Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Proeve van de Raad van Kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Proeve van de Raad van Kerken

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit een artikel „Raad of verraad van Kerken" van de Geref. predikant, dr. E. Masselink, in „Waarheid en Eenheid" geven we een gedeelte door dat handelt over de Proeve van beginselverklaring.

Toen de Nederlandse Raad van Kerken kwam, werd die geen lid van de Wereldraad; dus kon Rome ook meedoen.
Deze Raad van Kerken dan heeft begin 1971 een Proeve van beginselverklaring opgesteld (door de secretaris prof. Fiolet, R.K.) en daarin spelen uitdrukkingen als „dienst aan de wereld", „het heilshandelen van God in de actuele problemen van onze samenleving", „de Geest als de messiaanse gave die de wereld voortstuwt naar haar bestemming, het Rijk van God", e.d. een beheersende rol.
En dat is nu juist de grote misleiding.
Wie zou er niet dankbaar voor zijn als met nieuwe en sterke prikkels de kerken tot een genoemde taak en roeping wakker geschud werden? Met volstrekte ernst stelde Jezus dat niet een vroom en theologisch gepraat (het Here-Here roepen!) beslist, maar de ernst waarmee wij Gods wil trachten te doen. Met veel gelijkenissen bezwoer Hijzelf ons; en de apostelen hebben aanzienlijke stukken in hun brieven daaraan gewijd; van de Jacobusbrief krijg je het zweet in je handen.
Maar, wanneer wij door de Proeve als leerlingen van de Heer en als trouwe knechten aan de goede werken (van solidariteit, economische en sociale verlossing etc.) gezet worden, doch over de Heer Zelf wordt niet op overtuigende, overrompelende en beheersende wijze gesproken, dan is die oproep tot ons heilshandelen niet slechts een doodvermoeiend stuk optimisme en wetticisme, maar ook een afschuwelijke verloochening van het ware en ene Evangelie!

Om dat duidelijk te maken willen we op de (doorlopende) hoofdlijnen van de Proeve letten. De kernzin en (bijna) de aanvangszin luidt: „De deelnemende kerken willen gestalte geven aan de gemeenschap van kerken; zij doen dit in het geloof in de ene Heer Jezus Christus als het Hoofd van de Kerk en de Heer van de wereld". Wel wat vaag, maar het is ook nog maar het begin. Dacht u. Helaas volgt na deze openingszin die tirade over onze dienst aan de wereld, waardoor de kerken „de wil van God trachten te ontdekken"; en komt „het heilshandelen van God in de actuele problemen van de samenleving" en variaties daarop ter sprake. En daar blijft het bij; want wat het volle en verworven heil in Jezus Christus werkelijk is, daarvan lezen we niets. Mogen de gezamenlijke Kerken zwijgen van het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende was enz.? Als wijzelf, persoonlijk (ja, persoonlijk! de mondige mens . . ook in de genade!) niet de gemeenschap met Christus kennen, wat zullen we dan bedoelen met de Heiland der Wereld?
De opsteller (prof. Fiolet) weet het spits te zeggen als de Proeve over de verdeeldheid der kerken opmerkt, dat die zou zijn „ten gevolge van hun ontrouw aan de opgave om de waarden van het Rijk van God concreet te vertalen in menselijke samenleving". Een spits woord over de ontrouw; maar over de verdeeldheid van de Kerk en over de daarmee verbonden ontrouw hadden meer centrale dingen gezegd moeten worden. Fiolet gaat voortdurend aan de essentialia (de wezenselementen) voorbij; om met accidentia (concrete situaties) de waarheid te bepalen.
Neem even verder deze zin: „Alleen door de geloofsverbondenheid van alle kerken over heel de wereld kan de gave van de verzoening in Christus als verlossing beleefd worden in het zoeken naar een oplossing van de nationale en internationale problemen van onze tijd".
Nou, de ware geloofsverbondenheid is er ondanks alle kerken (in eenheid des waren geloofs, Cat. Hd. 21); maar de Proeve bedoelt een en al te menselijk gerichte „geloofsverbondenheid", getuige het laatste deel van de zin. De waarachtige oproep tot de ware verlossing in de ware nood der wereld (de stoffelijke en geestelijke nood) gaat uit van de Geest en van alle echte geloofsgetuigenis sinds Jezus zei: kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijt. En dit getuigenis laat zich door onze zonden (ook van de kerkelijke verdeeldheid) het zwijgen niet opleggen. Maar de Proeve zwijgt juist daarover wel; en daardoor zijn aan alle oproepen in die beginselverklaring de hielpezen doorgesneden.

