Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Koers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Koers

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele weken geleden ontving de redactie een artikel van br. H.P. Ester te Utrecht n.a.v. de plannen om te komen tot een nieuw christelijk dagblad „Koers", Nu er na de verslagen van de kerkelijke gebeurtenissen in de eerste weken van januari weer ruimte is, nemen we het stuk zonder enige bekorting op.
De verzorger van deze rubriek maakt daarna enkele aantekeningen bij dit stuk niet als redactie-secretaris, maar als voorzitter van de betreffende persstichting.
Het is niet de bedoeling om „De Wekker" te gebruiken als propagandablad voor een bepaald doel. Het zou onjuist zijn, als men op twee stoelen zit, willekeurig van stoel te veranderen en het onderscheid niet in het oog te houden. Het is dan ook niet de bedoeling de kolommen van ons blad te vullen met polemiek over deze zaak.
Maar nu in dit artikel vragen worden gesteld stelt de redactie de gelegenheid open voor de ondervraagde instantie om op deze vragen in te gaan.

Welke koers?
Het gaat de christelijke dagbladpers in het algemeen niet voor de wind. Na de oorlog verdwenen — noodgedwongen — reeds het Zeeuws Dagblad en De Nieuwe Provinciale Groninger Courant (met kopblad voor Drente). Hen enige landelijke christelijke dagblad Trouw zag zijn abonnementental teruglopen van 400.000 tot- 120.000. Het Rotterdammer-concern (De Rotterdammer, Nieuwe Haagse Courant, Nieuwe Leidse Courant en Dordts Dagblad), verschijnend in Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant — bijna 100.000 abonnees — en het Friesch Dagblad kunnen bogen op een redelijk gezond bedrijf.
Trouw stelde zich na de oorlog politiek uiterst rechts op. Dit heeft het blad vele jaren volgehouden, niettegenstaande een enorm verlies aan abonnees.
Dankzij een technische concentratie van het bedrijf en een bredere redactionele opstelling tegenover het protestantschristelijk volksdeel in Nederland gaat het de laatste jaren weer beter. De enorme kostenstijging, de uiterst kostbare moderne zet- en druktechnieken hadden Trouw als landelijk dagblad gebracht aan de rand van de bestaansmogelijkheid. Een nog verdere, ernstige daling van het abonnementengetal had het voortbestaan in gevaar gebracht. Evenals in alle sectoren van het bedrijfsleven doet ook hier de noodzakelijke schaalvergroting als gevolg van kostenstijging zich gelden.
Thans komt zich een nieuw christelijk blad in Nederland aandienen: Koers. Eerst gaat het als weekblad verschijnen, maar de bedoeling is een nieuw christelijk dagblad voor de gereformeerde gezindte.
Blijkbaar is er hier en daar ontevredenheid over wat de christelijke dagbladpers op het ogenblik in ons land biedt. Een groot aantal van onze predikanten blijkt die ontevredenheid te delen, al blijkt niet of bij iedereen de punten van kritiek gelijk zijn.
Bij het indrukwekkend initiatief van de oprichters van Koers rijzen vele vragen. Het initiatief lijkt min of meer uit de lucht te komen vallen, maar men mag aannemen, dat eerst vele malen en uitvoerig met directie en/of hoofdredactie van de diverse christelijke dagbladen is gesproken om af te tasten, of er geen andere constructieve weg was te vinden om in goed samenspel tussen redactie en lezer tot een meer bevredigend resultaat voor de verontrusten te komen. Ik neem aan, dat hier sprake is van verontrusting, hoewel dit nergens met zoveel woorden wordt gesteld.
Welke motieven hebben de initiatiefnemer gedreven? De lange rij namen is indrukwekkend, maar dit maakt een motivering en een bredere doelstelling niet overbodig.
Een volgende vraag is, of alle genoemde personen op kerkelijk, maatschappelijk, politiek, sociaal en cultureel gebied gelijk denken? Zo niet, zal dan ook niet die nieuwe krant na kortere of langere tijd niet weer een groep verontrusten of ontevredenen kweken?
Denkt men niet, dat het moeilijk zal zijn een groep lezers bij elkaar te brengen, die èn tot op meer onderdelen gelijk denkt — in tegenstelling tot de situatie bij de huidige christelijke dagbladpers — èn groot genoeg is om een werkelijke krant te maken, die qua omvang en inhoud de lezers in elk opzicht informeert over alle gebeuren van elke dag?
Zal men over voldoende advertentiegelden — tenminste de omvang van de abonnementsgelden — beschikken om een redactie van voldoende omvang op de been te brengen, die aan het voor de lezers belangrijke kerkelijke, politieke, sociale, maatschappelijke, culturele, locale, regionale, nationale en internationale nieuws vanuit de christelijke levensvisie voldoende aandacht besteedt en dit ook in commentaren en achtergronden verwerkt?
Men wil zich niet verliezen in christelijke „algemeenheden" of christelijke „bijzonderheden"; dit zijn bijzonder weinig zeggende vaagheden. Moet dit niet meer geconcretiseerd worden alvorens men de leden van onze gemeenten vraagt zich als abonnee op te geven en financiële steun te verlenen aan een zaak, waar men nog niets van weet?
Lichte verwondering wekt het, dat zovele van onze predikanten — zelfs vijf hoogleraren — op zo onduidelijke gronden een zo verstrekkende verantwoordelijkheid op zich nemen.
Beseffen de initiatiefnemers, dat wanneer hun plan mislukt men toch misschien duizenden mensen bij de bestaande christelijke pers heeft weggetrokken, deze christelijke pers het leven moeilijker heeft gemaakt, de kans om haar positief te beïnvloeden voorbij heeft laten gaan en uiteindelijk de zaak van de christelijke pers heeft verzwakt in plaats van versterkt.
Zou laatstgenoemde ontwikkeling zich voordoen dan valt dit zonder meer aan te duiden als gevaarlijk voor de meningsvorming in ons land. Wij dienen te bedenken, dat de liberale pers in Nederland reeds een bijzonder sterke positie heeft opgebouwd. In meer dan een miljoen gezinnen komt vandaag al een liberaal dagblad. Een krantenconcern van deze omvang heeft een niet te onderschatten invloed en economische macht.
Men zal zich af moeten vragen, welke koers varen we precies, wanneer we met Koers in zee gaan. Een te snel van stapel lopen zou de zaak wel eens tot een proefvaart kunnen beperken.

