Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben verzekerd (7, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben verzekerd (7, slot)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zou het toch komen, dat als God zo gedurig met heilige ernst ons verzekert van Zijn liefde in Jezus Christus, wij dat blijde evangelie wel durven geloven voor een ander, maar zo moeilijk voor onszelf?
Het treft mij nog wel eens, dat als er iemand overleden is, wiens of wier leven getuigenis aflegde van de vreze des Heren, maar die niet stond in de volle roem van het „ik ben verzekerd", we op grond van de trouw van Gods beloften, geloven en met zekerheid getuigen, dat hij nu eeuwig zingt van Gods goedertierenheid.
Want wie de Here van harte zoekt, de Here Jezus van harte liefheeft — het staat er toch: wie God zoekt zal hem prijzen? De Here laat toch niet varen het werk dat Zijn hand begon?
Maar waarom, als wij dan, nog dn dit leven, de Hare oprecht zoeken, gesterkt en getroost, ontdekt en vermaand mogen worden uit Zijn Woord en in stille heilige uren mogen getuigen: Here, ge weet alle dingen, ge weet dat ik U lief heb — waarom durven wij die roem van Paulus dan zo weinig of geheel niet overnemen: Ik ben verzekerd, dat niets mij zal scheiden van de liefde Gods die er is in Christus Jezus onze Here?
Zeker ik weet, dat er ook op ondeugdelijke en voor God niet houdbare gronden geroemd kan worden in een geloof, dat meer een beschouwing dan een beleving is, meer een opgezegde tekst, dan een uit het hart geboren lied. Maar dat mag het oprecht geloof toch niet weerhouden om de lof des Heren groot te maken?
Is er dan in ons leven zo weinig geloof in de waarheid van Gods beloften?
Durven wij het dan te bestaan om te twijfelen aan de waarachtige betrouwbaarheid van die liefde Gods jegens ons in Christus Jezus?
Of ontbreekt het ons aan de rechte kennis, de geestelijke geloofskennis van Christus, die volkomen en bereidwillige Zaligmaker?
Het is geen ondenkbaar gevaar, dat we opgehouden worden op de geloofsweg door allerlei wereldzin en beslommeringen van het leven en niet komen tot het opwassen in de genade en kennis van onze Here Jezus Christus!
Dit eist een geestelijk leven, een gedurige omgang met Hem bij Zijn Woord en een voorzichtige wandel in het midden van de wereld, zó, dat we de Heilige Geest niet bedroeven.
Maar afgezien nog van deze factoren is er in het leven van hen die oprecht de Here zoeken en ook wel staan naar en bidden om de zekerheid van het geloof, dikwijls een oorzaak van twijfel in hun eigen onvolkomenheid.
Ze twijfelen niet aan de rijke liefde Gods en de volle bereidwilligheid van de Here Jezus, maar waar ze wel aan twijfelen, dat is aan hun liefde.
Als zij de Here hartelijker konden liefhebben en meer met en voor Hem konden leven, dan zouden ze ook wel durven geloven, dat niets hen van Gods liefde meer zou kunnen scheiden.
Ze vinden zich beter thuis bij de Paulus van Rom. 7 die klaagt uit de innerlijke worsteling van zijn leven, als ik het goede wil doen, dan ligt het kwade mij bij, dan bij de Paulus uit Rom. 8, die roemt in de zekerheid van Gods liefde.
Maar dan moet u toch die Paulus, die strijder in zijn binnenkamer voor God, uit Rom. 7 nog eens goed beluisteren!
Want daar klaagt Paulus niet alleen, met als resultaat de onzekerheid: zou ik wel werkelijk mogen delen in de liefde Gods, die er is in Christus Jezus?
Daar roemt Paulus, daar dankt hij op zijn knieën midden in de strijd tegen al wat nog aan zonde en zwakheid in hem overgebleven is: Ik dank God door Jezus Christus onze Here.
Juist omdat hij die liefde Gods ervaren heeft en gelooft rotsvast in de waarachtigheid van de verlossende genade in Christus, daarom is er in zijn leven die strijd en de droefheid over die andere wet, die hem nog gevangen houdt onder de Wet der zonde die nog in zijn leden is.
Het is niet zo, dat Gods liefde jegens mij afhankelijk is van mijn liefde. Het is het wonder van Zijn Geest, die Zijn liefde in het koude en vijandige hart van ons zondaren uitstort. En het is die Geest die leven wekt en ook dat leven dwars door alle strijd en tegenkanting, zonde nood en vertwijfeling heen voeren gaat tot de vrijheid der heerlijkheid van de kinderen Gods!
Hij zal Zijn werk, en niet mijn werk, voor mij volenden!
En daarom rustend in de zekerheid van Zijn liefde in Christus, mag het geloof biddend vragen: verlaat dan niet wat Uw hand begon, o Levensbron!
En als die liefde Gods ons leven wordt en Hij ons die liefde al meer gaat betonen, door Zijn beeld in ons te herscheppen, dan houdt dat in, dat Hij ons ontdekkend aan ons zelf, al meer laat zien hoe diep de zonde verweven zit in ons hart. Maar dat doet Hij niet om ons dan tenslotte van Zich te stoten, maar opdat we al meer zullen leren leven uit Hem, die alleen ons leven is!
Want Gods liefde zoekt geen grond in ons, vindt die ook nooit, als God die al zou zoeken.
Gods liefde jegens zondaren om hen eeuwig te behouden tot zijn eer, vindt zijn grond in God zelf: God is liefde!
Daarom laat Paulus ons iets zien van de achtergronden van dat wonder van Gods liefde. Daar vallen we helemaal buiten, daar komt gelukkig niets van ons aan te pas!
Ligt hier niet het wonder: Hij heeft hen tevoren gekend en heeft hen tevoren verordineerd aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn.
En die Hij naar Zijn welbehagen verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen. En die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd en dezen heeft Hij ook verheerlijkt!
Ja, inderdaad alle roem is uitgesloten!
En zou Hij, die alles deed, en daarom door Zijn Woord en Geest uw hart opende en neigde tot Hem, opdat ge geloven zoudt en uit enkel genade u zou laten zaligen, dan ook Zijn werk niet voor u voleindigen?
Zie dan af van uzelf en zoek geen grond in wat gij zijt voor de Here!
Leer al meer Hem, Jezus Christus zo te kennen, dat ge u ook volkomen op Hem verlaat.
Hij heeft ons liefgehad met een eeuwige liefde en daarom heeft Hij ons getrokken met koorden van goedertierenheid.
En omdat in Zijn handen, die in Christus doorboord zijn en de tekenen van Zijn liefde dragen — allen die Hem vrezen geborgen zijn, zal niets hen meer scheiden van Zijn liefde!
Mijn God, dan zal ook ik U eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Ik ben verzekerd (7, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 november 1970

De Wekker | 8 Pagina's