Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geeft de Here de hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geeft de Here de hand

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Kron. 30: 8b

Wat kan het je goed doen een stevige handdruk te mogen ontvangen. In momenten van verdriet, teleurstelling of eenzaamheid doet het soms meer dan een vracht woorden. Je voelt het, die man of vrouw leeft met me mee, wil me helpen. Op hem of haar kan ik terug vallen. Wat is het heerlijk als je je eigen hand eens in een andere hand mag leggen. Als je je mag laten leiden.
Och, wij grote mensen doen dat niet zo gauw. Wij houden ze maar liever thuis. We ballen ze eerder in onze zakken, knijpen een doosje lucifers in snippers . . . we generen ons.
Een kind niet. Vaak voel ik zo'n knuistje. En dan besef ik het weer opnieuw wat vader zijn betekent en wat kind zijn zeggen wil. En dan druk ik dat handje stevig en zonder woorden zeg ik dan: je kunt op me aan, ik ben je vader. U begrijpt wel waar ik heen wil. Hoe staat het eigenlijk met die handen van ons? Hebben wij ze in de handen van de Here mogen leggen? M.a.w., is ons leven in Christus geborgen bij God. Of menen we de Here niet nodig te hebben? Wéten we het wel zoals Israël en Juda? Maar dat is verschrikkelijk. Dan zijn de gevolgen niet twijfelachtig.
Het is ontroerend deze geschiedenis in Kron. te lezen. Hizkia is 25 jaar oud als hij zijn vader Achaz opvolgt. Een zoon gaat nog al eens in het spoor van zijn vader, maar Hizkia niet. Hizkia vreest de Here. Lezen we van Achaz dat hij het land met gruwelen vervulde, van Hizkia horen we in het voorgaande: „Nu is het in mijn hart een verbond te maken met de Here, de God Israëls". We moeten dit niet zo verstaan alsof in deze het initiatief van Hizkia uitging. Dat verbond was er en is er. Dat verbond heeft de Here met Zijn volk opgericht. Hierin is de Here de trouwe God Die Zijn beloften handhaaft. Dan blijft er enkel voor Hizkia en ook voor ons over om te komen tot een inwilliging van het verbond. Denkt u maar eens aan die passage uit het Doopsformulier. Welnu, Hizkia geloofde God op Zijn Woord. Hij mocht zien wie de Here voor hem en zijn volk wilde zijn. Hizkia heeft zijn hand, zijn hart aan de Here gegeven. Hij verstond: zalig hij die in dit leven Jakobs God ter hulpe heeft. Hizkia zag duidelijk de weg voor hem liggen die hij als koning allereerst gaan moest, n.l. de dienst des Heren in de tempel herstellen en zijn volk oproepen tot waarachtige bekering.
We zien dan dat hij in zijn reformerend optreden niet bang was om de dingen bij de naam te noemen. Hij erkende het verband tussen zonde en straf. Omdat het volk de dienst des Heren verlaten heeft „daarom is een grote toorn des Heren geweest over Juda en Jeruzalem".
En dan roept hij het zijn volk a.h.w. toe: wendt u naar de Here en wordt behouden. Het kan nog, het mag, „want de Here, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden zo gij u tot Hem bekeert".
Zo horen we de boden in Israël en Juda roepen: „Geeft den Here de hand en komt tot Zijn heiligdom". De bedoeling is niet duister. Ik heb er al iets van laten doorschemeren. Bij begroeting is zij een teken van gemeenschap en hartelijkheid. Aan een vijand wordt de hand geweigerd. Bij verbintenissen duidt zij zinvol aan, dat gij trouw belooft en op handslag bezegelt.
De Here vraagt dat we ons aan Hem overgeven. De Here vraagt onze hand, ons hart, ons helemaal in Zijn dienst.
Israël en Juda zijn van de Here afgeweken. Ze hebben hun handen uit Gods hand losgetrokken, wilden eigen vrijheid. Maar laten we niet meewarig het hoofd over hen schudden. Hebben wij onze handen ook niet losgewrongen uit Gods hand? We zijn toch niets beter? En ook als we genade kennen bedroeven we de Here nog zo vaak door onze handen terug te trekken. Hoe dikwijls weten we het zelf beter? Onze handen . . . wat hebben we daar zoal niet mee gedaan? Als we dat eens eerlijk overdenken bij het licht van Gods Woord . . . dan is het helemaal geen wonder dat we ze zo graag op de rug houden. Wat moeten we ons dan schamen. Wat heeft de Here toch geduld met ons, wat is Zijn zondaarsliefde toch oneindig groot daar het ook nu nog geldt: „geeft den Here de hand". Mag dat en kan dat? Ja. We mogen onze handen uitsteken omdat de Here reeds Zijn handen naar ons heeft uitgestoken.
Het Paasfeest en de roep van Hizkia behoren bij elkaar. Zonder het eerste was het tweede niet mogelijk. In de Here Jezus Christus roept de Here ons tot het heil. Wij mogen onze bezoedelde handen leggen in die doorboorde handen van Hem. Het bloed van de Here Jezus reinigt van alle zonden.
Weet u wat de troost is als u uzelf aan Hem hebt mogen toevertrouwen? Het eerste antwoord uit onze H.C. In leven en sterven het eigendom van Christus, Die mij in de hoede van Zijn Vader bewaart en door Zijn Heilige Geest van harte willig en bereid maakt om Hem te dienen.
Wandelen aan 's Heren hand. Kunt u zich iets geweldigers voorstellen? Te mogen leven in 't lieflijk licht van Zijn vertroostend aangezicht. Als u nog alleen uw weg zoekt, geef dan toch acht op deze nodiging des Heren en bid de Heilige Geest dat Hij u in al de waarheid leide.
„Barmhartig en genadig is de Here, en Hij zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert".

IJmuiden, R. van Beek

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Geeft de Here de hand

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 november 1971

De Wekker | 8 Pagina's