Deze koers!
Bij dit sympathieke, in goede toon gestelde stuk van br. Ester, tot voor kort scriba van onze kerk te Utrecht-C. en als journalist verbonden aan het Rotterdammer-concern, maken we de volgende opmerkingen:
1) De schrijver is duidelijk onder de indruk gekomen van het feit dat het streven van „Koers" door zovelen van onze predikanten en hoogleraren wordt gesteund, blijkens de advertentie die omstreeks Kerst 1968 in vele bladen is verschenen. Dat is, inzonderheid als men zelf man van het vak is, te begrijpen. Het blijkt dat er een algemeen onbehagen is over de christelijke dagbladpers. Dit onbehagen is tot uitdrukking gekomen in de oprichting van „Koers" en de steun die velen haar desgevraagd boden, alsook in de Stichting Reformatorische Publicatie, die ook de steun van enkele van onze predikanten wist te verkrijgen blijkens een advertentie in dit blad enkele weken geleden, waarin men zich overigens tegen „Koers" afzet.
2) „Blijkbaar is er hier en daar ontevredenheid over wat de christelijke dagbladpers op het ogenblik in ons land biedt". „Ik neem aan dat hier sprake is van verontrusting, hoewel dit nergens met zoveel woorden wordt gesteld". We zouden haast willen antwoorden: Bent u alleen een vreemdeling in Jeruzalem en weet u niet hoe in brede kringen van de gereformeerde gezindte over de dagbladen wordt geoordeeld? Het woord „verontrusting" mag -in de bewuste advertentie niet gebruikt zijn, in publicatie over de oprichting van „Koers", enkele maanden geleden, was dit woord en deze zaak telkens aan de orde. Het artikel in ons blad van 3 november 1967, door diverse bladen overgenomen, informeert over de achtergrond van de oprichting van „Koers" en de aard van de verontrusting.
3) Het is niet onmogelijk dat „Koers" in de toekomst precies publiceert wanneer en welke onderhandelingen met bestaande bieden aan de orde zijn geweest. Omdat alle onderhandelingen nog niet ,zijn voltooid is het beter hierover nu geen deelmededelingen te doen. Overigens moge uit deze regels blijken dat „Koers" zeker de bestaande bladen niet negeert. Voordat „Koers" werd opgericht hadden verschillende oprichters uitvoerige correspondentie met verschillende bladen gehad, zonder resultaat — integendeel. Juist de gemeenschappelijke ervaren teleurstelling bracht hen tot elkaar. Misschien kan men nog wat bereiken als blijkt dat men niet met een enkeling te maken heeft, maar met een brede, zeer geschakeerde groep; tot dusverre is ook dit resultaat negatief.
4) Alle personen die „Koers" steunen denken in alle onderdelen zeker niet gelijk. Kweekt de nieuwe krant na kortere of langere tijd dan niet weer een groep ontevredenen of verontrusten? Dat is niet nodig en dat behoeft zeer beslist niet. Dit is juist het verschil met de Stichting Reformatorische Publicatie, die bepaalde onderdelen wilde vastleggen en bij voorbaat hiermee instemming vroeg, b.v. geen opname van de radioprogramma, zelfs niet van een ziekenuurtje. De mensen van „Koers" hebben elkaar gevonden in de gemeenschappelijke overtuiging dat ze trouw dienen te blijven aan Schrift en belijdenis. „Het dagblad dat ons voor ogen staat moet deze trouw op alle gebieden van het leven naar voren brengen, maar dan mag het niet de kleur dragen van een bepaalde modaliteit binnen die gereformeerde gezindte. Vanuit een positief reformatorische overtuiging moet krachtige leiding worden gegeven zonder alleen maar speciale opvattingen te propageren".
5) „Christelijke „algemeenheden" of christelijke „bijzonderheden" zijn bijzonder weinig zeggende vaagheden". In de advertentie zijn bepaalde passages uit „Verklaring", „Program" en „Antwoord" gelicht. Dat bergt inderdaad het risico in zich dat bepaalde uitdrukkingen niet begrepen worden.
