Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bijbel en haar verstaan (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bijbel en haar verstaan (V)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gen. 1—3
Mijn bezwaar tegen Kuitert in verband met de eerste hoofdstukken van de bijbel is dat hij zich voor het verstaan hiervan geheel laat leiden door de resultaten van de moderne natuurwetenschap.
Daarmee zeg ik geen kwaad van die wetenschap. Men kan er zelfs diep respekt voor hebben. En evenmin kan men zonder meer op grond van de bijbel de resultaten van de moderne natuurwetenschap ontkennen. Dat heeft men vroeger wel gedaan en het gebeurt nog. Dan ziet men de wetenschap alleen maar als een goddeloos bedrijf, dat de bijbel ontkent en het geloof in de bijbel ondermijnt. Dat heeft die wetenschap ook wel gedaan, maar als zodanig hoeft dat niet. Er zijn onder de beoefenaars van de natuurwetenschap altijd gelovige mensen geweest, die dicht bij de bijbel leefden en ze zijn er nog. Het hangt er maar van af hoe men de natuurwetenschap beoefent, gelovig of ongelovig.
Soms kan de natuurwetenschap aanleiding zijn voor de vraag of een bepaald gedeelte van de bijbel niet anders moet worden verstaan dan vaak geschied is. Daar zijn uit het verleden voorbeelden van te geven. Maar uiteindelijk moet de Schrift zelf beslissen. Geen wetenschap, welke dan ook, bepaalt hoe de Schrift verstaan moet worden. De Schrift is haar eigen uitlegster en dat moet ze blijven.
Dat is mijn bezwaar tegen Kuitert, dat hij aan deze regel geen recht doet. Hij laat in geen enkel opzicht de Schrift zelf spreken, maar de natuurwetenschap is voor hem de beslissende instantie.
Zo zegt hij op blz. 25, dat de bijbelschrijver ons wel vertelt van de eerste mens Adam, die met zijn vrouw Eva in de hof van Eden leefde als eerste ouderpaar, maar dat hoe verder we vandaag in de geschiedenis teruggaan, we des te minder een eerste ouderpaar vinden in een hof van Eden. Integendeel, de oudste mensheid, die we op het spoor kunnen komen, blijkt een zeer primitieve mensheid te zijn, eerder een hordewezen dan een zo fijn besnaard menselijk wezen als de Adam uit Genesis, al zijn er dan bijbellezende christenen die met het al of niet bestaan van Adam en Eva even weinig moeite hebben als met het al of niet bestaan van het „uitspansel".
Kuitert zet hier Adam met het uitspansel op één lijn. Dat is natuurlijk onjuist. Het uitspansel behoorde tot de voorstellingswereld van die tijd en in Gen. 1 wordt gezegd, dat God alles heeft geschapen, dus ook het uitspansel. In de taal en de voorstellingswereld van die dagen wordt de schepping van de wereld door God in Gen. 1 verhaald. Dat is heel begrijpelijk. Wij vertalen het scheppingsverhaal in onze voorstellingswereld. Dat blijkt wel uit de wijze waarop vandaag dat woord uitspansel door velen wordt geëxegetiseerd.
Maar de persoon van Adam en de manier waarop hij door God geschapen werd behoren niet tot de wijze waarop men zich in die tijd de natuur voorstelde. Het gaat in Adam om de mens, die door God naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen is. En dat is heel wat anders. Wat Kuitert uit Gen. 1 overhoudt is eigenlijk alleen dat God de Schepper is. Maar wat betekent het dan dat God de mens naar Zijn beeld geschapen heeft? Behoort dat ook tot de voorstellingswereld en de kennisbagage van de toenmalige tijd? En behoort de val daar ook toe?
Op Kuiterts standpunt is voor een val van de mens als een werkelijk gebeuren in het begin van de mensheidgeschiedenis geen plaats.
Kuitert spreekt van het geloofsgetuigenis van de bijbelschrijver. Maar hebben we dan in Gen. 1—3 niet met openbaring te doen? Ik ontken niet de mogelijkheid dat we in deze hoofdstukken te doen hebben met een andere dan gewone wijze van geschiedbeschrijving en ik meen zelfs dat de hoofdstukken allerlei aanwijzingen bevatten dat we in deze richting moeten denken, maar dat betekent niet dat schepping en val behoren tot de voorstellingswereld van de bijbelschrijver of dat we eigenlijk een beschrijving krijgen van de zonde in elk mensenleven. Dan zou wat in elk mensenleven plaats heeft zijn teruggeprojekteerd aan het begin van de mensheidsgeschiedenis en zouden met name Gen. 2 en 3 niets anders geven dan het levensverhaal van iedereen.
Dat zou inhouden dat volgens de bijbelschrijver elk mens goed geboren wordt, maar daarna niet anders dan ongehoorzaamheid aan God voortbrengt. Dit is een gedachte die met de rest van de Schrift volkomen in tegenspraak is.
Het gaat in Gen. 1—3 over de schepping en de val van de mens en dat is iets anders dan over schepping en zonde.
Dat men de schepping van een eerste mens en zijn zondeval niet kan plaatsen in het raam, dat de resultaten van de natuurwetenschap ons bieden, mag er nooit toe leiden om van de Schrift dan maar zoveel te laten vallen, dat ze in dat raam gaat passen. Dan doet men de Schrift onrecht aan.
Het uitgangspunt van Kuitert deugt daarom niet, wanneer hij zegt dat we de wetenschap moeten gebruiken om te verstaan wat niet en wat wel de bedoeling van de bijbel is.
Er zullen vragen blijven. Maar het is beter dat er vragen blijven dan dat we aan het getuigenis van de Schrift tekort doen. Geen vreemde macht mag over haar heersen.

