Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Horizontalistische reformatie (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Horizontalistische reformatie (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Graag geven we het tweede artikel van ds. J. Overduin in 'Centraal Weekblad' door over het onderwerp, dat hij behandelde op de vergadering van het 'Confessioneel Beraad'.

Het is niet teveel gezegd wanneer wij beweren, dat de geest van de Aufklärung of de Verlichting, met geweldige kracht door de moderne theologie vaart.
Allereerst moet u weten, dat de Aufklärung een beweging was in de achttiende eeuw op wijsgerig en godsdienstig-historisch gebied. Iemand merkte eens op, dat de rechtzinnigheid bij Rome en de Reformatie nooit goed deze beweging heelt verwerkt. Dat wreekt zich en nu wordt ons die oude rekening gepresenteerd om die alsnog te voldoen.
Het gaat immers in de Aufklärung om het recht, de vrijheid en de soevereiniteit van de menselijke rede.
God heeft de mens zijn verstand gegeven om dat te gebruiken. Dat laatste is inderdaad waar. Hij heeft ons het verstand gegeven om te gebruiken, maar niet om te misbruiken.
Het is misbruik, wanneer ons verstand zo verabsoluteerd wordt, dat het Gods Woord onderwerpt aan eigen oordeel. Dan wordt Gods Woord aanvaard voorzover het redelijk is. (Gebruik maken van ons verstand is de Here God kennen en dienen naar Zijn Woord).

Onbegrensd vertrouwen in goedheid van de mens
Het is kenmerkend voor de Aufklärung, dat in plaats van het gezag van de Heilige Schrift, de belijdenis en de kerk het gezag van de menselijke rede optreedt.
Men kon dit zo vlot doen doordat men de ernst van de zonde, die ook het verstand verduistert en in een verkeerde richting doet denken, ontkende. Men had zodoende een naïef, haast onbegrensd vertrouwen in de goedheid van de mens en de betrouwbaarheid van de rede.
De mens in slavernij moest verlost worden van de bevoogding van de Heilige Schrift, de belijdenis en de kerk en komen tot de vrijheid en de mondigheid van de redelijke mens.
Met de loochening van de ernst van de zonde ging gepaard de verwerping van de verzoening door Christus en de rechtvaardiging door het geloof. Jezus was niet uniek, niet uitzonderlijk, niet „bovennatuurlijk", niet absoluut. Alles werd getrokken op het niveau van het algemeen-menselijke, zodat ook alle godsdiensten in wezen gelijk waren. Denk maar aan „Nathan de Wijze" met z'n drie ringen van Lessing.
God, deugd en onsterfelijkheid waren de drie scharnieren waar alles redelijk om draaide. Het ging om een humaniteitsreligie, binnenwereldlijk en binnentijdelijk, gegrond op een optimistische kijk op de mens.
Hier was geen plaats voor de diepe verlorenheid en schuld van de mens noch voor de unieke betekenis van Jezus Christus als God en Redder, noch voor de verzoening, noch voor de rechtvaardiging door het geloof alleen en door genade alleen. Ook geen plaats voor wedergeboorte en bekering.
Alle godsdiensten zijn gelijk en „ieder kan op eigen manier zalig worden". Op den duur zakten deze opvattingen in een verder nivelleringsproces naar het grondvlak van de samenleving, waar als hoogste waarheid gold „als je iedereen het zijne geeft, komt het wel in orde, als er een God bestaat".

Deze geest keert terug
Natuurlijk is de Aufklärung ook in de negentiende en twintigste eeuw haar invloed blijven uitoefenen, maar in de laatste twintig jaren toch wel in zeer sterke mate. Ook nu weer de afkeer van alles wat zweemt naar het bovennatuurlijke, het bijzondere, het uitzonderlijke en het eenmalige in de openbaring van de Heilige Schrift. Ook nu weer het laten opgaan van het Evangelie in de humaniteit, de medemenselijkheid. Ook nu weer alle waarden van het evangelie uitsluitend binnenwereldlijk en binnentijdelijk maken.
Ook nu weer een gezag boven de Heilige Schrift, omdat het criterium van de waarheid ligt in de menselijke rede of in de momentale relevantie (noodzakelijke belangrijkheid).
Er is vanzelfsprekend ook verschil. In de Aufklärung zien wij dit alles vooral afspelen in de context van de enkele mens, met sterke uitlopers in het politieke en sociaal-economische vlak.
Tegenwoordig presenteert zich de geest van de Aufklärung vooral in een collectieve mondigheid. Hoe ging het toch met de theologen, die door deze geest beheerst werden?
Hoe speelden zij het klaar met de Bijbel, die een totaal andere geest ademt?
Nu moeten we niet vergeten, dat Gods Woord op vele plaatsen óók spreekt van vrijheid, mondigheid, volwassenheid, van liefde tot de naaste en van verstand en wijsheid als gaven Gods.
Theologen van de Aufklärung of verlichting konden heel wat teksten aanvoeren om hun „natuurlijke en redelijke en zedelijke godsdienst" op grond van de natuurlijke, algemene en redelijke openbaring te funderen.
Maar dit konden zij alleen doen door die teksten te ontwortelen, uit het eigen klimaat van heel de openbaring te halen, te annexeren, te laten buikspreken, en al te duidelijke woorden uit de Schrift, die in hun theologisch systeem niet van pas kwamen, te verwerpen als Joodse en farizeïstische overblijfselen of als heidens bijgeloof. Heden ten dage zien wij ook op ontstellende wijze hoe bepaalde aspecten van het evangelie losgemaakt worden uit de totaliteit van het evangelie en daardoor een zelfstandig bestaan gaan voeren in totaal ander geestelijk klimaat. De teksten uit de Bijbel raken uit hun doen en functioneren niet meer naar hun oorspronkelijke bedoeling. Het worden ontwortelde „waarheden".
De geschiedenis van de theologie waarschuwt ons eigenmachtig met de Heilige Schrift om te springen, haar zo te manipuleren dat men van alles alles kan maken.
Om misverstand te voorkomen, moet ik hierbij opmerken dat dit misbruik niets te maken heeft met een eigentijds functioneren van het Evangelie.

