Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Paasvreugde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Paasvreugde

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Paasfeest, dat we weer mogen vieren, is het feest van de grote, diepe vreugde.
Het is waar dat op het Kerstfeest de grote blijdschap wordt verkondigd door de engel in Efrata's veld en dat Kerstfeest daarom genoemd kan worden het feest van de grote blijdschap.
Maar Pasen is niet minder het feest van de vreugde dan het Kerstfeest. We zouden zelfs kunnen zeggen dat de vreugde nu verdiept, versterkt, verinnigd wordt.
Immers Pasen betekent dat de dood is overwonnen, de Satan verslagen, de macht der hel geboeid is.
De gestorven Heiland is opgestaan. Hij heeft de dood achter Zich. Hij leeft. En dat is reden om te juichen en blij te zijn. als nooit tevoren.
De discipelen mogen nu weten wat zij aan hun Meester hebben. Er waren bij hen vele vragen, toen Hij met hen omging tijdens zijn leven. Ze hebben Hem niet begrepen. Groot was hun ongeloof. En toen Hij stierf, vielen hun idealen in sterven en dachten zij dat zij zich voor altijd vergist hadden. Ze waren geslagen mensen. Al hun hoop is met Jezus' kruis en graf vergaan.
Maar toen Hij opstond en het geloof in hun leven doorbrak, zij Hem ontmoetten, toen werd hun blijdschap groot.
Op de avond van de eerste Paasdag, als de Paasvorst Zijn kerk opzoekt en aan Zijn ambtsdragers het bewijs geeft dat Hij waarlijk is opgestaan, breekt hun vreugde naar buiten. Johannes schrijft dan ook: De discipelen dan waren verblijd toen zij de Here zagen.
Kerk en Paasvreugde behoren bij elkaar.
De Paasvreugde is het voorrecht van de kerk, die haar levende Heiland ontmoet.
Niet omdat zij in zichzelf blij zou zijn - integendeel: bij hen is alleen maar droefheid omdat zij geen zicht hebben op het geheim van Pasen.
Maar het is de Paasvorst Zelf, Die de blijdschap werkt in de harten van Zijn jongeren, als Hij hun Zijn handen en Zijn zijde toont en zij als het ware met hun neus gedrukt worden op de onomstotelijke tekenen van Zijn tegenwoordigheid: Hij is waarlijk gestorven en Hij is waarlijk opgestaan. Hij is het Zelf: de Gekruisigde is opgestaan.
Hij doet hen tasten de kracht van Zijn opstanding, opdat zij het weten als ambtsdragers van Zijn kerk: Hij overwint de wereld. Alle dingen zijn nu mogelijk geworden. Hij kan en wil en zal in nood volkomen uitkomst geven. Hij kan en wil zal het koninkrijk doen komen. Hij kan en wil en zal de eeuwige vrede doen aanbreken.
Is het wonder dat de discipelen verblijd zijn, als zij zo de Here zien? Dat is maar geen stemming geweest zonder meer; ook geen persoonlijke blijdschap, maar dat is de diepe vreugde vanwege het feit dat zij straks hun werk mogen doen, de wereld mogen intrekken, de kerk mogen funderen op deze Paasvorst, Die hun de onderscheiding geeft te mogen zien dat Hij het waarlijk is, Dien zij hadden doodgewaand, maar Die sterker is gebleken dat alle machten en krachten van beneden.
Met zo'n Here kunnen zij verder.
Hier ontspringt de bron van de Paasvreugde, die niet meer opdroogt.
Als er later dagen zullen komen, dat deze blijdschap verdonkerd is voor hun oog, komt dat omdat zij hun Here niet meer zien in Zijn overwinnende kracht en in beslag genomen worden door de krachten van de dood en verderf; door de wereld, die er Paasloos uitziet.
Als we tegen deze achtergrond nadenken over de kerk in deze tijd en over de levenshouding van veel christenen, moeten we constateren dat kerk en Paasvreugde niet meer in één adem worden genoemd.
Een kerk zonder Paasvreugde is in feite een innerlijke tegenstrijdigheid. Een kerk, die niet leeft uit en van deze Paas- vreugde, is bezig een van haar wezenlijke trekken te verliezen.
Als we vandaag het kerkelijke leven onder de loupe nemen is er generaal gesproken veel dat reden geeft tot droefheid.
We noemen nu alleen maar, zonder er diep op in te gaan: de geesteloosheid de tanende werfkracht, de innerlijke tegenstellingen, de toenemende spanningen in alle kerken, de vermaterialisering, de horizontale gerichtheid van velen, het insluipende verderf, het doordringende verval.
Het is duidelijk dat op deze wijze de Paasvreugde van binnenuit bedreigd wordt.