DeKerken reageren
Dezer dagen heeft de Hervormde Synode over de Proeve gediscussieerd en de kritiek was ondubbelzinnig. Het motto „niet praten maar doen", „niet de Heer maar de leer" e.d. werd scherp ondertekend en afgekeurd. Alleen enkelen, die nog met zo'n fataal-eenzijdig menselijke formule de geloofszaken willen „oplossen" hadden een goed woord voor de Proeve; de anderen herkenden hierin niet de taal van Christus Kerk. Om ds. Landsman, de begaafde synode-secretaris met name te noemen, deze zei dat het gesprek zal voortgezet worden, maar niet alleen op basis van deze proeve, die de kerken te veel onder het juk van de wet drijft. Had ds. Landsman de begaafde coördinator het woordje „alleen" maar weggelaten!
Op onze Synode was in de januarizitting de kritiek zeker niet minder: de ware nood is in de Proeve niet gepeild; onze identiteit als belijdende kerk herkennen we niet in de Proeve; de centrale heilswerkelijkheid van rechtvaardiging en verzoening ontbreekt. En het bleek ook dat behalve prof. Fiolet het z.g. oecumenisch aktiecentrum in Driebergen een groot aandeel in de opstelling heeft gehad. Ook prof. Fiolet was in persoon ter synode aanwezig en probeerde toen nog, en daar nog, te verdedigen: wij wilden een nieuwe richting duiden; het heil moet niet te veel geïndividualiseerd worden.
Hoe duidelijk de kritiek van onze synode ook was, had er niet een ontwijfelbaar nee moeten klinken. Aan welk humaniseringsproces en aan welk gesaeculariseerd heilsuniversalisme laten wij toe dat het Evangelie van Jezus Christus uitgeleverd wordt, onder het mom van de Raad van Kerken?
Uit bovenstaande kan gebleken zijn, dat ook deze Proeve ons op de weg van het „andere evangelie" wil leiden: en dat is geen evangelie. De synode had moeten besluiten met zulk een Raad van Kerken niet meer van doen te willen hebben.
Misschien zullen prof. Fiolet en andere doorgeslagen oecumene-voorstanders zeggen, dat dit artikel weer echt polariserend is. Maar dan mogen zij weten dat wij beslist geen óf-óf voorstaan: of het persoonlijk heil of de reële inzet voor een betere wereld. Wij staan het èn-èn voor: Christus is de enige en volkomen Zaligmaker Die in geloof aanvaard wil worden èn Zijn genade heeft consequenties voor ons leven in de wereld.
Maar tevens zijn wij overtuigd, dat de tendens van de Proeve fataal polariserend is met het eenzijdige aardse heil door menselijke goede wil te realiseren. Deze polarisatie is een ontkenning van het ware Evangelie van Christus' kruis en opstanding; en zij leidt de kerk en wereld op een dwaalweg; en zij verduistert de ogen voor de grote verzoeking van de lawineuze Godsverzaking die heel onze beschaving thans bedreigt.
Wie zal het ons duidelijk maken dat onze tijd veel meer kritiek is dan de renaissancetijd van plm. 1500 en dan de tijd van de franse revolutie plm. 1800? Omdat de humanisering vandaag de Kerk is binnengedrongen en onder de schone naam van Oecumene een ander evangelie brengt.
In onze grote wereldnood en kerknood moge Jezus' woord ons staande houden: de poorten van het dodenrijk zullen Mijn gemeente niet overweldigen.

Het standpunt van dr. Masselink onderschrijven we. Stelling 13 bij het proefschrift van prof. Versteeg luidde: De „Proeve van de beginselverklaring van de Raad van Kerken in Nederland" kan niet dienen als basis voor de eenheid van de kerken, wanneer men althans „eenheid" verstaat in de zin, waarin het Nieuwe Testament daarover spreekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Proeve van de Raad van Kerken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1972

De Wekker | 8 Pagina's