Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als de avond daalt (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de avond daalt (5)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vroeger — straks!
Het is zo volledig te begrijpen, dat bij het ouder worden en het oud zijn, vroeger — wat was, het verleden - sterk de aandacht krijgt.
Als het leven in de avond stiller gaat worden en de tijd om ons aan eigen gedachten en herinneringen over te geven meer, komt het terugzien op de afgelegde weg en heel de levensgang die wij gingen, steeds sterker naar voren.
De indrukken van buitenaf worden minder al naar mate de wereld, waarin wij leven en ons bewegen kunnen, kleiner wordt en we dragen met ons mee een schat van herinneringen droeve en blijde, zorg barende en hoopgevende.
Dit terugleven in wat was is zeker zonder meer niet verkeerd.
Het is alleen maar de vraag hoe we dit „vroeger" bekijken en in welk licht of we onze afgelegde levensweg en alles wat we mochten doen en wat we (hebben ervaren bezien.
Het is een bijbels gegeven, dat we op vele plaatsen geroepen worden om te gedenken. Dat geldt zeker niet alleen in de avond van het leven. Het gedenken om tot dankbare ootmoed voor de God van ons leven te komen, kan allerlei gebeuren in ons leven waardevol maken. Maar de ouderdom biedt veelal de tijd en de gelegenheid bij uitstek om te gedenken.
Als Mozes aan het eind van de woestijnreis na veertig jaar van omzwerven zijn terugblik geeft over „vroeger" houdt hij, de bijna 120-jarige aan het tweede geslacht, dat nu aan de grenzen van Kanaän staat voor: „En ge zult gedenken aan de weg, die de Here uw God u deze veertig jaar in de woestijn geleid heeft (Deut. 8:2).
Maar dan heeft dat gedenken een bepaald doel. Dan is het maar niet een eindeloos ophalen van herinneringen, van los naast elkaar staande voorvallen uit al die jaren. Het is niet het doel om de vreugden en de zorgen, de zegeningen en de verdrietelijkheden nog eens op te halen en weer opnieuw als in te leven. Het moet een gedenken zijn, om dwars door al die zo vaak onbegrijpelijkheden die verwarrend losse stukjes van de grote legpuzel heen het geheel, de gangen en de bedoelingen Gods met en in ons leven te ontdekken.
Zijn daden moeten er uit oplichten om te erkennen, dat ook de slaande hand Gods er was om ons te beproeven en te weten wat er in ons hart was, of wij Zijn geboden zouden houden of niet (vrs. 3).
En dan zal uit al die herinneringen die boven komen als neerslag moeten achterblijven, niet wat wij allemaal deden goed of kwaad, maar wat de Here, die ondanks alles trouw bleef, deed. Beken dan in uw hart, dat de Here uw God u gekastijd heeft, gelijk een man zijn zoon kastijdt (vrs. 5).
Want het verleden heeft geen waarde in zichzelf het is verbonden met de toekomst door het heden.
Het was een weg waarop God ons geleid heeft, een weg die we dag in dag uit zijn gegaan. En een weg voert, moet voeren naar een bepaald doel!
Dat vroeger is dan ook de inleiding tot straks: want de Here brengt u in een goed land!
En vanuit de verwachting van de volle vervulling van Gods beloften die komen zal, wordt het verleden voor het geloofsoog een weg waarover het licht van Gods wijsheid en liefde, van Zijn wondere genade glanst, „een cirkel van louter gena, 'k sla zalig in 't midden Gods heerlijkheid ga!"
