Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (360)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (360)

Nog een paar synodale bepalingen bij artikel 77 K.O.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij artikel 77 van de Kerkorde vinden we nog een paar bepalingen die we even moeten bespreken al zullen wij op een en ander niet breed meer ingaan omdat we dan al te uitvoerig zouden worden.
Allereerst vraagt onze aandacht de bepaling: Wanneer leden zich geregeld aan de dienst des Woords in eigen kerkverband onttrekken door onverschilligheid, zal de kerkeraad hen herhaaldelijk en met lankmoedigheid vermanen en uiteindelijk bij volharding in hun ongehoorzaamheid de kerkelijke censuur toepassen. Deze bepaling dateert in deze vorm van 1962.
Het gaat hier dus blijkbaar over leden der kerk die zich geregeld aan de dienst des Woords onttrekken maar op wier levenswandel of leer verder niets aan te merken is. In vroeger jaren ging men dikwijls over tot het royeren van zulke leden maar dat was een on-kerkelijke, on-Schriftuurlijke weg die door de kerken niet mag worden bewandeld. Terecht heeft daarom de synode van 1962 gezegd dat de kerkeraden zulke leden herhaaldelijk en met lankmoedigheid moeten vermanen. In deze bepaling is niet uitgesproken dat de gemeenteleden als zodanig ook een roeping hebben, maar daarover hebben we al eens eerder geschreven zodat we daar thans niet weer op ingaan. Hier mag wel alle nadruk worden gelegd op de lankmoedigheid in de telkens herhaalde vermaningen. Uiteindelijk, zegt deze bepaling, zal bij volharding in de ongehoorzaamheid de kerkelijke censuur moeten worden toegepast. Hier staan echter de kerkenraden voor grote moeilijkheden. Zij moeten namelijk dan goed weten waaruit het kerkverzuim voortkomt en het is niet altoos gemakkelijk om dat aan de weet te komen. Naar mijn gedachte zal een kerkeraad hier zeer voorzichtig moeten zijn het de toepassing van de censuur. Na herhaaldelijke en liefdevolle, jarenlang volgehouden, vermaningen zal een kerkeraad zulke leden desnoods wel van het avondmaal kunnen afhouden, maar om hen met het Formulier van de Ban af te snijden moet een kerkeraad wel overtuigd lijn dat de inhoud van het Formulier op hen van toepassing is. Dit kan natuurlijk het geval zijn indien in zulke mensen een boos en ongelovig hart woont en vijandschap tegen God en Zijn dienst openbaar komt.
Een tweede bepaling bij artikel 77 luidt: Wanneer leden zich geregeld aan de dienst des Woords in eigen kerkverband onttrekken door gewoonlijk elders te kerken, zal de kerkeraad herhaaldelijk en met lankmoedigheid vermanen en bij volharding in hun ongehoorzaamheid naar bevind van zaken handelen volgens de kerkorde. Hier gaat het dus niet over mensen die nooit in de kerk komen en ook niet over mensen die gewoonlijk niet in hun eigen plaatselijke kerk doch wel in een nabijgelegen chr. geref. kerk (daarom wordt hier van kerkverband gesproken), maar het gaat hier over mensen die in een kerk van een ander kerkverband gaan kerken. Nu kan dat zijn in een kerk die ook op de grondslag van de gereformeerde belijdenis wil staan, maar het kan ook zijn in een kerk die niet op deze grondslag staat of die deze grondslag heeft losgelaten en waarin allerlei ketterijen verkondigd worden.
De gevallen kunnen zeer verschillend zijn en daarom, zo heeft de synode gezegd, moeten de kerkeraden in zulke gevallen naar bevind van zaken handelen en dat natuurlijk volgens de richtlijnen van Schrift en Kerkorde. Hier dient weer grote lankmoedigheid betracht te worden. Indien het mensen betreft die in leer of leven zondigen vallen zij uiteraard onder de gewone kerkelijke censuur, maar indien dit niet het geval is zal men, indien zulke leden zich niet aan de gemeenschap der kerk onttrekken, zeer veel geduld moeten hebben en hen voortdurend in liefde moeten vermanen. Het zgn. schrappen van zulke leden of het afvoeren van de ledenlijst is volstrekt onjuist. Wel kan men hen tenslotte vragen of zij zich zelf nog beschouwen of willen blijven beschouwen als leden der gemeente. Willen zij dit wel dan kan men desnoods komen tot afhouding van het Avondmaal, maar om hen uiteindelijk met het Formulier van de Ban af te snijden, moet een kerkeraad wel overtuigd zijn dat dit Formulier op hen toepasselijk is.
Tenslotte nog de bepaling: Leden der kerk die zich laten overdopen, onttrekken zich feitelijk aan de gemeenschap der kerk, al is dit feit nog niet altijd als een breken met de kerk te beschouwen. Het is de taak van de kerkeraad om kerkelijke vermaning en tucht toe te passen, omdat de daad van de dusgenaamde overdoop geheel in strijd is met Gods Woord en met de belijdenis en de orde van de kerk. Opheffing van de tucht vindt plaats bij oprechte schuldbelijdenis en herroeping van de dwalingen die met de overdoop samenhangen.
Deze bepaling behoeft m.i. thans geen verdere bespreking. Zij is in haar strekking wel duidelijk al blijven hier in de praktijk vaak allerlei vragen en moeilijkheden.

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (360)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1970

De Wekker | 8 Pagina's