Paulus en Aufklärung
De N.C.R.V. bewijst velen een grote dienst met de ethercolleges. Bijzonder boeiend was de serie van achttien colleges over Paulus.
Wanneer ik enkele titels noem, zult u begrijpen dat we hier met een interessante informatie, aangaande de vraag: hoe functioneerde Paulus in de kerkgeschiedenis en de theologie, te doen hebben.
Ik noem dan: Paulus in de vroege kerk, bij Thomas Aquino, Luther, Calvijn, concilie van Trente, Pascal, Kohlbrugge, Bultmann, Barth.
Voor ons doel zou ik willen wijzen op de colleges van Prof. dr. K. Scholder uit Tübingen, die een uiteenzetting gaf over Paulus en de Aufklärung.
Daar kan men lezen, wat ik bedoelde met het wetenschappelijk en ethisch onverantwoordelijk omspringen met Paulus door de Aufklärungstheologen. Zij volgen of het recept van annexatie en exploitatie voor eigen vooropgezette ideeën, waardoor zij Paulus laten zeggen wat zij wensen, of (en) het recept van verwerpen wat zij niet gebruiken kunnen.
Hun autoriteit is hoger dan die van de geroepen apostel des Heren.
Zo wordt Paulus nu eens „de held der vrijheid", de eerste Aulklärungstheoloog, die zich verzette tegen het bekrompen Judaïsme en wetticisme, dan weer „de held der universaliteit" en der algemeenheid, die de leer van Jezus verbreidde over de hele wereld en zich vrijvocht uit de enge banden van het Jodendom, en dan weer is Paulus „de aartsvijand van het simpele en redelijke evangelie van Jezus", doordat hij nog vastzit aan de onredelijke en onzedelijke verzoening door het bloed van Christus. Dit geknoei (zo laat prof. Scholder zien) kan zelfs uitlopen op de antisemitische theologie van de Duitse christenen ten tijde van Hitler. Paulus, de verderver van de Duitse religie tegenover Jezus, de reine Ariër.
In 1905 verscheen reeds zulk een anti-Paulus en antisemitische theologie onder de titel van „Voorwaarts naar Christus! Weg met Paulusl Duitse religie".
Een waardige voorloper van Alfred Rosenberg „Mythe van de twintigste eeuw", die de weg naar Auschwitz baande.
Wanneer ons uitgangspunt niet is een gehoorzaam en nauwlettend luisteren naar heel de Schrift, maar een beheerst worden door de geest van de tijd, dan misbruiken wij ons verstand én Gods Woord.
Dan laten wij de Bijbel buikspreken om haar voor ons systeem te annexeren. En wanneer dat helemaal niet meer kan, omdat het er al te dik boven op zou liggen en omdat we niet meer kunnen wegexegetiseren, dan kunnen wij nog bedekt of openlijk weerspreken.
Deze tendens is in allerlei moderne theologie met de handen te tasten.
Ook de eenzijdige horizontalistische reformatie en de theologie der revolutie kunnen zich alleen staande houden door aanwending van bovengenoemde recepten.
Ik vraag me af: Waarom? Alsof het volle evangelie naar de Schriften niet voldoende ernst zou maken met het horizontale aspect van het evangelie. Ja, veel méér en veel diepere ernst!
De vraag blijft wel dringen of wij daarmede die Bijbelse ernst maken.
Wij zijn niet klaar met uitsluitend theologisch en Bijbels de dingen netjes op hun pootjes te zetten.
Gods Woord vraagt ons niet alleen de Waarheid te zeggen maar ook de Waarheid te doen. In elke reactie zit tegelijk een beschuldiging.
De volgende keer over Grensoverschrijdingen in de wetenschap.

De geest van de Aufklärung keert terug. Gehoorzaam luisteren naar het hele Woord van God is in elke tijd dringende noodzaak.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Horizontalistische reformatie (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1971

De Wekker | 8 Pagina's