In dit gelovig verwachten wordt het een ootmoedig en blijde zaak om te denken aan vroeger, want dan leven we niet uit vroeger om ver te zijn van straks. Dan leven we al sterker uit wat straks ons wacht en mogen we in klimmende verwondering speuren naar de gangen van die God in ons leven, die ons gezocht heeft, ons geroepen en getrokken heeft, ons deed buigen voor Hem en vallen voor Zijn Woord, ons geleid heeft ondanks al onze zonden en afmakingen aan de voeten van die Zaligmaker, die al onze ongerechtigheden gedragen heeft op het kruis. Donkere bladzijden kunnen er weer voor ons open gaan uit ons levensboek, pijnlijke littekens schrijnen maar in en over dat alles gaat al rijker stralen voor Gods kinderen die rijkdom van het „door U door U alleen, om 't eeuwig welbehagen."
Wat is het een lege armoede als oude mensen niet anders overhouden dan zichzelf en hun prestaties om in gedurige herhaling daarvan zichzelf er aan vast te klemmen en te trachten er troost uit te putten nu ze staan in de tijd van de afbraak van hun kracht!
En wat een wonder als de Here na zoveel roepstemmen van een heel leven nog blijft roepen om met al de armoede van een zondig leven te buigen voor Hem bij Wien ook in de avond de rijkdom van reddende genade in Jezus Christus niet verduistert!
'Hoe rijk daarentegen door genade te mogen belijden: Gij hebt mij van mijn kindse jaren geleid en onderricht en nog mag ik gewagen. . . .
Zo wordt dat „gewagen", dat vertellen soms bij veel herhaling, ook voor het volgend geslacht geen lege zinloze, maar zinvolle zaak!
Zeg niet: wat is er, dat de vorige dagen beter geweest zijn dan deze, want ge zoudt naar zulks niet uit wijsheid vragen, zegt de Prediker!
Het gevaar is groot, dat we „vroeger" alleen maar zien als „beter" omdat het ons bekend is, en het beeld vertoont van het levensschema waarin wij gedacht en geleefd hebben. Ze zijn ons bekend en eigen geworden, de waarden en zeden, .die we vanuit onze opvoeding meegedragen hebben, waarin we geloofd en geleefd hebben. Maar vonden er ook in ons levenspatroon tussen onze jeugd en onze ouderdom al geen enorme verschuivingen plaats?
Kunnen en mogen we dat dan als het enig goede zien, ook al staan we vreemd in de denkwereld van een generatie, die vele dingen anders ziet, anders zegt en ook jammer genoeg vele rijke levenswaarden betwijfelt en overboord zet?
Geen enkel geslacht zal het kunnen ontkomen dat men in de ouderdom zich al meer een vreemdeling gaat gevoelen in de wereldgang die daarlangs ons heen jaagt.
Maar die levenswaarden zaten toch niet in onze gewoonten, onze kleding, onze manier van eten en drinken, onze punten van discussie, waar wij vroeger warm voor liepen? Wie critisch „vroeger" bekijkt, ziet daarin ook zoveel betrekkelijks dat geen echte blijvende waarde had en zoveel aan „mode" in de ruimste zin onderhevig zijn van ons eigen levenspatroon, dat hij begrijpen kan dat een volgende generatie een ander patroon volgt, ook al kunnen en behoeven we ons zelf daarin niet meer aan te passen.
Wie echter in „vroeger" de werkelijke levenswaarden mag zien, beleefd in de vreze des Heren en door genade uitzicht heeft op Gods toekomst, die zal ook die levenswaarden kunnen laten zien in zijn verhalen over vroeger aan een volgend geslacht!
Het gelovig verwachten van de vervulling van al Gods beloften moet al meer ons hart hebben. Dan zien we lichtende idealen over. dood en graf heen.
Wie het „vroeger" mag zien in het licht van „straks", zal het verleden al meer zien in de schaduw van de kortheid en de betrekkelijkheid. Maar dan zal daaruit oplichten de zekerheid, omdat Hij het gedaan heeft, dat niet onze weg maar Zijn weg in ons leven ons zal brengen, uit enkel trouw in Zijn toekomst om Het Leven, eeuwig in volheid te beërven!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Als de avond daalt (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1971

De Wekker | 8 Pagina's