Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verlorene gezocht (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verlorene gezocht (5)

Gaat dat zo maar?!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maai hij weid boos en wilde niet naar binnen gaan. Doch nu die zoon van u gekomen is . . . hebt gij voor hem het gemeste kalf geslacht. Lukas 15:28a, 30.

Verloren te zijn door eigen schuld in een ver land is erg.
Tot zichzelf te komen en schuldbelijdend terug te keren naar huis, is de weg tot behoud. Te ervaren dat vader nog een open hart heeft voor een schuldige en wie het niet verdiend heeft weer aanneemt als kind, is rijk.
Maar wie voor dit alles geen oog heeft en wiens hart niet meetrilt van vreugde, wie koppig wordt en alleen maar smalend zeggen kan: „nu die zoon van u gekomen is" — en dat over zijn bloedeigen broer — blijkt voor de behoudenis van het verlorene geen oog, geen oor en geen hart te hebben.
Hij vraagt: moet voor de terugkeer van zo'n slampamper de hele rustige werkorde van de boerderij omgekeerd worden? Moet daarvoor het gemeste kalf geslacht worden, dat alleen voor heel bijzondere gelegenheden achter de hand gehouden werd?
Gaat dat zo maar?
Nee, daar kan de oudste zoon in de gelijkenis niet bij. En hij steekt het niet onder stoelen of banken. Binnen gaan? Geen denken aan; hij zou het niet kunnen zien
Maar daarin blijkt dat de oudste zoon van vader ook een „verloren" zoon is. Hij heeft geen kinderhart en verstaat de liefde van het vaderhart niet.
En dat ondanks het feit dat hij altijd thuis bleef. Ver weg verloren is erg, maar thuis verloren is minstens zo erg.
Met kleine, scherpe trekken tekent de gelijkenis de gesteldheid van de oudste zoon.
Hij is een echte werk-ezel. Bij de knechten voelt hij zich thuis. Voor vaders goed leeft hij, het zou straks het zijne worden. Eigenlijk werkt hij voor zichzelf. Hij is Wel thuis gebleven, maar er ligt een afstand tussen hem en vader. Hij informeert bij de slaven wat er aan de hand is in huis, als hij het gedruis van de vrolijkheid hoort.
Zijn jongste broer had hij afgeschreven. Uw zoon, noemt hij hem tegenover zijn vader. Uw goed is er doorgebracht zegt hij tegen zijn vader. Straks krijgen we nog een nieuw erfenis-conflict. Vaders hart zegt hem niets; hij vraagt alleen wat zijn handen geven.
Met welgevallen trapt hij zijn broer omlaag: uw goed heeft hij met hoeren doorgebracht. Heeft vader er geen oog voor hoe hij altijd geweest is: werken, werken maar. Nooit een beloning; zelfs geen bokje. Het hoeft ook niet, hij kan wel wachten totdat hij alles krijgt.
Maar nu, zo maar het gemeste kalf slachten, als een doorbrenger thuis komt en dan blij zijn, waar lijkt dat op? Is dat recht, is dat loon? Gaat dat zomaar? Is dat niet alles op zijn kop gezet? Wie kan daar nu bij?
Ja, hier is inderdaad een andere lijn dan de logische redenering. Het ene kan hier niet zonder meer uit het andere afgeleid worden.
De liefde, de ontferming, de barmhartigheid, de vergeving vloeien nooit voort uit wat wij zijn of doen. Zij komen uit God en strijden met wat wij verdiend hadden; zij openbaren alleen welk een hart Vader heeft. Wat Hij doet kan nooit vanuit ons beredeneerd worden, dan klopt het niet. Dan blijft de vraag: Gaat dat zo maar?
Wat genade doet is nimmer met de maatstaf van het loon te meten. Gods feest met zondaren, die klein werden en alle recht verloren, is geen tractementsdag, waar Gods hand opengaat en loon naar werken geeft, het is de testamentdag waar Gods hart opengaat en genade triumfeert over schuld.
Wie dat niet verstaat kan het feestgedruis niet verdragen. Hij blijft zitten met de vraag: Gaat dat zo maar?
Alleen wie genade als door God zelf bedachte, bewerkte en gegeven verhouding, leert kennen dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren, kent iets van het feest der genade.
Wie de maatstaf van het loon kiest en daarbij wil volharden zal daarnaar behandeld worden en ontvangt het loon der zonde dat de dood is.
De genadegift Gods is het eeuwige leven en vrede door Jezus Christus onzen Here. En in deze alles te bovengaande nieuwe werkelijkheid uit God schuilt de feestmuziek voor het feest des heils.
Alle eeuwen door heeft de behoudenis van het verlorene de ergernis opgeroepen. En dat zal het blijven doen.
Het is de grote strijd rondom het evangelie voor verlorenen gebleven, alle eeuwen door, want de mens, u en ik, wil niet van onverdiende genade leven. En hij kan er ook niet blij om zijn dat het maar zo gaat n.l. door genade alleen.
Gelukkig, die. zich daaraan niet stoot maar daarvan zijn verwachting heeft.
U ook?

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Het verlorene gezocht (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 februari 1970

De Wekker | 8 Pagina's