Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moet dat nou?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moet dat nou?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik kan me best indenken, dat vele mensen deze vraag stellen. Onze kerken stonden al heel wat predikanten af aan de zending, evangelisatie, evangelieverkondiging onder Israël, de geestelijke verzorging van militairen.
En nu zetten deputaten voor de geestelijke verzorging van hen, die ter koopvaardij varen, ook nog een predikant in. Is dat nu nodig? Moet dat nou?
Deputaten hebben zelf heel lang over deze vraag nagedacht en kwamen tot de conclusie, dat er wat gedaan moet worden vanuit onze kerken voor de mannen, die ter koopvaardij varen. Deze mannen behoren in zekere zin tot de vergeten groep. En toch hebben wij een groot deel van onze nationale welvaart aan hen te danken. Om hun werk te doen moeten zij heel wat ontberen en zijn ze soms vrij lang van huis. Vroeger had de koopvaardij niet zo'n beste naam. Nu is dit heel anders. Het beroep van zeeman, is een achtenswaardig beroep en de varenden vertegenwoordigen een bepaalde klasse in ons volksleven. Wij kunnen rustig zeggen, dat de zeeman in een heel ander leefklimaat leeft dan vroeger, is te danken aan de doorwerking van het evangelie.
In 1893 werd de Zeemansbond gesticht, die tot doel had de zeeman vast te houden. In 1934 ging de Zeemansbond over in de N.Z.C, de Nederlandse Zeemanscentrale. Deze staat op grondslag van de gezamenlijke belijdenissen van de kerken der Reformatie. Zij wil de geestelijke en zedelijke belangen van de zeevarenden behartigen door het stichten van zeemanshuizen in de grote havensteden, waar onze mannen en jongens kunnen worden opgevangen. Wij zouden deze tehuizen het best kunnen vergelijken met militaire tehuizen; met dit verschil, dat in de meeste tehuizen ook logies kan worden verleend. Als een zeeman in een vreemde haven is, moet het schip soms in het dok, of bunkeren. Dan kunnen de meeste personeelsleden naar de wal. En dan is het een genot als u ziet hoeveel van deze mensen er door deze tehuizen worden opgevangen. De verleiding is voor hen dan niet meer zo groot als ze gaan passagieren. In die tehuizen kan men een kop koffie drinken. Men ontmoet andere Hollanders. Er is meestal een zaaltje waar men rustig kan zitten schrijven of studeren. Ook een leeskamer, waar men Hollandse lectuur kan lezen.
Zoals de militairen geestelijke verzorging van een veldprediker krijgen, zo is het ook nodig dat er koopvaardijpredikanten worden ingezet. Maar om onze jongens op te vangen, moeten die naar buitenlandse havensteden. Want als de bemanning in een Hollandse haven binnen valt, dan gaat ze met de eerste de beste gelegenheid naar moeder de vrouw, of naar het ouderlijk huis. De uitzending van een koopvaardijpredikant brengt hoge kosten met zich mee, want deze man moet ergens in de wereld met zijn gezin wonen en zich presenteren.
Zijn werk is het bezoeken van de schepen die binnenkomen en kontakten leggen, zodat hij de bemanning kan uitnodigen voor het tehuis. Daar moet hij dan weer zijn om ze op te vangen en zo een gesprek met hen te hebben.
Zulke kontakten zijn enorme mogelijkheden voor het evangelie. Want, net zoals in dienst, gaat het niet alleen om onze chr. geref. mannen, maar ook die van andere kerken en buitenkerkelijken. De één neemt vaak de ander mee. En waar men in eigen land niets van moet hebben, daar staat men in het buitenland vaak voor open. Ik was kort geleden nog in Hamburg, maar daar kwamen in dat tamelijk klein tehuis per jaar toch zo'n vijf tot zeven duizend mannen en jongens.
Kijk als je zulke dingen hoort, dan ga je er toch wel anders over denken. Wat liggen hier een geweldige kansen voor het Koninkrijk Gods.
Maar voor deputaten leek dat toch niet weggelegd. Wat konden zij meer doen dan voor de feestdagen aan de bekende adressen een zeebrief te sturen? En die werd hoog op prijs gesteld. Wij hebben daar heel goede reacties op gehad. Men vond het geweldig, dat onze kerken eindelijk ook aan zeevarenden aandacht besteden.
Maar wij hadden geen sou. Een kollekte voor dit wereldwijde doel? Nee, dat kon niet. Zo hebben deputaten jaren gewerkt, maar zonder de mogelijkheid te zien om ons doel: daadwerkelijke geestelijke verzorging, te bereiken.
Plotseling werden mogelijkheden geopend. De predikantsplaats in het zeemanstehuis te Hamburg kwam leeg, de N.Z.C, vond het belangrijk dat deze plaats door een chr. geref. predikant werd bezet en stelde zich garant voor de helft van de kosten.
Deputaten konden het eerst niet geloven, maar na een samenspreking met het bestuur van de N.Z.C, werd het hun duidelijk dat het ernst was.
Wij zagen dit kennelijk als een aanwijzing van de Here. Er brak een tijd van veel vergaderen aan. Gelukkig was de Generale Synode nog niet gesloten, zodat wij deze deelgenoot konden maken van onze plannen. De Generale Synode gaf opening om een kollekte te houden voor dit doel, mits de arbeid dit nodig maakte. Dit was voor deputaten een gelukkige ontwikkeling.
Eindelijk was het dan zo ver, dat ds. J. Manni van Boskoop werd aangezocht om de plaats in Hamburg te bezetten. Na rijp beraad voelde hij zich daartoe geroepen en nam de benoeming aan. Per 1 februari 1971 hoopt hij zijn taak te aanvaarden. En zo is - heel in 't kort - geschied, wat wij niet voor mogelijk durfden achten. De Here heeft kennelijk deze weg geopend en onze gebeden verhoord. Nu is het woord aan de kerken, want de consequentie van deze gang van zaken is, dat er nu een kollekte voor dit doel moet worden gehouden
Wij willen met alle klem de kerken verzoeken een kollekte voor de geestelijke verzorging van hen, die ter koopvaardij varen, in te lassen. U steunt daarmede een machtig werk, dat onze kerken op zich hebben genomen.
Wij hopen u van tijd tot tijd op de hoogte te houden met de gang van zaken.
Moge de Here onze broeder ds. J. Manni een ruime plaats geven in Hamburg en hem tot rijke zegen stellen voor onze zeevarenden.

Ds. J.P. Geels, voorzitter
Namens deputaten

P.S. De kollekte staat op het voor 1971 aangekondigd voor Rooster zondag 14 februari 1971.
Bank: Coöp. Raiffeisenbank
Halfweg-Zwanenburg,
Rek.nr. 3246.66659, t.n.v. penningmeester Deputaten voor de Geestelijke Verzorging van Zeevarenden, de heer C. van Vliet, Essenlaan 107, Zwanenburg.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Moet dat nou?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1970

De Wekker | 8 Pagina's