Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (380)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (380)

Attestatiën (4)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het afgeven van attestaties is het vanzelfsprekend een belangrijke vraag wat er op moet voorkomen. Opgemerkt zij dat de kerken nooit een vaste formulering hebben voorgeschreven. Dat zou trouwens ook in strijd zijn met het wezen van de attestatie. Zij is immers een getuigenis van een kerkeraad over een bepaald persoon. Ware een attestatie een kerkelijk verhuisbiljet dan zou men een preciese bewoording kunnen voorschrijven. Nu een attestatie echter een getuigenis is kan en mag een kerkeraad niet aan een bepaalde en vaste formulering gebonden zijn, al verdient het natuurlijk aanbeveling in normale gevallen gebruik te maken van het model dat door de synode in de uitgave van de Kerkorde is opgenomen. Er is maar één synode geweest die iets omtrent de vorm van een attestatie bepaalde, nl. de synode van Dordrecht, 1578. In art. 25 sprak zij uit wat in het algemeen in de attestaties moest voorkomen: zij „sullen... alsoo gheschreven worden, dat de vrome ende godsalighe met desen woorden worden gherecommandeert Datse in der Kercke Godes Christelick sonder opsprake ende erghernisse ghewandelt hebben". De Middelburgse synode van 1581 sprak in art. 67 alleen van ghetuighenisse hares wandels. Dit deed ook de synode van Den Haag in 1586 in art. 75, en de synode van Dordrecht van 1618/19 deed in art. 82 niet anders. Al deze oude synoden spraken alleen van een getuigenis van de wandel. Men bedenke echter dat men in de 16e en 17e eeuw bij de uitdrukking wandel niet alleen dacht aan iemands levensgedrag uit een zedelijk oogpunt beschouwd, maar wel terdege ook aan iemands belijdenis. In de uitdrukking: getuigenis huns wandels, was de belijdenis meteen begrepen.
Daarom hebben onze kerken in 1947, toen de Kerkorde enigszins herzien werd, in artikel 82 terecht gesproken van een attestatie of getuigenis aangaande belijdenis en wandel. Het spreekt vanzelf dat de kerkeraad een getuigenis moet geven dat met de waarheid overeenkomt. De kerkeraad moet dit naar zijn beste weten doen. Terecht schrijft prof. dr. F.L. Rutgers in zijn reeds vaker aangehaald werk Verklaring van de Kerkenordening Deel IV, blz. 139: „De bedoeling daarvan is echter weer niet, dat in de attestatie iets moet gezegd worden omtrent de vroomheid, godsvrucht of geestelijken staat van den persoon, wien het geldt. Daarover oordeelt de kerkeraad niet. De intimis non judicat ecclesia. Maar er moet getuigenis gegeven over zaken, waarover de kerkeraad kan oordelen, nl. over uitwendige belijdenis en uitwendige wandel. Of het een hypocriet is, beslist de kerkeraad niet, maar moet aan God overgelaten. Blijkt uit belijdenis en wandel, dat hij niet Christelijk denkt en leeft, dan kan niet getuigd, dat hij onbesproken en onergerlijk is. Daarom wordt de attestatie in den regel gegeven in algemene bewoordingen en kiest men voor den gewonen vorm uitdrukkingen, die kunnen gelden voor alle gemeenteleden, omtrent wie geen aanmerking te maken is."  Hier rijst natuurlijk de vraag hoe het moet met leden die onder kerkelijke censuur staan. Als zij een attestatie aanvragen moet hun die gegeven worden, want het niet willen geven van een attestatie bij hun vertrek naar een andere plaats zou in feite gelijk staan met excommunicatie. De kerkeraad moet dus in zulk een geval een attestatie geven doch hierbij de waarheid betrachten. De gewone formulering van: gezond in het geloof en onbesproken in de wandel, kan natuurlijk niet gebruikt worden. Maar een korte vermelding van de censuur moet er op staan, waarbij dan de aantekening gemaakt kan worden dat de kerkeraad in een afzonderlijk schrijven de kerkeraad zal inlichten. Dit mag dan niet worden nagelaten.
De kerkeraad bij wie de attestatie wordt ingeleverd kan, na de ontvangst van de door de andere kerkeraad beloofde inlichtingen, met deze kerkeraad in correspondentie treden, om daarna naar bevind van zaken te handelen. De betrokkene kan misschien van de censuur ontheven worden, maar het is ook mogelijk dat de kerkelijke behandeling voortgezet moet worden, verg. prof. dr. H. Bouwman, Geref. Kerkrecht II, blz. 455. Het zal echter wel niet veel gebeuren dat iemand zich met zulk een attestatie bij een andere kerkeraad meldt — meestal onttrekt men zich dan aan de gemeenschap der kerk. Meldt men zich echter wel dan is dat een punt dat in het voordeel van de betrokkene pleit.
In het vorenstaande is feitelijk ook reeds de vraag beantwoord of een kerkeraad een attestatie mag weigeren. Dit mag niet, tenzij in zeer bijzondere gevallen, die wij hier nu buiten beschouwen laten (verderf van het kerkverband). De synode van 1934 heeft zeer terecht bepaald: Verder spreekt de Synode uit, dat een eenmaal afgegeven attestatie overeenkomstig de bepalingen der D.K.O. door den Kerkeraad van de nieuwe woonplaats van het betrokken lid moet worden geaccepteerd, acta art. 94. Het vloeit voort uit de aard van het kerkverband dat attestaties niet mogen worden geweigerd.
In een volgend artikel komen nog enkele zaken, de attestaties betreffende, aan de orde.

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (380)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 mei 1971

De Wekker | 8 Pagina's