Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Getuigenis (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Getuigenis (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ons blad, dat twee weken geleden uitkwam, namen we het „Getuigenis" op, dat begin oktober verscheen uit de kring van de Ned. Herv. Kerk, gericht „Aan de Gemeente van Jezus Christus". In de eerste plaats is aan de Hervormde Kerk gedacht, maar toch tevens aan vele andere kerken, die in eenzelfde nood verkeren. Het Getuigenis gaat ons dus allen aan. Reden waarom we het in ons blad bespreken, nu we - gelukkig! - na het uitvoerige synodeverslag ruimte en gelegenheid hebben ons weer op andere onderwerpen te richten.

Een gebeurtenis
De verschijning van dit Getuigenis is een gebeurtenis in kerkelijk Nederland. Reeds eerder verschenen Verklaringen over de geestelijke en kerkelijke situatie. Maar dit Getuigenis gaat in betekenis alle vroegere verklaringen te boven.
Dat is enerzijds te danken aan de opstellers, die niet uit één bepaalde hoek komen. Het zijn niet alleen mensen uit de kringen van „de Geref. Bond, die dit Getuigenis de kerk in„geslingerd" hebben. Prof. Van Niftrik, die na de oorlog zich naam maakte als propagandist van de Barthiaanse theologie, behoort ook tot „de eerste zes". De weduwe van de briljante Utrechtse dogmaticus Van Ruler laat door haar actieve deelname weten dat met dit Getuigenis een van de wensen van haar overleden man vervuld is.
Ook onder de namen van de „tweede dertien" treffen we vogels van diverse pluimage aan: de geëmeriteerde Leidse kerkhistoricus Bakhuizen van den Brink; de ex-praeses van de hervormde synode, dr. G. de Ru; de Utrechtse Nieuw Testamenticus Van Unnik; de uit mijn jeugd en Haagse schooltijd mij bekende, even als ondergetekende 's-Gravenzandse domineeszoon, S. Kooistra, nu predikant te Rotterdam - om niet meer te noemen.
Het feit dat zovelen uit zo verschillende kring achter dit Getuigenis staan, maakt duidelijk dat hier iets heel bijzonders aan de hand is. Het gaat hier niet om specifieke geref. bondsstokpaardjes, maar het gaat hier om het belang van de Ned. Herv. Kerk allereerst; maar toch tegelijk om een richtinggevend woord in de huidige verwarring op kerkelijk en theologisch gebied; om een uitweg uit de huidige geloofscrisis, die bezig is alle kerken aan te tasten.
De vele reacties die op dit Getuigenis zijn gekomen, bewijzen slechts dat de opstellers raak hebben geschoten. Ongewoon fel zijn de reacties. Dit Getuigenis heeft contra-getuigenissen en -verklaringen opgeroepen, die er niet om liegen en die laten zien hoe groot de kloof is tussen figuren niet alleen uit één kerk, maar ook tussen personen, die voorheen eensgeestes waren.
De studentenpredikanten uit Leiden voelen zich door hun vroegere leermeester Van Niftrik in de steek gelaten. „Doordat u tijdloos en geschiedenisloos evangelische uitspraken doet moet u wel onschriftuurlijk spreken", zeggen deze heren.
Dr. M.H. Bolkestein uit Zeist is blijkens een ingezonden stuk in „"Woord en Dienst" verdrietig over dit stuk. De toon van dit Getuigenis doet velen niets meer van de kerk verwachten. Waarom moest het zo?
In hetzelfde blad schrijft een andere predikant: Het Getuigenis is een gemiste kans. Een in een dergelijke toon gesteld Getuigenis zal weinig kans maken door de tegenstanders gehoord en ernstig genomen te worden.
En nog houdt de stroom aan.
Vanmorgen - woensdag 10 november - berichtte de pers een reactie uit Groningen ondertekend door 22 hoogleraren en predikanten, die stellen dat adhesie van dit Getuigenis van de kant van de synode een ramp zou zijn.
Een andere Groninger reactie van een Zuid- Afrikaanse lector vertelt dat dit Getuigenis de voorstanders van de apartheid in Zuid-Afrika in de kaart speelt. Als dit nummer verschijnt heeft de synode van de Hervormde Kerk zich reeds bezonnen op dit Getuigenis. Met spanning wordt naar een beslissing uitgezien. Een en ander maakt duidelijk dat er wel wat aan de hand is en dat de kerkelijke wateren in hevige beroering zijn gekomen.
Het Getuigenis moet wel iets belangrijks aan de orde stellen, dat het zoveel reacties kan oproepen en zoveel hooggeleerde en weleerwaarde heren het de moeite waard vinden te laten weten hoe zij over dit Getuigenis denken.

