Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Getuigen van de Opstanding (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getuigen van de Opstanding (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrouwen
Paasfeest is het feest van de opstanding van onze Heiland Jezus Christus.
Wij mogen weten, dat kruis en dood niet het laatste zijn geweest. Hij is opgestaan uit de dood en Hij leeft. We hebben geen dode, maar een levende Jezus.
Wij weten dat op grond van de paasboodschap, die ons in de bijbel wordt meegedeeld. En de waarheid van deze boodschap is door vele getuigen bevestigd.
Een getuige is iemand, die een bepaalde gebeurtenis persoonlijk heeft meegemaakt en later door zijn getuigenis de waarheid daarvan bevestigen kan.
Een huwelijk wordt gesloten in aanwezigheid van getuigen, die op grond daarvan verklaren dat het huwelijk inderdaad gesloten is.
Een notariële akte wordt verleden voor een notaris in tegenwoordigheid van getuigen om het feit daarvan te bevestigen. Een rechter kan getuigen oproepen, die een gebeurtenis met eigen ogen hebben gezien om te verklaren dat die gebeurtenis in waarheid heeft plaatsgehad.
Zo heeft Christus gezorgd voor getuigen van zijn opstanding.
Niet in deze zin dat mensen aanwezig zijn geweest, toen Hij in de vroege paasmorgen opstond uit de dood en het graf verliet. Daar zijn alleen engelen bij tegenwoordig geweest, die als eersten hun opwachting bij de Paasvorst gemaakt hebben.
Maar wel in deze zin, dat mensen met eigen ogen het lege graf en — wat meer zegt — met eigen ogen de levende Heiland hebben gezien.
Daarom heeft Jezus na Zijn opstanding Zich met vele kentekenen levend vertoond aan zijn discipelen (Hand. 1:3).
Zij waren getuige geweest van Zijn lijden en Zijn dood aan het kruis. Ze hadden er vlak bijgestaan.
Johannes had gezien hoe een Romeinse soldaat een speer stak door de zij van Jezus, zodat er bloed en water uitkwam. En hij schrijft dat hij er van getuigd heeft en dat zijn getuigenis waarachtig is (Joh. 19:34v.).
Maar de apostelen moeten niet alleen getuigen zijn van de dood van Jezus, ook van zijn opstanding. En daarom heeft Jezus zich aan hen als de Opgestane geopenbaard.
Zijn werk op aarde was na Zijn opstanding gereed en Hij had van het graf terstond naar de hemel kunnen heenvaren. Maar dan was het feit van zijn opstanding onbekend gebleven. En bij dat feit moet de kerk in de toekomst juist leven. En daarom heeft Jezus na Zijn opstanding Zich aan Zijn discipelen vertoond. Ze hebben Hem met eigen ogen gezien. En zo zijn ze getuigen geworden van Zijn opstanding. Ze zijn er persoonlijk bij betrokken geweest en hebben getuigd uit eigen ervaring.
Johannes schrijft later: Wat wij gezien hebben met onze eigen ogen, dat getuigen en verkondigen wij (1 Joh. 1:1v.).
In de wet van Mozes staat, dat op de verklaring van twee of drie getuigen een zaak zal vast staan (Deut. 19:15). Maar de opstanding van Christus staat vast op het getuigenis van veel meer getuigen. Via getuigen, die hebben gehoord met eigen oor en hebben gezien met hun eigen oog is de boodschap van de levende Heiland tot ons gekomen.

Het is opmerkelijk dat de eerste getuigen van de opstanding van Christus vrouwen zijn geweest.
Zij waren in de vroege morgen van de eerste dag der week na de dood van Jezus naar het graf gegaan om Zijn lichaam te balsemen. Maar bij het graf gekomen konden ze hun specerijen allemaal weggooien. Want er was een engel, die tegen hen zei: Ik weet, dat jullie Jezus zoekt de gekruisigde. Maar Hij is hier niet, Hij is opgewekt. Jezus is niet dood, maar Hij leeft.
En toen liet de engel hun de plaats zien waar Jezus had gelegen.
Maar tegelijk zei die engel tegen hen dat ze nu de blijde boodschap niet voor zichzelf moesten houden. Zij moesten die doorvertellen, eerst aan de discipelen. Want die moesten het in de eerste plaats weten. Want die zouden het weer aan anderen moeten doorvertellen.
De eerste getuigen van de opstanding van Jezus zijn vrouwen geweest.
Ze hebben met eigen ogen het lege graf gezien.
En kort daarop is de Heiland Zelf aan hen verschenen.
Ze hebben met hun eigen ogen de opgestane Heer gezien. En ze hebben getuigd van wat ze hebben gezien.
De paasboodschap is verkondigd door ooggetuigen.
Eigenaardig dat de vrouwen de eersten waren. Niet de discipelen, de mannen, maar de vrouwen.
Het getuigenis van deze vrouwen is aanvankelijk door de mannen niet hoog aangeslagen.
De Emmaüsgangers spreken er nog al laatdunkend over (Luk. 23:23). De boodschap van de vrouwen heeft hen wel ontsteld, maar niet vertroost. Geloofd hebben zij ze niet.
Slaan we de vrouwen in de verkondiging van het evangelie nog te laag aan?
Toch zijn de vrouwen de eerste getuigen van het paasfeit geweest.
Maar zij zijn de enige getuigen niet geweest.
Het moet voor alle eeuwen vast en zeker zijn: De Here is waarlijk opgestaan.
In de waarachtigheid van de opstanding van Christus ligt het heil van Zijn kerk. We hebben een levende Heiland.
En daarom zal een ieder, die in Hem gelooft, niet beschaamd worden. Hij leeft, opdat wij met Hem leven.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Getuigen van de Opstanding (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1970

De Wekker | 8 Pagina's