Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huwelijk en echtscheiding (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huwelijk en echtscheiding (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is bepaald een originele gedachte van de redactie van „De Wekker" geweest, over het onderhavige onderwerp nu eens niet te laten schrijven door een huwelijksbevestiger, maar door een huwelijksvoltrekker. Predikanten krijgen immers slechts met een beperkt aantal huwelijken te maken, t.w. de huwelijken die kerkelijk worden bevestigd; een ambtenaar van de burgerlijke stand daarentegen ziet alle bruidsparen voor zijn tafel verschijnen.
Beiden hebben gemeen, dat zij zonder blozen tegen derden kunnen zeggen, dat zij moeten trouwen. Het „moeten" van de ambtenaar van de burgerlijke stand berust echter op een wettelijke verplichting! dat van de predikant is niet meer dan het voldoen aan een verzoek van een bruidspaar, dat ook zou kunnen worden geweigerd.
De bevestiger is overigens afhankelijk van de voltrekker. Onze wetgeving stelt strafbaar (maximum boete ƒ 600,—!) de geestelijke die een huwelijk bevestigt zonder dat het bruidspaar hem heeft aangetoond, dat de ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijk reeds heeft voltrokken. De Overheid gaat vóór de Kerk, althans in ons land. Niettemin schijnen velen de bevestiging belangrijker te vinden dan de voltrekking. Men spreekt dan van het halen van een trouwbriefje op het gemeentehuis, waarna in de kerk de „overtrouw" plaatsvindt. Hier werkt waarschijnlijk nog een brok Roomse zuurdesem na, terwijl ik me niet aan de indruk kan onttrekken, dat ook door de predikanten aan de kerkelijke bevestiging een te ceremonieel karakter wordt gegeven door het verrichten van allerlei plechtig aandoende handelingen zoals het verwisselen van ringen e.d.
Het zware accent dat de huwelijksbevestiging heeft gekregen. Is mede te wijten aan het feit dat zij is uitgeheven boven de normale ontmoeting tussen God en Zijn gemeente, zoals die des Zondags plaatsvindt. De „vroegdoop" moge er uit zijn, de „vroegbevestiging" leidt een veel te taai leven. Niemand denkt er over terstond na de geboorte van een kind bij de kerkeraad een doopdienst midden in de week aan te vragen, maar na een huwelijkssluiting vermag het bruidspaar geen dag, ja zelfs geen uur te wachten. Men ijlt van het gemeentehuis naar de kerk, zodat de kerkeraad zich genoopt ziet, op elke willekeurige door een bruidspaar uitgekozen werkdag een kerkdienst te beleggen. Voor een predikant zorgt het bruidspaar meestal zelf wél; kerkeraadsleden moeten zich maar zien vrij te maken — meestal is er dan wel een gepensioneerde broeder die in z'n eentje als kerkeraad optreedt. „De" gemeente is nergens, zozeer nergens, dat de organist voor zijn aanwezigheid zelfs wordt betaald, zijnde dit soort kerkdiensten in sommige gemeenten de enige waarin hij voor zijn optreden een honorarium ontvangt. Zijn muzikale kennis, verworven door een kostbare opleiding, speelt natuurlijk geen enkele rol: bij alle andere door de kerkeraad uitgeschreven diensten, ook door-de-weekse bid- en dankstonden, wordt hij geacht aanwezig te zijn en gratis spel te leveren. Voor het overige worden de voorste banken bezet door enkele familieleden en kennissen, die moeten doorgaan voor „Gods heilige gemeente", te welker overstaan het bruidspaar zijn beloften moet afleggen. Deze hele opvoering — want daarop gaat het meestentijds lijken — zou kunnen worden vermeden, als men rustig de eerstvolgende zondag afwachtte — de organist speelt dan bovendien weer gratis! — en het huwelijk liet bevestigen in een normale dienst temidden van de eigen gemeente.
