Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de serie Apeldoornse Studies, uitgave J.H. Kok N.V. te Kampen, verschenen thans deel 2 en 3: Prof. dr. J. van Genderen, Christus in onze plaats. Prijs ƒ 4,50, en Prof. dr. W. van 't Spijker, Goddelijk recht en kerkelijke orde bij Martin Bucer. Prijs ƒ 4,95.
Het eerste bevat in uitgebreide vorm de tekst van de rede, die door prof. Van Genderen werd uitgesproken bij de overdracht van het rectoraat aan de Apeldoornse Hogeschool op 8 oktober j.l. In konfrontatie met moderne opvattingen inzake het verzoeningswerk van Christus en Zijn plaatsvervanging wordt uitvoerig onderzocht wat de bijbel zegt en steeds het reformatorisch getuigenis is geweest. Men kan van dit reformatorisch getuigenis niet afwijken zonder met de Schrift zelf in strijd te komen. Het is duidelijk dat ook het proefschrift van dr. Wiersinga niet buiten beschouwing blijft. Er is een onlosmakelijk verband tussen de verzoening tussen God en de mens en de verzoening tussen volken en tussen mensen. Wie „Verzoening" en „verzoening" van elkaar gaat scheiden doet tekort aan een verbondenheid die in het Nieuwe Testament gegeven is en „verkort" het evangelie. Bij Wiersinga schuiven de verzoening met God met de mensen en de verzoening van de mensen echter in elkaar als onmisbare componenten in de realisering van de verzoening. Maar het is een miskenning van het werk van Christus om de verzoening van menselijke partners „op dezelfde lijn van de heilsgeschiedenis" te plaatsen. Dan zouden wij voor een deel op ons „verzoeningswerk" zijn aangewezen. Dan verstomt het lied: Jezus, Uw verzoenend sterven, blijft het rustpunt van ons hart. De studie van prof. Van Genderen geeft een waardevolle bijdrage aan de discussie van vandaag en men mag daaraan niet voorbijgaan als een duidelijk schriftuurlijk en reformatorisch getuigenis.

Het andere deel bevat de inaugurele rede, waarmee prof. Van 't Spijker op 14 januari j.l. zijn ambt als hoogleraar aanvaardde. Hij gaat in op de vragen rondom het goddelijk recht in het kerkrecht en doet dat aan de hand van hem, van wie hij reeds zo heel veel leerde, de reformator Martin Bucer. Uit de rede blijkt hoezeer de nieuwe hoogleraar thuis is in de geschiedenis en de theologie van de tijd der reformatie. Hij weet ze vruchtbaar te maken voor vandaag. Opmerkelijk is hoe duidelijk men in de tijd der reformatie de grote schriftuurlijke lijnen helder zag zonder zich in bijkomstigheden te verliezen. Aan allen die bij kerk en kerkelijke zaken nauw betrokken zijn wordt deze rede ter lezing en ter bestudering hartelijk aanbevolen. We leven in een tijd waarin het hard nodig is te leven bij de grote lijnen, die de reformatoren ons uit de Schrift getrokken hebben, in een levend geloof, met een grote dosis (gave) van nuchterheid. We zijn blij met deze nieuwe aanwinsten van de Apeldoornse Studies. Mogen ze zo doorgaan!

O.


Deining om de diepvries, door Mary Scott, uitgave La Rivière & Voorhoeve N.V. te Zwolle, 183 blz. Prijs geb. ƒ 7,90.
De geschiedenis speelt in een Nieuwzeelands dorpje, waar mevrouw Adams, die een kruidenierswinkel heeft, concurrentie krijgt van een supermarkt. Vele vrienden en vriendinnen van mevr. Adams besluiten haar de clandisie te blijven geven. Uiteindelijk loopt het met de supermarkt mis, niet het minst door het gedrag van de baas, de heer Freeman. Mevr. Adams wordt zelfs eigenares van de supermarkt. Daardoorheen vlechten zich allerlei verhalen, waarin Tony een van de hoofdfiguren is. Ze weet zelfs het hart van een dominee in vlam te zetten. Al met al een aardig verhaal waar bitter weinig in zit. Het boek heeft niets te zeggen en is nog al oppervlakkig. God en godsdienst spelen helemaal geen rol, ondanks de dominee die er in voorkomt.