In de oorspronkelijke tekst stond „algemeenheid", niet algemeenheden. Met die „algemeenheid" wordt bedoeld het kwijt raken van de gereformeerde signatuur, uitkomend in een verschuiving in ethische normen; een geseculariseerde levensstijl; een zondagsopvatting, die het karakter van de dag des Heeren ondermijnt; een veelal kritisch-revolutionaire instelling; een opschuiven naar „links" in politiek en theologisch opzicht.
Voor christelijke „bijzonderheden" verwijzen we naar het onder 4) genoemde. De advertentie greep duidelijk terug op eerder verschenen berichten die in de pers gecirculeerd hadden.
6) „Als het plan mislukt zijn door de initiatiefnemers duizenden mensen bij de christelijke pers weggetrokken". Op deze tegenwerping antwoorden we dat die duizenden reeds weggetrokken zijn. Het is eenvoudig ontstellend hoe veel mensen tot in de meest rechtzinnige kringen van het Nederlandse kerkvolk toe de neutrale, vaak liberale pers lezen, omdat het plaatselijke- of streekdagbladen zijn, waar zoveel plaatselijk nieuws in staat. Een kerkblad dat voor oud en jong „de oude waarheid" brengt moge zijn duizenden „verslaan", maar de neutrale advertentierubriek verslaat zijn tienduizenden. We geloven niet dat een eventueel, onverhoopt mislukken duizenden zal wegtrekken bij de christelijke pers. Hoe meer trouwens die christelijke pers haar christelijk karakter bewijst hoe meer zij duizenden zal aantrekken. Er zijn helaas nu reeds mensen, die omdat zij dit christelijke karakter van de bestaande chr. dagbladen niet meer zien — hoewel van ambtsdragers gevraagd wordt de chr. pers te steunen en aan te bevelen — hun abonnement reeds hebben opgezegd. Velen zijn reeds weggetrokken van die christelijke krant door die krant zelf! Dat is helaas de werkelijkheid.
7) Hartelijk onderstrepen we de laatste zin van dit stuk: Een te snel van stapel lopen zou de zaak wel eens tot een proefvaart kunnen beperken. Daar is het Koersbestuur hartgrondig van overtuigd. Daarom wordt er achter de schermen hard gewerkt; daarom versterkt een journalistieke adviescommissie deskundige adviezen; daarom is een financiële actie aan de gang. Terecht schrijft ds. L. Rijksen in „De Saambinder": „Ook zijn er machtige kapitalen mee gemoeid, vooral in onze dure tijden, terwijl geld en bekwame mensen er toch voor noodzakelijk zijn, wil het niet een soort gewoon kerkelijk blaadje, maar een werkelijk volwaardig dagblad worden". Daarom zullen de predikanten van de Geref. Gemeenten zich voorlopig afzijdig houden en geen keus doen tussen beide persstichtingen, niet tegen „Koers", niet voor „Driebergen".
Br. Ester kan er zeker van zijn dat als „Koers" gaat koersen de vaarroute zodanig is uitgezet en de vaargeul zo goed is verkend, dat het geen proefvaart is.
Welke koers?
Deze koers: „Het bestuur streeft er naar in het door hem uit te geven blad op verantwoorde wijze het leven en denken in deze tijd te dienen naar de eis van het Evangelie van Christus. Bij alle brede voorlichting, die gegeven dient te worden, is het Woord van God volstrekt richtinggevend als enige norm voor woorden en daden. De binding aan en de eerbied voor Gods Woord en Wet zal in het blad duidelijk tot uiting worden gebracht, zodat in artikel noch advertentie iets zal toegelaten worden dat in strijd is met deze norm".

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1969

De Wekker | 8 Pagina's

Koers

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 februari 1969

De Wekker | 8 Pagina's