Uit het voorgaande is al gebleken, dat schrijver dezes als ambtenaar van de burgerlijke stand het huwelijksceremonieel met enige scepsis benadert. Vergeef hem, dat hij ambtelijk wel gelooft in „een" huwelijk, maar nauwelijks meer — behalve voor wat zijn eigen huwelijk betreft — in „het" huwelijk. Hij heeft huwelijken moeten voltrekken, waarvan de scheiding voor hem al bij voorbaat vaststond. Hij heeft jongelui getrouwd, mulo-leerlingen nog, waarbij hij in zijn toespraak trachtte hen op de ernst van het huwelijk te wijzen, maar waarbij hij tenslotte met een variant op het doopsformulier moest verzuchten: hoewel onze kinderen deze dingen niet verstaan, zo mag men ze nochtans van het huwelijk niet uitsluiten.
De ambtenaar moét trouwen. Onze wetgeving gaar er terecht van uit, dat het huwelijk door de huwenden zelf wordt gesloten doordat zij elkander liefde en trouw beloven. De Overheid bemoeit zich niet met het huwelijk: zij gaat zich niet afvragen, of de huwenden geestelijk, lichamelijk of sociaal wel bij elkaar passen (al heeft de ambtenaar daarover inwendig wel eens twijfels). Mijn bezwaar tegen de Zuid-Afrikaanse wetgeving is, dat die zich wel bemoeit met de vrije keuze van een levenspartner door een huwelijk tussen blanken en niet-blanken niet toe te staan. Daarmee betreedt de Overheid een terrein waarop zij niet competent is.
Voor de predikant ligt het anders. Hij kan de pastorale taak hebben, b.v. een gemengd huwelijk te ontraden. Een kerkeraad zou zelfs kunnen weigeren, een huwelijk te laten bevestigen, als hij de vaste overtuiging heeft, dat het b.v. uitsluitend op financiële gronden is gesloten en de beantwoording van de formuliervragen op een leugen moet uitlopen.
De Overheid bemoeit zich alleen met het huwelijk vanwege deszelfs burgerrechtelijke en erfrechtelijke gevolgen. Dat bezig houden bestaat in het officieel registreren van het huwelijk in een door de huwenden, hun getuigen en de Overheid ondertekende acte, waarin wordt vastgelegd, dat de huwenden elkaar als echtgenoten aanvaarden en de daaraan verbonden verplichtingen op zich nemen. Of ze van elkaar houden, speelt geen enkele rol. Elke Xantippe kan met elke Blauwbaard in de echt worden verbonden, al straalt de wederzijdse haat en afkeer uit hun ogen. De Overheid volstaat met registreren.
Dat wil niet zeggen, dat de Overheid niet enkele eisen stelt waaraan men moet voldoen om voor registratie van het huwelijk in aanmerking te komen. Die eisen liggen echter buiten het wezen van het huwelijk. Zij betreffen de monogamie (één man mag slechts met één vrouw huwen), de wederzijdse vrije toestemming, het bereikt hebben van een bepaalde miniumleeftijd (voor de jongen 18, voor het meisje 16 jaar; beneden die leeftijd kan nauwelijks van een verantwoorde wilsuiting worden gesproken), een niet te nauwe bloed- of aanverwantschap (in verband met het voorkomen van strafbare bloedschande) en de toestemming der ouders voor minderjarigen. In het stellen van deze laatste eis erkent de Overheid het ouderlijk gezag en de eenheid van het gezin. Weliswaar wordt de ouderlijke toestemming ook geëist van meerderjarigen tot dertig jaar, doch hier is geen sprake van dwingend recht, omdat de tussenkomst van de kantonrechter een weigering illusoir maakt.
De Kerk houdt zich wel bezig met het wezen van het huwelijk. Voor haar is het huwelijk een Goddelijke instelling en alvorens zij een huwelijk bevestigt, gaat zij na, of aan het wezen van een huwelijk is voldaan. Daarom vraagt zij aan de gehuwden, of zij elkaar liefhebben. Zulk een vraag zou de Overheid niet passen.
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn geworden, dat de Overheid 'het huwelijk anders beschouwt dan de Kerk; dat de Overheid slechts uitwendige eisen stelt en vervolgens volstaat met registreren; dat echter de Kerk zich geplaatst ziet voor een heilige instelling en die dan ook als zodanig benadert.
De vraag is nu, welke gevolgen een en ander heeft voor de echtscheiding.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1969

De Wekker | 8 Pagina's

Huwelijk en echtscheiding (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1969

De Wekker | 8 Pagina's