O.


Gebeden in de bijbel, door dr. W.H. Velema, uitgave J.H. Kok N.V. te Kampen, 87 blz. Prijs f 5,90.
In dit boekje behandelt prof. Velema enkele gebeden, zoals die voorkomen in de bijbel.
Hij heeft daardoor getracht te laten zien hoe de mensen van toen in hun gebeden niet anders zijn dan de mensen van nu. Of anders gezegd, dat de mensen van nu kunnen leren bidden van de mensen van toen.
Verschillende gebedstypen komen onder de aandacht, alsmede de voorwaarden, de inhoud, de grond, het doel, de zin enz. van een goed gebed. Moge in onze tijd het boekje voor velen dienen tot verdieping van het persoonlijk gebed. Velema heeft op een belangrijke zaak van het geloofsleven de nadruk gelegd. Het boekje kan zeer geschikt dienen als geschenk bij het doen van openbare geloofsbelijdenis.

O.


Liefde op de hoefslag, door Dieuwke Winsemius, uitgave La Rivière & Voorhoeve N.V. te Zwolle, 189 blz. Prijs geb. ƒ 8,50.
De man van Ineke Faasse vaart en daardoor is zij vaak op zichzelf aangewezen. Een bezoek is altijd welkom en als haar vriendin Foekje langs komt, gaan ze samen toeren. Ze ontdekken daarbij de manege van Martien Heyma en dat heeft allerlei gevolgen. De liefde komt in het spel, maar niet alleen tussen twee mensen. Door het boek speelt ook heen de liefde voor het misdeelde kind. Ook de liefde voor het paard speelt een rol. Al met al een boek met veel facetten, waarvan de schrijfster een goed geheel heeft weten te maken. Men kan er van leren niet alleen voor zichzelf te leven, maar ook oog, hand en zelfs hart voor de ander te hebben.

O.


M.E. Botha, Sosio-kulturele metavrae. Buijten en Schipperheijn 1971. 298 blz. Prijs ƒ 22,50.
Met een korte aankondiging van deze aan de VU verdedigde dissertatie moge volstaan worden. De auteur behaalde in Potchefstroom reeds een doctoraat in de wijsbegeerte. Ze verwierf in Amsterdam haar tweede graad.
Ze ontdekt in de Zuid-Afrikaanse cultuur een tendens tot nivellering van het eigen karakter van volk en cultuur. Nu probeert ze in deze studie in te gaan op de oorzaken en daartegen een dam op te werpen.
Ze doorlicht de situatie sociologisch en komt dan in het grensgebied van de sociologie en van de wijsbegeerte. Vandaar de term meta-vragen.
Vragen voorbij de sociologie op de grens van de wijsbegeerte. Ze zoekt haar hulp bij de wijsbegeerte van de Wetsidee. Ze vindt in Dooyeweerds werk onvoldoende steun. Ze wijdt een uitgebreide bespreking aan diens wijsbegeerte (blz. 56-167). Voortbouwend op een dissertatie over Kuyper uit 1957 toont ze aan, dat Dooyeweerd in zijn kritiek op Kuyper niet radikaal genoeg is geweest. Ze probeert de niet-reformatorische elementen uit Kuypers theologie ook bij Dooyeweerd weg te zuiveren en meent dan met behulp van de wijsbegeerte der Wetsidee antwoord te kunnen geven op de vragen die haar ten aanzien van Zuid-Afrikaanse cultuur zo bezig houden. Een boeiend stuk onderzoek- en denkwerk, dat probeert de wijsbegeerte der Wetsidee van een aantal problemen af te helpen en dat tegelijk deze wijsbegeerte voor de praktijk toepasselijk wil maken.

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's