De inhoud
Het is niet nodig een korte samenvatting van de inhoud te geven. Liever gaan we direct tot een beoordeling over.
Die beoordeling kan nu niet meer los staan van de verschenen reacties. Het bezwaar dat tegen dit Getuigenis wordt ingebracht is dat het eenzijdig is; dat het de taal van deze tijd niet spreekt; dat de opstellers voorbijgaan aan de eigenlijke vragen, die aan de orde zijn. In dit verband is opmerkelijk dat de brief van Karl Barth aan de organisatoren van de beweging „Geen ander Evangelie" aan de opstellers wordt toegezonden. Teneur van deze brief is: als u zich niet inzet voor het wegnemen van misstanden en strijdt voor maatschappijvernieuwing, dan is uw hele getuigenis een dode, goedkope, muggenziftende en kamelenverzwelgende en dus farizese belijdenis.
Dat zijn scherpe woorden, die tot nadenken stemmen en die doen vragen: waarom deze felle reactie? Is het waar dat de geloofwaardigheid van een getuigenis afhangt van de daden, die men wil doen en de plannen die men heeft om actie te voeren t.a.v. allerlei misstanden in deze wereld?
Het moet toegestemd worden dat het Getuigenis eenzijdig is; dat bewust gezegd is dat de liefde tot God en de liefde tot de naaste niet samenvallen. Duidelijk wordt positie gekozen tegen steeds meer doordringende theologische opvattingen; tegen een verkeerd gericht activisme; tegen de functionalisering van het geloof, ja van God Zelf.
De opstellers hebben bewust willen aansluiten bij het erfgoed van de Reformatie. Het wordt met de dag duidelijker - zeggen zij - dat de veranderingen in theologie en prediking een volledige breuk met het verleden der Kerk kunnen gaan betekenen. Het is duidelijk te merken dat in dit Getuigenis verontrusting doorklinkt over de gang van zaken. Dat dit Getuigenis verscheen kort na de geruchtmakende zaak van Kosmokomplot zegt bijzonder veel. Nu wilde men niet langer zwijgen. Men moest spreken. Het Getuigenis heeft gesproken en heeft de Kerk teruggeroepen naar het geloof der vaderen, dat in zeven punten op duidelijke wijze voor deze tijd wordt toegelicht. Ieder, die de Kerk liefheeft en geworteld is in de belijdenis der Kerk zal zich verblijden over dit moedige getuigenis, dat tegen de geest van de tijd en de nieuwere theologie ingaat.
Zeker kunnen er opmerkingen worden gemaakt. Een lezer merkte n.a.v. de opname van dit stuk in ons blad op dat niet gesproken wordt over de autoriteit van de Heilige Schrift, haar waarheid, onfeilbaarheid en betrouwbaarheid, waarvan de ontkenning de bron van alle gesignaleerde dwalingen is. Maar dat zou ook moeite gegeven hebben, meent deze lezer, gezien de naam van prof. Van Niftrik, die niet bepaald gereformeerd denkt over het gezag van de Bijbel.
De drie predikanten Talsma hebben bezwaar tegen het feit dat in punt 3 gesteld wordt „Onze zonden zijn vergeven en onze schuld is verzoend." Een bezwaar dat ze volhouden. Ook enigszins te begrijpen al wordt in punt 7 toch wel duidelijk gesteld dat het christelijke geloof in de eerste plaats een persoonlijke zaak is.
Ook zou men kunnen vragen of niet nog andere dingen hadden kunnen worden genoemd, die ons misschien in onze situatie als chr. gereformeerd en meer zouden hebben aangesproken.
Maar u moet dit Getuigenis toch wel zien tegen de achtergrond van de nieuwere theologie, de generale kerkelijke en geestelijke mentaliteit, die voortvreet. Tegen die achtergrond in deze situatie is dit Getuigenis, door zovelen ondertekend, is het een reden om dankbaar te zijn dat dit geluid wordt gehoord.
Men moest eenzijdig zijn om niet misverstaan te worden en alles met mooie woorden en in- en uitgepraat weer glad te strijken, zodat ieder zijn gang kon gaan.

De gevolgen
Wat zullen de gevolgen van dit Getuigenis zijn?
We zijn benieuwd wat de hervormde synode zal zeggen; leidinggevende figuren hebben zich op de vlakte gehouden, wetend dat het niet de slechtste leden van de kerk zijn die hier achter staan.
Zal dit Getuigenis een reveil inluiden en bij elkaar brengen allen, die vast willen houden aan de reformatorische erfenis, niet blind voor de vragen van de tijd, maar er diep van doordrongen dat geen verandering van structuren iets baat zonder verandering van hart en dat daarom de prediking van zonde en genade, de proclamatie van het Koninkrijk der hemelen alleen de remedie is tegen de kwalen van de tijd? De beste dienst die de kerk aan de wereld kan bewijzen is de bewaring van het Woord Gods.
Aan deze dienst wilde het Getuigenis dienstbaar zijn.
Het moge om die reden weerklank vinden bij alle kritiek die er op te maken is. Er moest iets gebeuren.
Zal dit Getuigenis de N.H. Kerk reformeren? Wat zullen de opstellers doen, als de synode dit Getuigenis afwijst?
Afscheiding zit er niet in? Of toch wel? In ieder geval:
Als deze stem nu maar doordringt, de prediking beïnvloedt, de kerken tot nieuw leven brengt. Het gebed om de werking van de Heilige Geest is in alle kerken wel zeer nodig.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Het Getuigenis (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1971

De Wekker | 8 Pagina's