Romeinen 5
In dit hoofdstuk zet de apostel Paulus Adam en Christus tegenover elkaar. Gelijk het door de ene daad van Adams overtreding voor alle mensen tot veroordeling gekomen is, zo komt het door de ene daad van gerechtigheid van Christus voor alle mensen tot rechtvaardiging ten leven (vs. 18).
Paulus heeft het hier over de daad van Adam als eerste mens, waardoor deze in zonde viel en het gehele menselijke geslacht met hem als een werkelijk feit. Voor Paulus is het feit van Adams ongehoorzaamheid even reëel als het feit van de gehoorzaamheid van Christus. En nu wil ik niet zeggen, dat met een historische Adam het feit van Christus' werk staat en valt. Maar voor Paulus is er wel meer aan de orde dan slechts een „leermodel", zoals Kuitert daarvan spreekt. Leermodellen behoeven niet historisch te zijn om hun taak te kunnen vervullen, zegt Kuitert (blz. 28). Dat zal ook wel zo zijn. Maar voor Paulus is Adams val een reëel historisch gebeuren. Dat dit historisch moment voor hem heel wat minder belangrijk was dan voor ons, is een bewering van Kuitert die nergens op gegrond is. En dat Paulus met het Oude Testament omgaat zoals ook de rabbijnen dat deden, is ook niet waar.
Van Stempvoort heeft indertijd betoogd dat er in het Schriftgebruik van Paulus Joodse trekken zijn aan te wijzen, maar dat hij een geheel eigen weg gaat en dat juist het historische, met name het heilshistorische denken bij Paulus een fundamentele rol speelt.
Daarom maakt Kuitert zich van de historische Adam bij Paulus in Rom. 5 wel erg goedkoop af. Een veel dieper onderzoek naar het Schriftgebruik bij Paulus is nodig om als Kuitert konklusies te kunnen trekken.
Ik geef toe dat hier moeilijke vragen liggen, maar zoals Kuitert ze afdoet is beslist onvoldoende.
Ik houd nu met het boekje van Kuitert op. Er zou nog meer van te zeggen zijn. Maar het zou voor sommige Wekkerlezers te ver voeren.
Veel vragen waarmee Kuitert in zijn boekje bezig is acht ik legitiem. Maar met vele van zijn konklusies kan ik het niet eens zijn. Wat meer voorzichtigheid en bescheidenheid in zijn uitingen zou Kuitert sieren en de zaak zelf meer dienen. Nu brengt hij veel schade aan en het had, dacht ik, anders gekund.
Laat ik de volgende maal iets mogen zeggen over het boekje van Lever.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1969

De Wekker | 8 Pagina's

De Bijbel en haar verstaan (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1969

De Wekker | 8 Pagina's