Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Permanent Paasfeest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Permanent Paasfeest

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve feestvieren ..."— 1 Kor. 5, 7b. 8a

„Alle tijd is voor de christenen feesttijd" zei Chrysostomus (± 400 na Chr.) en daarmee is hij in volledige overeenstemming met de hierboven afgeschreven woorden. Paulus, toch al niet zo gesteld op het „waarnemen van dagen, maanden, vaste tijden en jaren" (Gal. 4, 10) wekt de gemeente op om altijd feest te vieren. Dat mag - en behoort! - de levenshouding van de kerk te zijn: ze mag met vreugde deelnemen aan het leven van verlossing en vernieuwing, dat Jezus geeft.
In de praktijk van ons persoonlijk en kerkelijk leven blijkt dat echter lang niet altijd zo gemakkelijk te liggen: „het kan niet altijd feest zijn" is onze stelregel vaak.
En dat is te begrijpen: we zitten met een leven en in een wereld waarin de gevolgen van de zonde doorwerken; als er iets van vreugde is, dan wordt die zo gauw bestreden; en onze persoonlijke levensomstandigheden lenen zich echt niet altijd voor blijdschap. Er is inderdaad zovaak zoveel „te klagen".
Ook ná het gevierde paasfeest. We hebben gezongen van de Here, die de dood overwon: „nu vangt het nieuwe leven aan, nu jaagt de dood geen angst meer aan", enz. Maar hoe lang en hoe vaak zingen we dat na Pasen nog? Hoe dikwijls breken onze liederen stuk op de keiharde feiten in en rondom ons leven? We vragen elkaar in de regel of we goede feestdagen „gehád" hebben - niet of het nog altijd feest ís . . .
Toch kán het; en móét het ook. We zullen niet alleen óp Pasen van het leven zingen, maar ook alle dagen daarna dat nieuwe beleven: elke dag mag een feestdag zijn.
Het geheim daarvan vinden we niet in onze eigen omstandigheden of kracht en grootheid. Wie dat zou menen, moet te horen krijgen: „uw roem deugt niet" (vs. 6) - dan is het „feest" (als het die naam waard is) van verkeerde kwaliteit.
De enige grond waarop het feest berust, is: het geslachte Lam. Is: Gods daad van offer en verzoening in Christus, die ons zó overweldigt dat we daarvan op slag nieuwe mensen worden. In de persoonlijke ontmoeting met Christus, in de toeëigening van Hem als „óns" paaslam wordt het nieuwe leven geboren; een nieuw leven, dat als een van de wezenskenmerken heeft de „hartelijke vreugde in God". Zoals Israël in Egypte achter de deur, waaraan het bloed van het lam was gestreken, aan het feest begon, zó mag dan de gemeente die de kracht van het offer en van het bloed van Christus kent, aan het feest van het nieuwe leven beginnen. En ermee doorgaan. Dat kan, omdat het „Lam, staande als geslacht" (Openb. 5, 6) nog altijd bezig is zijn gemeente te vervullen met alle heil en genade.
Behalve het geheim van dat doorgaande feestvieren, leert Paulus ons hier ook het gehalte daarvan. Heilshistorisch gezien leeft de gemeente in de tijd, die op het Pascha volgt: de tijd van het feest van de ongezuurde broden. Dat is de tijd, waarin alle zonden en doorwerking daarvan verboden waar is en derhalve wordt opgeruimd. Een leven, waarin het geloof in Christus wordt gekombineerd met het vasthouden aan zonde, kan nooit een feestleven zijn. En een gemeente, waarin men wel wil schuilen achter het bloed van het Lam, maar tegelijkertijd wil vasthouden aan de levensmanier van „Egypte", is - als die te Korinthe - een zedelijk slappe gemeente.
„Laten wij derhalve feestvieren" - dat is: laten wij het nieuwe leven gaan leiden, in reinheid en waarheid; dat is: laten we ons bekeren, de meest feestelijke zaak, die zich denken laat want dat brengt ons tot de bevrijding en de beleving van het heil.
Laten wij feestvieren - deze opwekking moet ons, persoonlijk en kerkelijk beschamen: we doen het nog maar zo weinig. Té weinig. Alsof Christus, ons geslachte Lam, zo weinig kracht heeft . . .
Maar deze opwekking mag ons ook bemoedigen: het kan dan toch maar. Als we Hem kennen als „ons Lam", dan leven we niet bij enkele hoogtijdagen, maar wordt elke dag nieuw en glanzend door zijn genade en kracht; door zijn Geest, die levendmaakt en vernieuwt. Dan verdwijnen hoogmoed en partijschap, slechtheid en boosheid.
„Laten wij derhalve feestvieren" - de Here Jezus is onze levenslange dankbaarheid waard. Hij eist die ook van ons. Hij maakt die ook mogelijk bij ons.
En zo'n leven, dat bestaat uit het wegzuiveren van onze schema's en levensonwijsheden, is de beste vorm van dankbaarheid die we aan de Here kunnen bewijzen. Is ook de beste dienst die we in de gemeente aan elkaar kunnen bewijzen.
Zo kunnen we en mogen we na Pasen leven. En onze levensomstandigheden kunnen dit feestvieren niet tegenhouden, want ze zijn van veel minder kracht dan „ons paaslam", dan de staande en levende Christus. Wie Hem kent, kan het in een feestloos en ingezonken leven nooit uithouden.
Hoe meer we dit feestgeheim kennen, des te meer gaan we verlangen naar de volle werkelijkheid daarvan, naar het vervulde pasen, naar de volkomen overwinning en volmaakte reinheid. En des te meer gaan we beleven dat „heel het christenleven een enig, gestadig en eeuwig Paasfeest is" (Luther).

Asd. [Amsterdam] B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Permanent Paasfeest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's