Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goddelijke gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goddelijke gerechtigheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„ . . . zo gaf hen de Heere in de hand der Midianieten, zeven jaren" Richteren 6: 1

Is er verband tussen schuld en straf? Wie zal het ontkennen.
Trekken wij die conclusie altijd? Dat mogen we niet.
We kunnen toch niet zeggen dat, wanneer iemand leed en druk treft, hij vanzelfsprekend een groot zondaar moet zijn.
Wordt dat nooit gezegd? U weet beter.
Je hebt mensen die alleen maar rechtlijnig redeneren en een bepaalde zaak altijd „kloppend" kunnen maken voor het verstand.
Ze zijn familie van de vrienden van Job en van de Farizeeën uit Jezus' dagen.
En dat dacht u van de discipelen?
Och, we nemen ze het niet kwalijk, het waren kinderen van hun tijd en ze zaten nog zo gevangen in het Oosterse vergeldingsgeloof.
Lichamelijke ellende beschouwde men als straf voor een bepaalde zonde: „er is geen lijden zonder schuld".
„Rabbi, wie heeft er gezondigd, zodat deze man blindgeboren is? Hij of z'n ouders?"
U weet het antwoord van Jezus. Hij wijst hier de wet van oorzaak en gevolg af. De werken Gods moesten aan deze mens geopenbaard worden.
De problemen van lijden en zonde liggen niet zo eenvoudig.
De grote lijder uit het land Uz — godvruchtig — en vele psalmisten geven daaraan getuigenis. Wat mysterievolle raadsels...!
Maar toch — op de één of andere manier (niet altijd even duidelijk) legt de Bijbel verband tussen ellende en zonde.
Ja, zo in 't algemeen kunt u zeggen: natuurlijk, het derde hoofdstuk van Genesis leert ons duidelijk genoeg, waaróm en dát we in een gebroken wereld leven.
Waren er geen zonden er. . . Legt God Zelf niet duidelijk dat verband?
Golgotha!!"
Doch ook in bepaalde gevallen wijst de Bijbel duidelijk het verband aan tussen schuld en straf. Zo in bovenstaande tekst, die bedoeld is als een soort inleiding als achtergrond van wat er verder verteld wordt.
Hier wordt direct verband gelegd tussen schuld en ellende.
De schuld is Israëls afval van God, het kwaad dat ze doen in de ogen des Heeren; en de ellende is de overheersing van de Midianieten, de broodrovers.
Die ellende behoefde voor Israël geen raadsel te zijn.
Toch was het dat wel. Ze begrepen er niets van, waarom zij in zo grote druk zaten. Zelfs als straks de Engel des Heeren Gideon toespreekt, blijkt dat. Op het woord van de Engel „de Heere is met u" reageert Gideon: „zo de Heere met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren?
Nee, men was zich niet van bepaalde zondenbewust. Blijkbaar was het „kwaad" in de ogen des Heeren zó algemeen, dat niemand er wat in zag.
Toe maar! Menen het volk des Heeren te zijn en intussen je buigen bij de altaren van Baäl. Een oude methode van „godsdienst" die het vandaag de dag nog „doet". (moet u verder over nadenken, misschien valt er bij u nog wat te ontdekken en te corrigeren).
Nu zou het met het Israëlitische volk spoedig gedaan zijn, wanneer er in de wereld niet anders zou zijn dan de wet van oorzaak en gevolg.
Maar Israël is het volk van het Verbond. En de God van het Verbond is die God, van Wien geschreven staat, dat Hij trouw houdt tot in eeuwigheid en nooit laat varen de werken Zijn handen.
God houdt Zijn volk vast. De andere volken rondom Israël, die de afgoden dienden, liet God op hun eigen wegen wandelen.
Maar als Israël door een valse eredienst wordt meegezogen op de weg van het heidendom, moet God toornen. Dan legt Hij Zijn gesel over hun leven.
Wie Gods geboden niet horen wil, moet ze dan maar voelen.
God geeft maar niet alleen aanschouwelijk onderwijs. God geeft ook handtastelijk onderwijs. God roept een horde Midianieten, een vrijgevochte bende, die zeven jaren lang het leven voor Israël ondragelijk maakt.
Dat is barmhartigheid van God. Die straf is een zegen. God is met Israël bezig ten goede. Hij heeft geen lust tot tuchtiging, maar Israël moet weer terug naar God. Dat is het doel. „Dien de Heere liefheeft kastijdt Hij en Hij geselt een iegelijk zoon die Hij aanneemt". En de psalm zegt: „Welzalig de man die Gij kastijdt, Heere". Als de Heere ons niet meer straft om onze zonden, als we in verkeerde dingen kunnen voortleven, zonder dat de Heere ons tegenkomt, dan hebben we echt wel te vrezen.
Weelde en voorspoed kunnen een oordeel zijn.
Op zichzelf is er natuurlijk niets „welzaligs" in als de Heere een mens alleen maar kastijdt. Dan zou immers de kastijding geen kastijding zijn.
Alle kastijding, wanneer men die ondergaat, is geen zaak van vreugde, maar van droefheid.
't Is genade als we ons er door laten onderwijzen en de Heere er in opmerken.
Het kan wel eens lang duren eer we daar zijn. Bij Israël duurde het zeven jaren. Na al die jaren van God-vergeten komt het: „toen riepen de kinderen Israëls tot den Heere vanwege de Midianieten". 't Is nog wel niet het rechte roepen, 't is nog niet een roepen „vanwege hun zonden". Maar toch is dit het begin van de verlossing. De Heere hoorde het roepen van de ellendigen en ontfermde Zich.
Als we de Heere opmerken in de tuchtiging dan wordt het smartelijke er van gevoeld en gaan we weten dat de beproeving gezonden is om het een of ander inwonend bederf er onder te houden of een afwijking te bestraffen.
Beproeving die door de Geest van God wordt geheiligd, wekt verootmoediging. Dan gevoelen we daarin ook de liefde van God, die ons tegenkwam.
De tuchtiging komt uit Gods liefhebbend hart. Het is verdrukking om te behouden.

Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden,
Noch eeuwiglijk Zijn gramschap hen doen lijden;
Hij is het die ons Zijne vriendschap biedt.

Dat wordt geleerd. Dat wordt ervaren. Dan wordt beleden: 't Is goed voor mij, verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus Uw Goddelijk recht zou leren.
Weet u van deze dingen?
De zaligheid van de beproeving komt uit in het resultaat, dat achteraan komt.
Dan wordt het leven weer nieuw. Nieuw met God.
Door de Goddelijke barmhartigheid.

Rotterdam-O., De Joode

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's

Goddelijke gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's