Sterker: de Paasvreugde wordt in vele gevallen niet meer beleefd.
Overal waar de levende Heiland niet in het middelpunt staat en waar Hij niet gezien, geloofd, ontmoet wordt als de Enige, Die ons ware, diepe blijdschap geeft, daar is geen echte Paasvreugde.
We zijn er in de loop der jaren handig in geworden Christus in te ruilen voor allerlei dingen, opvattingen, formules, systemen en wat niet al, maar „Hem zagen zij niet".
Dat is de paasloze situatie niet van de wereld alleen, maar ook van de kerk.
Als de unieke betekenis van de Heiland, Die stierf en opstond. Die alles heeft gedaan wat bij God te doen was, niet erkend wordt in persoonlijke verbondenheid met Hem, dan gaat de kerk langzamerhand van haar enige fundament afzakken.
We hebben elkaar, in welke hoek van de christenheid we zitten, niets te verwijten, Links en rechts laboreert aan dezelfde kwaal, al zal het ene vervangingsmiddel beter aanspreken dan het andere en meer gelijkenis vertonen met het oorspronkelijke.
Maar de grote zonde is dat we de Here Jezus Christus niet meer zien in Zijn unieke, absolute, exclusieve betekenis.
Er zijn zoveel theorieën en theologieën, die de prediking beïnvloeden en het leven van de kerk bepalen, die ons in een ander klimaat brengen dan het klimaat waarin de Schrift met de levende Christus centraal staat.
Overal, waar de zonde niet ernstig genomen wordt; waar genade een vanzelfsprekende zaak is geworden; waar de mens vooral aan zijn trekken moet komen in zijn drang naar genot; waar de heerschappij van Christus wordt aangetast; waar het kruis uit het gezicht gaat verdwijnen, daar zien we de Hei/land niet meer, zoals de apostelen Hem zagen.
Daar ligt de oorzaak van zoveel vreugdeloze Paasfeesten.
We mogen elkaar op dit Paasfeest herinneren aan het eigenlijke geheim, dat nog niets van zijn betekenis heeft verloren.
De Paasvreugde is gebonden aan de Levensvorst Zelf.
In Zijn opstanding ligt de bron van alle blijdschap.
Er is persoonlijke vreugde, wanneer we Hem zien in Zijn opstandingskracht. Daar ligt de grond van onze zaligheid. Hij heeft het onmogelijke tot een werkelijkheid gemaakt. Hij heeft het grootste probleem opgelost. Er zijn geen grenzen aan Jezus' macht. Daar wordt een mens blij van; daarvan alleen.
Er is vreugde voor Christus' gemeente wanneer zij haar Here zo mag zien als haar Verlosser, Die met Zijn kracht de wereld ingaat ter overwinning; Wiens Evangelie het uitzicht geeft op de uiteindelijke verlossing.
We worden aan alle kanten aangevochten als we zien naar de resultaten van Christus' overwinning. We hebben allen de neiging om graag zo zichtbaar en concreet mogelijk de overwinning van Christus te willen zien en te kunnen aangeven, Zijn heerschappij is een verborgen heerschappij; een heerschappij door de Geest in het geloof.
Waar Hij gezien wordt als de Overwinnaar, Wiens overwinning niet meer ongedaan gemaakt kan worden en Wiens triumf eenmaal voor aller oog openbaar zal worden, die kan in deze tussentijd, besprongen van alle kanten, twijfelend aan Gods beloften, verschrikt door de macht van het kwade en de demonische krachten die in deze wereld werken, toch verheugd zijn.
De kerk moet en mag voorgaan in de Paasvreugde.
Als zij het niet doet, wie zal het dan wel doen?
Maar zij kan het alleen doen als zij ook vandaag heel duidelijk staat op het fundament van Christus' opstanding. Daarop heeft Hij Zijn Kerk zelf gewezen.
Dit blijft gelden.
Wie hier aan gaat wrikken, wie hier toegeeft aan de geest van de tijd en de moderne theologie, verliest absoluut alle vreugde. Wat dan voor vreugde wordt uitgegeven, kan het niet uithouden in de branding van de tijd.
Kerk en Paasvreugde zijn ten nauwste aan elkaar verbonden.
Zo niet, dan weet zij niet meer waar de vreugde ligt, of zij is geen kerk meer.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Kerk en Paasvreugde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 april 1971

De Wekker | 8 Pagina's