Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevrijdingsherdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevrijdingsherdenking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

We gaan herdenken dat het een kwart eeuw geleden is sinds we bevrijd werden van de duitse heerschappij, die 10 mei 1940 zich in ons kleine land begon te vestigen, toen Hitler ons de oorlog presenteerde.

Zin van de herdenking?
Heeft het zin om dit feit te herdenken? Van alle kanten wordt deze vraag gesteld. Het is duidelijk waarom: we leven snel en de herinnering vervaagt; de jonge generatie weet niet wat de donkere oorlogsjaren hebben betekend; erger: de oudere generatie heeft gefaald om duidelijk te maken welke voorrechten door de bevrijding zijn verworven; niet het verleden, maar het heden heeft de aandacht en in dat heden is onderdrukking en discriminatie aan de orde. Het leed van de oorlogsjaren spreekt niet meer aan, nu wij zelf doordat de wereld kleiner is geworden, dagelijks worden geconfronteerd met de nood en ellende van duizenden medemensen.
Dit alles is begrijpelijk. Het bepaalt in ieder geval de wijze waarop we de bevrijding herdenken. Trouwens herdenken heeft alleen zin als het feit van het verleden aanspreekt in het heden. Alleen als we aan de geschiedenis kracht en inspiratie kunnen ontlenen voor het heden, zullen we kunnen herdenken.
Het heeft zin om de bevrijding te herdenken na 25 jaar, ook al is de herinnering aan die verschrikkelijke tijd verbleekt omdat een golf van welvaart sindsdien over ons volk is gespoeld en de jeugd niet meer kan begrijpen welke ontberingen in die jaren zijn geleden.
Als kerken mogen we na een kwart eeuw opnieuw de Here danken voor het feit dat we in vrijheid kerk konden zijn. Zijn daden mogen we niet vergeten. Het zal daarbij duidelijk gemaakt moeten worden dat het Nationaal-Socialisme een ernstige bedreiging was voor onze geestelijke vrijheid. De anti-christelijke trekken van dit stelsel hebben ons geleerd waar het met de wereld heengaat, als een dergelijke wereld- en mensbeschouwing de overhand heeft. Of weten we dat niet meer? En zegt ons dat niets meer en staan we daarom heel gemakkelijk open voor andere geestelijke machten, die het volksleven ondermijnen? Dan zou blijken dat we niets hebben geleerd. Reden temeer om goed te herdenken.

De oorlogstijd
Het is straks dertig jaar geleden sinds de Duitsers in de vroege morgen van de 10e mei — vrijdag voor Pinksteren — ons land binnenvlogen en binnenvielen. Dat was een enorme klap voor ons volk. Het betekende het einde van een lange periode van vrede en neutraliteit, meer dan een eeuw lang.
De boeken van dr. L. de Jong hebben ons opnieuw duidelijk gemaakt hoe volk en regering ziende blind zijn geweest en de dreigende gevaren niet hebben onderkend. Gegronde waarschuwingen zijn in de wind geslagen. Men wilde niet gealarmeerd worden, maar in rust en vrede verder leven, in dit hoekje van Europa. Wie zou het trouwens wagen om ons landje aan te vallen? Het lijkt op de gerustheid van de mens van alle tijden, die niet door God gewaarschuwd wil worden, maar zorgeloos voortleeft, totdat . . . het gericht, het einde komt.
De 10e mei was een diep ingrijpende datum: een periode werd onherroepelijk afgesloten en een nieuwe periode, een nieuwe tijd begon,
Nederland werd wakker geschud uit „de slaap des gerusten" en heeft het in vijf bange jaren geweten wat oorlog en bezetting betekenen.
Ieder heeft zijn eigen herinneringen aan deze jaren: persoonlijk, als gezin en familie, als gemeente en dorpsgemeenschap; in de steden van het westen werd de oorlog anders beleefd dan op het platteland in het oosten.
Langzamerhand drong de bittere werkelijkheid tot ons volk door: wij zijn onze vrijheid kwijt; wij worden beroofd en geplunderd; wij zijn ons leven niet zeker; wij zijn elke dag in gevaar.
Druppelsgewijs werd het nationaal-socialistische vergif ons toegediend in de hoop dat we zouden worden ingewonnen voor de imponerende ideeën van de „Führer aller Germanen".
Verwarring ontstond ook in kerkelijke kring.
De stelling werd verdedigd dat Hitler's komst een gesel Gods was, Gods oordeel over de zonden van land en volk. Daarom was onderwerping en gehoorzaamheid plicht, door God geboden. Verzet en ondergrondse arbeid werd veroordeeld. Ongewild werkte men op deze wijze de vijand in de hand en laadde men de schijn op zich aan de kant van de landverraders te staan.
Anderen ontkenden niet dat Gods hand en stem in deze zware beproeving was, maar zij zagen verzet tegen deze antichristelijke staat, die op onwettige wijze ons land bezet had, geoorloofd, ja geboden.
Ziekte is toch ook een beproeving van Gods kant, maar daarom mogen we de ziekte toch bestrijden en de gevolgen trachten te beperken of weg te nemen?
Naarmate de bezetting voortduurde werd het anti-christelijke karakter van het duitse regiem steeds duidelijker. Dit was een totaal regiem, dat niets en niemand ontzag; dat duidelijk gedreven werd door de gedachte van het grote rijk, dat zich diametraal opstelde tegenover het Koninkrijk Gods. Botsingen konden niet uitblijven. Het duidelijkst kwam de ware aard openbaar in de houding tegenover de Joden. Het anti-semitisme vierde z'n triomfen. Wie zich tegen de Jood verzet en met hem definitief wil afrekenen, wil met God Zelf afrekenen. Zeg me hoe ge denkt over de Jood en ik zal u zeggen hoe ge denkt over God.
Het is te begrijpen dat het verzet steeds groter werd en dat duidelijk gezien werd dat dit regiem onverzoenlijk stond tegenover Kerk en Christendom.
Onvergetelijk blijft voor allen, die deze periode bewust hebben meegemaakt, de lange hongerwinter van 1944/45. Wat is er wat geleden en gebeden! Honger en koude waren scherpe wapenen, die velen troffen. Beperking van bewegingsvrijheid, het stilleggen van het gemeentelijk en kerkelijk leven, het zorgen voor zichzelf — dat kenmerkte deze maanden.
We wisten: de vijand loopt op z'n laatste benen. Maar wat wogen die laatste loodjes zwaar en wat kostte het moeite en volharding om te blijven geloven: de bevrijding komt, Beeld van de situatie van Christus' kerk tussen Hemelvaart en Wederkomst: Hij komt, maar hoe lang nog, de morgen — ach wanneer?

