Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Licht ten tijde van de avond (14)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Licht ten tijde van de avond (14)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij verwachten: een nieuwe hemel
Als het geloof, bij het licht van Gods beloften door het venster van de hoop uitziet naar wat komen gaat; als de Here Zijn kinderen thuishaalt, is het de rijke verwachting: dan zullen we altoos met de Here zijn.
Waar de laatste banden die ons aan dit zondig bestaan binden verbroken worden en het stof, ons lichaam, weerkeert tot de aarde, gaat de geest tot God die haar gegeven heeft.
Dit hemelleven van Gods verloste kinderen is de inzet van het feest der eeuwigheid, waar hun blijdschap onbepaald (onbeperkt) door het licht dat van Zijn aanzicht straalt, ten hoogste toppunt zal stijgen.
Daar, in de hemel, in de sferen van het ontoegankelijk licht, waar God zich direct in de volheid van Zijn heerlijkheid openbaart, waar Hij troont, zingen de engelen en is het zijn, het leven van de verloste scharen gekocht door het bloed van het Lam, één loflied voor Hem die op de troon zit.
Toch is dit hemelleven „slechts" de inzet van 't majestueuze herscheppingswerk van de Drieënige God. Nog is God niet alles en in allen! Nog woedt de macht der zonde en des doods op Gods geschapen wereld, nog juist, daar hij weet dat hij slechts een korte tijd heeft, tracht de grote tegenstander van den beginne, de satan, zoveel mogelijk afbreuk te doen aan de opbouw van Gods heerlijk Koninkrijk door zondaren te verleiden en het leven op aarde te maken tot een stervensgang vol leed en Gods wereld tot een puinhoop van ellende.
Nee, we weten al zijn Gods reeds thuisgehaalde kinderen in den hemel, dat die hemel nog ver is van de aarde. Daar in de hemel is geen nacht en geen pijn, daar zijn geen tranen en daar is geen eenzaamheid en rouw meer. Daar is de Here God in al de volheid van Zijn leven de volle bron waaruit zij ongestoord gelest worden.
Zeker, hier op de aarde is de Here ook tegenwoordig. Hij is de alomtegenwoordige. En Christus die het beloofd heeft houdt woord: met Mijn genade, majesteit en geest wijk Ik nimmermeer van u.
Maar hier duurt de strijd nog tussen Geest en geest, tussen Christus en de anti-christ. Hier wordt de Geest bedroefd, de Christus Gods in Zijn reddende zondaarsliefde gesmaad en de Vader, God dood verklaard.
Maar Christus heeft nog het Koninkrijk niet overgegeven aan Zijn Vader, omdat het nog niet vol is. Het toebrengend, kerkvergaderend werk van de Overwinnaar in de troon gaat nog door zolang tot de laatste der uitverkorenen uit het laatst levende mensengeslacht zal zijn toegebracht.
En als die levende tempel van Gods glorie voltooid is en alle stenen ingevoerd in de muren van het bouwwerk der eeuwigheid, waarvan God zelf de Kunstenaar en Bouwheer is, dan zal het einde zijn.
Wij verwachten naar Zijn belofte, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openb. 21). En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbij gegaan en de zee was niet meer. Dan zullen, zo zegt Hij die op de troon zit, de eerste dingen voorbij gegaan zijn.
Dan is heel deze tijdelijke bedeling voorbij.
Wij mensen, die onze korte gang door de tijd tussen wieg en graf op deze eerste aarde maken, die door de zonde gebroken en ontluisterd is, hebben nog maar een gebrekkige kennis en weinig oog voor de wonderen van Gods wijsheid, die op deze aarde Zijn glorie in het werk van Zijn handen vertellen.
Wij kunnen ons als stofbewoners, in ons lichamelijk bestaan gebonden aan de tijd en de ruimte al geen voorstelling maken van het hemelleven, hoe zullen wij ons dan Gods glorieuze einddoel, als het heelal herschapen wordt en alles doorstraald zal zijn van Zijn heerlijkheid en wijsheid en almachtige grootheid, voorstellen?
We weten niet wat het zijn zal en hoe wij zijn zullen, maar dat wat de Here ons ervan geopenbaard heeft is genoeg om de stoutste verwachtingen te overtreffen!
Allereerst laat God ons in Zijn Woord duidelijk weten, dat er verwachting is ook voor ons lichaam. Gods verlossing, in Christus volbracht, is niet alleen een verlossing voor onze ziel, onze geest, maar God verlost en herschept mensen als Zijn herstelde beelddragers. De lichamen zullen naar Gods belofte door Zijn onbeperkte almacht eens worden opgewekt in onverderfelijkheid en heerlijkheid. Zoals de Paasmorgen ons de totale overwinning van de Eersteling uit de doden, Jezus Christus predikt, die niet alleen geestelijk opstond en voortleefde, maar Zich met Zijn opstandingslichaam veertig dagen lang vertoond heeft aan de Zijnen, zo zullen in de eeuwige morgen als Christus wederkomt op de wolken, allen die Zijn verschijning hebben liefgehad Hem gelijk wezen en Hem tegemoet gaan in de lucht.
De structuur van het opstandingslichaam dat we verkrijgen zullen is ons onbekend, zij die dan nog leven op de aarde zullen in een punt des tijds veranderd worden, schrijft Paulus, en niet meer gebonden aan tijd en ruimte zullen zij naar lichaam en geest Hem eeuwig dienen en loven.
Zal dan die nieuwe verloste en herschapen mensheid weer naar de hemel gaan? Nee en ja! Niet de hemel in de zin van sferen waar tot de jongste dag de geesten der volmaakt rechtvaardigen God prijzen. Ook die eerste hemel gaat voorbij. Maar wel de hemel in de zin van het altoos herschapen in heerlijkheid met de Here zijn en Hem dag en nacht dienen in Zijn tempel!
Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Het nieuwe zal zijn dat dan de verhoudingen totaal anders zullen liggen. Nu is er de scheiding tussen hemel en aarde. Nu is de hemel ver en de aarde nog bezet gebied van de duivel en woon- en werkplaats van opstandige zondaren die God haten en Zijn eer roven.
Maar dan zal de hemel op aarde zijn en de aarde hemel zijn. Want een luide stem van de troon doet Johannes het horen: Zie de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen en ze zullen Zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn . . .
Dat is hemel en aarde tegelijk.
En als nu voor u de hemel vaak zo ver is en Gods mooie aarde door zonde en ongerechtigheid zo onleefbaar gemaakt en geschonden wordt, hoort u dan het ganse schepsel niet zuchtend verlangen als in barensnood, verwachtend dat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden, tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods?

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Licht ten tijde van de avond (14)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1972

De Wekker | 8 Pagina's