Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerd leven in de vorige eeuw (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerd leven in de vorige eeuw (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „Opbouw" schrijft prof. C. Veenhof een breed artikel over „De Standaard"-lezers n.a.v. het feit dat op 1 april 1872 het dagblad van dr. A. Kuyper verscheen.
Hij laat eerst zien dat er na de franse tijd toch nog gereformeerd leven was overgebleven en vervolgt dan:

Uit de kringen van deze gereformeerden, met of zonder „oefenaar" samenkomend in achterhuizen, boerendelen, koeienstallen, is de Afscheiding geboren. De boerenarbeider Klaas Pieter Kuipinga leert zijn dominee Hendrik de Cock dat als een mens ook maar één zucht tot zijn zaligheid zou moeten toebrengen hij voor eeuwig zou verloren gaan. Andere leiders van de Afgescheidenen zaten als studenten aan de voeten van de Leidse oefenaar Le Feburé en hoorden door hem het paulinische Evangelie van vrije genade verklaren. De professoren van de Leidse academie verstonden daar niets van of verzetten zich er heftig tegen. Als eenmaal de Afscheiding in Ulrum een feit is geworden gaat het bericht daarvan als een electrische schok door het land en in een paar jaar zijn er meer dan honderd gemeenten. Van Groningen tot Zeeland.

In de kringen van de Afgescheidenen is de honger naar het Woord onvoorstelbaar groot. In Groningen zijn er mensen die elke zondag zes, acht, tien uur lopen om de prediking van De Cock te horen. In het Amsterdamse gemeentearchief is een rapport opgesteld door een politie-functionaris, waarin deze vertelt dat de eerste kerkdiensten die door de afgescheiden ds. Scholte werden geleid van tien tot één en van vier tot zeven uur duurden. En er werd ademloos geluisterd. In de kop van Noord-Brabant preekte ds. Gezelle Meerburg vanwege de vervolging tijdenlang in de nacht van zaterdag op zondag ergens in de Biesbosch in een boerenschuur. Van alle kanten kwamen de hoorders in roeiboten daar naar toe. En de afgescheidenen in Loosdrecht kerkten in schepen die de plassen opvoeren.

Nee, ik vergeet niet dat er in de Afgescheiden kerken vooral in de aanvang allerlei dwaasheid, boosheid en twist heerste. Wat kon men ook anders verwachten van deze verwaarloosde en verdwaalde schapen? Maar er was in dat alles en onder dat alles het gegrepen zijn door de Waarheid Gods en de bereidheid om daarvoor desnoods alles op te offeren. En langzaam maar zeker groeide uit de Afscheidingsbeweging een groot aantal kerken waarin op eenvoudige en directe wijze het Woord Gods werd verkondigd en die zo voor duizenden, ja, tienduizenden ten zegen zijn geweest.
Na de Afscheiding bleven vele gereformeerden in de Ned. Herv. Kerk achter. Zoals Groen van Prinsterer het uitdrukte werd de oude „Gereformeerde Martelaarskerk" na 1834 deels in de Afgescheiden Kerken en deels in de Ned. Herv. Kerk gevonden. Een term uit de toenmalige Grondwet hanterende sprak Groen graag van de „Gereformeerde Gezindte" die zowel in de kerken der Afgescheidenen als in het Ned. Herv. Kerkgenootschap voortleefde. ¹) Welnu, ook de Gereformeerden in dat Kerkgenootschap kwamen in de jaren na de Afscheiding, vooral ook ten gevolge van de activiteit der Afgescheiden Kerken, tot steeds groter zelfbewustheid en krachtsontplooiing.

In de onmiddellijke nabijheid van Groen van Prinsterer leeft, werkt, schrijft en strijdt de boeiende figuur van Wormser, het authentieke type van de gereformeerde volksman. Van hem schreef Groen dat hij een christen „die geen theologant, geen staatsman, geen geleerde, maar van God geleerd" was, „die bij het licht van Gods Woord een helder inzigt in den toestand van kerk, staat en wetenschap" bezat. ²) Allard Pierson schrijft in zijn prachtige „Oudere Tijdgenooten" een paar heerlijke bladzijden over deze unieke representant van het gereformeerde volksdeel. Daarin zegt hij o.a. dat zich in Wormser het „kerkgeloof" belichaamde. „Wat hij was, was hij door dat geloof geworden; in hem toonde het wat het van een helder hoofd en een eerlijk gemoed maken kan op Nederlandschen bodem. In hem geen aarzeling, geen zweem van sentimentaliteit of mystiekerij, evenmin nuancering; alles uit een stuk; krachtig, louter, recht afgaande op het doel. De Gereformeerde theologie was zijn eigendom geworden; was de natuurlijke uiting van zijn denken; de bovennatuurlijke wereld zijn tehuis; hij was er gemeenzamer mede dan anderen met hetgeen zij werkelijkheid noemen." Ja, zo was Wormser, de man die gekweld door de jicht, zittend in bed met niets anders dan een plank, zijn bijbel en wat vellen papier zijn bijna klassieke boek over de Kinderdoop schreef. Wormser, de deurwaarder, die Kuyper als zijn voorloper beschouwt en in wiens spoor hij zegt verder te willen gaan.

