Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ben ik mijns broeders hoeder? (Kaïn en Abel 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ben ik mijns broeders hoeder? (Kaïn en Abel 3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gekrenkte trots kan leiden tot onredelijke haat Genesis 4: 9

Kaïn is duidelijk in de wiek geschoten, omdat zijn offer door God niet werd aangenomen. Dat brengt hem niet tot inzicht in zijn hoogmoed en tot verootmoediging, maar hij ergert zich.
Die ergernis geldt natuurlijk in de eerste plaats God. Kaïns ergernis is niets anders dan vijandschap jegens God. Hij zou God willen doden, maar dat lukt hem niet. God is ver en onbereikbaar.
En nu slaan zijn ergernis en zijn vijandschap jegens God over op zijn broer Abel. Volmaakt onredelijk eigenlijk. Alsof het de schuld van Abel was, dat Kaïns offer niet aangenomen werd door God. Maar als iemand eigen schuld niet wil erkennen geeft hij de ander de schuld. Schuld wordt zo gemakkelijk afgeschoven. En ergernis en haat zijn blind en onredelijk vaak. Alle eerlijkheid en recht wordt uit het oog verloren. En de daad, waardoor de ander moet getroffen worden, is heel dicht bij. Ergernis en haat vragen om ontlading.
Kaïn ergert zich. Is zijn broer soms meer en beter dan hij? Hij haat hem. Hij kan hem wel doodkijken. En dat doodkijken is eigenlijk al een vorm van dood slaan.
God heeft Kaïn nog gewaarschuwd. Maar Kaïn laat zich niet waarschuwen. Hij is door het dolle heen. En zijn besluit staat vast.
Een gewaarschuwd mens geldt voor twee. Wee de mens, die de waarschuwingen van God in de wind slaat. Die bevindt zich in een gevaarlijke situatie.
Eenmaal de waarschuwingen van God verworpen betekent dat er voor Kaïn geen stilstand meer is.
Op zekere dag vraagt hij zijn broer mee te gaan in het veld. Zo staat het in de Griekse vertaling van het O.T. Misschien nodigde Kaïn zijn broer wel heel vriendelijk uit om zijn vruchten op het land te komen zien. Haat en ergernis worden soms verborgen achter de schijn van lieve woorden.
In het veld gekomen, geeft Kaïn Abel plotseling een klap. Misschien wel met een stuk hout. Abel tuimelt omver. Hij bloedt. Hij bloedt dood. De eerste moord is begaan. Hij zal nog door ontelbaar vele Worden gevolgd. Moord, doodslag, oorlog, uitroeiing, schavotten en gaskamers.
God zet de mens verantwoordelijk voor al deze daden.
Hij roept Kaïn ter verantwoording. Waar is Abel, je broer?
Die vraag betekent niet, dat God niet weet wat Kaïn zijn broer Abel heeft gedaan.
Die vraag is de vraag van de rechter, die een erkenning van de misdaad vraagt.
God vraagt erkenning van de schuld.
Maar Kaïn wil geen erkenning van de schuld. Dat betekent volharding in het kwaad.
Hard en onverschillig is zijn antwoord. Ik weet nergens van. Ben ik mijns broeders hoeder? Moet ik soms op mijn broer passen?
Kaïn onttrekt zich aan elke verantwoordelijkheid van zijn broer, zijn medemens.
Het is de taal van de mens, die alleen leeft voor zichzelf. Wat kan mij de medemens schelen? Laat ieder op zichzelf passen.
Het is de uiting van de totale liefdeloosheid.
Hier zien we de verschrikkelijke gevolgen van de zonde.
De zonde is vijandschap, liefdeloosheid tegenover God. Maar deze liefdeloosheid houdt ook direct in de liefdeloosheid tegenover de medemens.
Daar is de wereld vol van. Gezinnen zijn door liefdeloosheid uit elkaar geslagen. Stammen en volken staan in liefdeloosheid en haat tegenover elkaar. De ene mens kan de ander niet luchten of zien. Zelfzucht doet de mens leven voor zichzelf. De ander interesseert hem niet.
De Katechismus zegt, dat ontering en belediging van de ander in het zelfde vlak als de doodslag liggen. Principieel is er geen verschil.
En dan laten we de ander over aan zijn lot. Ben ik mijns broeders hoeder?
Daarom is er in deze wereld zoveel eenzaamheid, zoveel verdriet om wat anderen hebben aangedaan. Heel wat mensen zijn levend dood geslagen.
En men voelt geen verantwoordelijkheid. En de ander krijgt nog zelfs de schuld voor zijn eigen verdriet en eenzaamheid. Had hij maar anders moeten doen.
Hoe heel anders deed Christus!
We gedenken in deze adventstijd, dat Hij op aarde kwam om zich het lot van de mensen aan te trekken. Van vijanden zelfs.
Hij heeft niet zichzelf gehandhaafd, maar juist zichzelf verloochend. Hij werd een slaaf van allen. Hij schaamde zich niet om zondaren zijn broers te noemen (Hebr. 2 : 12). Daarin betoonde Hij zich een barmhartig en getrouw Hogepriester (vs. 17). Hij heeft hun schuld op zich genomen. Hun straf heeft Hij gedragen.
Daarin heeft Hij een voorbeeld nagelaten. En dat voorbeeld is het oordeel over alle Kaïnshouding. We zijn wel terdege verantwoordelijk voor onze medemens. Het is niet onverschillig wat we doen met hem.
Onze Katechismus zegt, dat God nijd en toorn en haat verbiedt, maar gebiedt, dat wij onze naaste liefhebben als onszelf en jegens hem geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid bewijzen en al wat schadelijk is zoveel als in ons vermogen is afkeren en zelfs onze vijand goed doen (Zondag 40).
Daarin moet het leven van een christen uitkomen. Christen zijn is leven uit Christus. Uit zijn genade en vergeving. Maar het betekent ook zijn beeld vertonen.
De Geest van Christus te hebben betekent uit een andere geest dan die van Kaïn te leven.
Dan letten we niet alleen op wat van onszelf is, maar ook op wat van de ander is. Niet om die ander te bekritiseren en weg te werpen. Maar juist om hem te behouden en te helpen.
Dat niet de geest van Kaïn, maar de Geest van Christus in ons moge wonen.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Ben ik mijns broeders hoeder? (Kaïn en Abel 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1970

De Wekker | 8 Pagina's