er uit. De „vox humana” missen zij; de persoonlijke ervaring van Gods opzoekende genade. En die ondertoon maakt het lied van de herders toch nog heerlijker dan het lied van de engelen. Heerlijk klonk het lied der eng'len in het veld van Efratha, maar nog heerlijker klinkt het lied der herders. Daarom luisteren de engelen er ook met gespannen aandacht naar. Eerst leerden de kinderen van de knechten — dat ziet op de diepe val van de verloren zonen; daarna leren de knechten van de kinderen — dat is door de genadige verheffing van de verloren zonen. Maar zo is het ook Gods bedoeling. De knechten moeten leren van de engelen. „Door de gemeente worde aan de overheden en de machten in de hemel de veelvuldige wijsheid Gods bekend gemaakt” (Ef. 3:10), Moge ons Kerstfeest daar op uitlopen!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1968

De Wekker | 12 Pagina's

Kerstliederen in Efratha

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 december 1968

De Wekker | 12 Pagina's