¹) Er heerst veel misverstand over de term „Gereformeerde Gezindte" of „Gereformeerde Gezindheid". De zaak is feitelijk eenvoudig. In art. 191 van de Grondwet van 1815 stond dat aan alle godsdienstige gezindheden, in het koninkrijk bestaande, gelijke bescherming wordt verleend. Toen de Afscheiding een feit werd betoogden de officiële instanties: alleen aan bestaande godsdienstige gezindheden wordt bescherming verleend. De Afgescheidenen vormen een nieuwe gezindheid en dus hebben deze geen recht op bescherming. Tegen deze redenering verzette Groen van Prinsterer zich met alle macht. In zijn beroemd geschrift: „De Maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst" uit 1937 schreef hij o.a.: „De Afgescheidenen zijn geen nieuwe secte; zij zijn leden der Gereformeerde gezindheid. Als zodanig hebben zij, met de leden van het Hervormd Kerkgenootschap, aanspraak op die gelijke bescherming welke aan alle bestaande gezindheden toegezegd is." Het kenmerk van de gezindte of gezindheid is de belijdenis. Zij is „de uitdrukking van het gemeenschappelijk geloof." Zij „kentekent de gezindheid". Niet de organisatie, de uiterlijke vormen beslissen over het al of niet behoren tot de gereformeerde gezindte. „Neen, waar het gelóóf is, daar is de gezindheid". Allen die de gereformeerde belijdenis van harte als de uitdrukking van hun geloof aanvaarden behoren naar Groens opvatting tot de Gereformeerde gezindheid, of anders gezegd: de Gereformeerde Kerk.

²) Leervrijheid of Kerkbewustzijn? Naar aanleiding van een Protest van Ouderlingen te Parijs; 's-Gravenhage, 1864, 13. Groen schreef later nog over deze vriend in Nederlandsche Gedachten, V, 97; Brieven van J. A. Wormser I, p. V, VI: „Zijn er in Nederland velen welligt aan wie zelfs de naam van Wormser onbekend is? Een deurwaarder bij de regtbank van Amsterdam. Een Christen, wiens vriendschap en voorlichting (!!) ik, als een der uitnemendste voorregten die mij te beurt gevallen zijn, herdenk. Van wien Da Costa, in de krisis van 1853 schreef: „Wat voortreffelijke kop en wat karakter daarbij! Ware ik koning of minister, hij bleef geen half uur langer deurwaarder." Een man, wiens invloed, door geschrift en wandel, ter handhaving van den christelijk-protestantschen volksgeest, èn onberekenbaar èn (althans bij vele magtigen en edelen en wijzen naar de wereld) onopgemerkt is geweest. Wormser was een gelovig Christen en een man van uitstekende begaafdheid. Hij had een geopend oog niet slechts, maar een scherpen en ruimen blik voor onzen geheelen kerkelijken en maatschappelijken toestand. Niemand wellicht heeft hem geëvenaard in het algemeen verstaanbaar maken van het Christelijk-historisch beginsel, toepasselijk op Kerk, Staat en School. Zijne vlugschriften wier invloed niet gering was, hebben blijvende waardij. Gezond zielevoedsel en vaste spijs! Wie liefst oppervlakkigheid begeert legge ze terzij. Voor hem zijn ze te diep. Maar het is hier, als in de goudmijn; hoe dieper men graaft, hoe meer de arbeid beloond wordt. Wormser zelf levert het bewijs dat de „diepte der waarheid in de hoogst mogelijke eenvoudigheid ligt." Diepzinnig en helder te gelijk, is hij, ook waar niet alles onder ieders bereik valt, verstaanbaar en leerrijk, in christelijken kring stichtelijk en populair."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Gereformeerd leven in de vorige eeuw (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1972

De Wekker | 8 Pagina's