Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hogeschool en toekomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hogeschool en toekomst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezelfde opdracht
In enkele artikelen in dit nummer is onze Hogeschool bezien naar wat ze was in het verleden.
In dit artikel willen we vooruitzien.
Dat is natuurlijk een moeilijke zaak. Want een mens kan maar heel weinig vooruitzien.
Er worden in onze tijd voortdurend prognoses gemaakt voor een lange tijd, die echter al heel spoedig moeten worden herzien, omdat ze onjuist blijken te zijn. Economisten en sociologen worden steeds voorzichtiger met hun toekomstvoorspellingen.
Maar toch is vooruitzien nodig, al moet men daarbij steeds wel veel bescheidenheid beoefenen en zich diep bewust zijn van eigen menselijke kortzichtigheid.
Geen mens weet hoe het in de toekomst met onze Hogeschool zal gaan. Maar het is ons vurig bidden en hopen, dat God haar evenals dat in het verleden het geval mocht zijn ook in de toekomst voor de kerken en daarbuiten tot een zegen stellen wil.
Maar dat kan alleen als onze Hogeschool getrouw blijft aan haar opdracht. En die opdracht is het bewaren van het Woord Gods.
Dat was een prachtig getuigenis dat de Koning der kerk eens gaf aan de gemeente van Philadelphia, toen Hij zei: Gij hebt Mijn Woord bewaard (Openb. 3:8).
Dat Woord bewaren betekent daarvoor pal staan. En dat betekent strijden, staan aan het front.
Om dat Woord Gods ging het bij de Afscheiding in 1834. Daarom ging het ook bij de oprichting van de Theologische School in Kampen in 1854. En om datzelfde Woord ging het ook in 1892 en bij de oprichting van de Theologische School in 1894. Dat was geen kerkje-spelen of schooltje-spelen, zoals wel eens smadelijk is gezegd, maar het ging om het Woord Gods. Men was overtuigd, dat het Woord Gods en de bediening van dat Woord in de kerken niet mag overheerst worden door menselijke schema's en denkconstructies.
Dat gevaar was er toen, is er nu en dat gevaar is er altijd. Dat gevaar bepaalt heel de geschiedenis van kerk en theologie.
En het Woord Gods bewaren is strijden tegen dat gevaar. Niet dat de waarachtigheid van het Woord Gods afhankelijk is van onze trouw en onze strijd. Het Woord Gods zal de eeuwen door temidden van alle afval en ongeloof zichzelf handhaven als het Woord dat waarachtig is en eeuwig blijft.
Maar kerk en theologie zijn geroepen om dat waarachtig en eeuwig blijvende Woord van God in deze wereld als een banier op te heffen.
Dat Woord bewaren betekent dat Woord handhaven tegen alle bestrijding en dwaalleer in.
En we kunnen er zeker van zijn, dat die strijd, die alle eeuwen door is gestreden moeten worden, in de toekomst blijven zal en misschien wel zal toenemen.
En in die strijd hoort een theologische hogeschool vooraan te staan.