De bevrijding
En toen eindelijk — de bevrijding|
Eerst nadat in september 1944 het zuiden van het land reeds was bevrijd, in april de bevrijding van steden en dorpen in het oosten en noorden. Moeilijke weken voor het westen waarin de nood tot aan de lippen steeg en de bevolking daar de uitputting nabij was. Het kon niet langer duren. Trouwens voor verschillenden kwam de bevrijding te laat. Met welk een gejuich werden de Zweedse vliegtuigen begroet. Het wittebrood heeft nooit zo lekker gesmaakt als in die eerste dagen van mei 1945. Een wonderlijk geluksgevoel doortrok ons volksleven. Dankdiensten werden gehouden in alle kerken; vaak gemeenschappelijk. Holland groeit weer; Holland bloeit weer. Het gold niet alleen in 1813, maar ook in 1945.
Wat een zegen dat we na deze bange jaren, die lang duurden, weer in vrijheid konden leven en konden zeggen en schrijven wat we wilden, zonder te vrezen dat we ter verantwoording zouden worden ge. roepen, zonder gespitst behoeven te luisteren naar de dreunende stap van de spijker laarzen in een donkere avond.
Een nieuwe lente brak zich baan, in meer dan één zin.
Met de schoonste beloften voor de toekomst aanvaardden we het geschenk van de bevrijding van ons gehele vaderland.
De terugkeer van de koningin onderstreepte de herstelde verhoudingen. Nederland en Oranje, in de meidagen van 1940, overigens tegen de zin van koningin Wilhelmina, gescheiden, werden herenigd. En die hereniging betekende een steviger band dan voorheen. Vorstin en volk waren door scheiding en nood dichter bij elkaar gekomen.
De vreugde over de bevrijding en de capitulatie van de vijand was daarom zo groot omdat we in zijn ondergang iets zagen van Gods eindgericht over al Zijn vijanden. Prof. dr. K.H. Miskotte heeft dat uitgedrukt in zijn magistrale preek over Psalm 92: Want zie, uw vijanden, o Heere! want zie, uw vijanden zullen vergaan.
Alleen het Rijk van God heeft toekomst. Dat Koninkrijk komt.

Na 25 jaar
Het is nu 1970. We staan vijf en twintig jaar na de bevrijding.
De vraag laat zich niet onderdrukken bij deze herdenking: wat hebben wij gedaan met de vrijheid?
Heeft de oorlog en heeft de bevrijding ons dichter bij God gebracht en hebben wij in Zijn vrijheid geleefd?
Hebben wij als kerken die vrijheid op de juiste wijze gebruikt en de mogelijkheden, die ons in die vrijheid werden gegeven, uitgebuit, wetend wat het verlies van de vrijheid betekent?
Wat heeft die vrijheid betekend in het politieke leven in ons vaderland?
Wat betekent die vrijheid in de wereld van vandaag? De regering heeft de suggestie gedaan de bevrijding te herdenken onder het motto: Vrijheid ook voor de ander.
Alleen vanuit de rechte waardering van het verleden zullen we voor de toekomst de vrijheid voor de ander kunnen bevorderen en verdedigen.
Wat betekent vrijheid in feite?
Zijn we het daar met elkaar over eens?
Is vrijheid een mogelijkheid om te doen wat men wil?
Of is vrijheid een zaak, die sterk bepaald wordt door de norm van Gods Woord en Wet?
Heeft het woord van de Heiland: Indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult ge waarlijk vrij zijn, ook betekenis voor ons hedendaags vrijheidsbegrip en welke consequenties zijn hieraan verbonden voor het leven van elke dag?
Nu in ons land na 25 jaar het woningprobleem niet is opgelost; onze vrijheid wordt beknot, ons land vol wordt; rellen aan de orde van de dag zijn en de bestaande orde omver moet worden geschopt?
Wat betekent de opdracht uit deze vrijheid voor de wereldpolitiek, waarbij niet eenzijdig naar een bepaalde kant mag worden gekeken. Griekenland is niet vrij en Vietnam niet en Cambodja niet, maar de Ambonezen wonen ook reeds 20 jaar onder ons en de Papoea's in West-Irian maken momenteel een bezetting mee.
Vragen te over.

We zijn dankbaar; er is reden om het duidelijk te maken waarom wij blij zijn.
Er is nog meer reden om bij dit zilveren bevrijdingsfeest de opdracht van de vrijheid te verstaan.
Het gaat er heel duidelijk om dat we bevrijd zijn van de vijanden om de Here te dienen en Zijn Rijk te verwachten en als vrije burgers van dat Rijk burgers te zijn in ons vaderland.
De Rijksstijl bepaalt het Nederlandse burgerschap.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1970

De Wekker | 12 Pagina's

Bevrijdingsherdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1970

De Wekker | 12 Pagina's