Zware verantwoordelijkheid
Dat brengt een zware verantwoordelijkheid met zich mee.
Een theologische hogeschool is een hogeschool waaraan theologie bedreven wordt. En theologie is de wetenschap, die zich bezig houdt met de openbaring van God in Zijn Woord.
Het spreekt vanzelf dat die theologie zich dan ook door niets anders dan door die openbaring van God mag laten leiden. Haar opdracht is telkens weer te vragen wat de Here zegt.
Aan onze Theologische Hogeschool wordt de theologie bedreven met het praktische doel dienaren des Woords op te leiden voor de kerken.
Sinds onze laatste synode wordt die taak zelfs iets breder gezien. En terecht. Theologie is niet alleen een zaak van predikanten. Iedere christen moet iets hebben van een theoloog. Want iedere christen moet de begeerte hebben om het Woord van God zo goed mogelijk te verstaan. We moeten ook als gewone christenen telkens weer leven uit de rijkdommen van dat Woord. En het is verblijdend ook onder gemeenteleden telkens een grote belangstelling voor theologie en theologische onderwerpen te ontmoeten. Natuurlijk is er op dit gebied ook veel dilettantisme en er wordt vaak oppervlakkig en zonder voldoende kennis over de zaken gesproken. Maar er is ook ware belangstelling en werkelijke begeerte om te leren. En het zou fijn zijn, wanneer onze Theologische Hogeschool in de toekomst ook hierbij meer van dienst zou kunnen zijn.
Maar het primaire doel van onze Hogeschool zal ook in de toekomst moeten blijven de opleiding van dienaren des Woords.
De naam dienaar des Woords zegt reeds, dat hij het Woord moet dienen. Dat betekent een voortdurend luisteren naar dat Woord. Oude en nieuwe dingen opdiepen uit dat Woord. Want er zijn in dat Woord nog zoveel nieuwe dingen. Daarin zijn zo oneindig veel schatten en rijkdommen, waarvan we nog zo weinig hebben gezien.
Sommigen denken, dat ze van dat Woord alles weten. Ze hebben het om zo te zeggen voor zichzelf in kaart gebracht en dat wordt telkens weer gerepeteerd. Maar de nieuwe dingen blijven weg.
Predikanten moeten dienaren van het Woord zijn, altijd weer putten uit dat rijke Woord van God. En daar wil onze Theologische Hogeschool primair leiding aan geven.
Bij het onderzoek van dat Woord kan het verleden ons rijke diensten bewijzen. Veel kunnen we leren van de theologie, zoals die door onze vaderen is bedreven. Maar we moeten natuurlijk nooit vergeten, dat ook hun theologie heeft samengehangen met een bepaalde tijd en met vragen van een bepaalde tijd. We mogen theologie nooit vereenzelvigen met de openbaring van God Zelf. Theologie is, hoe gelovig en gehoorzaam ook, een menselijke bezigheid. En er kleeft altijd menselijke kortzichtigheid en menselijke dwaling aan. Daarom moet er een blijvend onderzoek van het Woord Gods zijn. We moeten als theologen altijd weer bereid zijn om ons door het Woord van God te laten bekritiseren. Maar dan ook door niets anders dan door het Woord van God.
De vragen, waarvoor de theologie vandaag en in de toekomst is gesteld of zal gesteld zijn, zijn in veel opzichten ook anders dan vroeger. We leven in een nieuwe wereld. We kunnen onze ogen daarvoor sluiten en theologiseren alsof we nog in de oude wereld leven. Maar dat betekent, dat we ongehoorzaam zijn aan de opdracht, die ons gegeven is. We worden geroepen het Woord van God uit te dragen in en door te denken voor de wereld waarin wij thans leven.
We geloven, dat het Woord van God een boodschap heeft voor alle eeuwen en voor alle vragen. Maar dan zullen we die ook om Gods wil en met Gods hulp in de wereld waarin we leven moeten zoeken te concretiseren.
Dat is een zware opdracht en een zware verantwoordelijkheid.

Nieuwe vragen en het oude Woord
Die verantwoordelijkheid is en blijft, dat we de wereld niets anders dan het Woord Gods mogen doen horen.
We zien in onze tijd zoveel een ombuigen van het Woord van God naar de eisen van de tijd. Dat mag nooit. Dan wordt het Woord Gods krachteloos en geesteloos gemaakt.
Wel kunnen allerlei moderne vragen aanleiding zijn, dat we het Woord Gods opnieuw gaan onderzoeken. Het is niet onmogelijk dat in de toekomst oude opvattingen en theorieƫn moeten worden losgelaten.
Het Woord Gods bewaren, conserveren mag nooit geen conservatisme betekenen! Conservatisme is het conserveren van het oude omdat het oud is, ook al past het niet meer bij de eigen tijd. Dan dreigt de theologie een fossiel uit vroegere tijden te worden in de nieuwe tijd.
Theologie moet de confrontatie zijn van het Woord Gods met de eigen tijd. Dat is een van de geweldige dingen geweest van de theologie der reformatie. Zij was bijbelse theologie, theologie die niets anders wilde zijn dan doordenking en vertolking van het Woord. Maar zij deed dat in confrontatie met de vragen van die tijd.
We gaan een moeilijke tijd tegemoet, waarin de Hogeschool een zware taak te vervullen heeft. Opleiding van dienaren des Woords in de tijd van nu en straks. Theologisch bezig zijn met de vragen van thans en van de tijd die komt.
Misschien zal de Hogeschool in haar worsteling met de vragen van nu niet steeds door ieder worden verstaan.
Maar laat het vertrouwen niet geschaad worden.
Wat ook in de toekomst nodig is, dat is een biddende kerk. Allen hebben we de leiding van Gods Geest bijzonder nodig. En heel bijzonder hebben we die nodig aan onze Hogeschool, opdat die Geest ons. in alle waarheid lelde.
Ook bij de nieuwe vragen gaat het om het oude Woord.
Maar laten we nooit vergeten, dat dat oude Woord ook altijd nieuw is.
Zo is er voor onze Hogeschool, als God het wil, nog een machtige taak.
En moge God in de toekomst onze Hogeschool tot die taak getrouw maken en bekwamen.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's

Hogeschool en toekomst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's