Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Oecumenische Synode van Sydney (6)

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Oecumenische Synode van Sydney (6)

Terugblik

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goede sfeer
Het eerste, dat van de laatstgehouden G.O.S. te zeggen is, is dat het een vergadering was, die in een goede en broederlijke sfeer gehouden werd. Dat betekent niet, dat er geen scherpe dingen gezegd zijn. In een uitspraak is zelfs aan een „diepe bezorgdheid" uitdrukking gegeven met het oog op de theologische ontwikkelingen binnen een van de aangesloten kerken. Toch zijn de discussies gevoerd in een grote openheid. Men wilde naar elkaar luisteren en men probeerde elkaar te begrijpen. Van daaruit wilde men elkaar ook corrigeren en becritiseren.

De betekenis van de G.O.S.
Bepalend voor de G.O.S. is de gereformeerde belijdenis. Men kan binnen de G.O.S. een beroep doen op de gereformeerde belijdenis. Men kan elkaar als aangesloten kerken ook houden aan de gereformeerde belijdenis. Dat is het unieke van de G.O.S., dat haar onderscheidt van alle andere oecumenische lichamen, waarnaast en - soms - waartegenover de G.O.S. staat. Dit eigen karakter van de G.O.S. geeft ook een eigen betekenis aan haar uitspraken.
We zagen, dat die uitspraken slechts een adviserend karakter (kunnen) hebben. Een G.O.S. kan aan de aangesloten kerken niets bindend opleggen. Ze kan slechts haar uitspraken ter ernstige overweging aan de aangesloten kerken voorleggen. Dat die uitspraken zo toch betekenis hebben is in Sydney gebleken. Ik denk daarbij met name aan de uitspraken, gedaan door de G.O.S. van Lunteren in 1968, over het rassenvraagstuk. In Sydney bleek, dat de kerken in Zuid-Afrika deze uitspraken inderdaad in ernstige overweging genomen hebben. In de discussie, die in de kerken van Zuid-Afrika over het rassenvraagstuk gevoerd werd, heeft de G.O.S. een stem kunnen hebben en het is gebleken, dat ook naar die stem geluisterd is. Het mag verwacht worden, dat nu door de G.O.S. van Sydney de uitspraken van de G.O.S. van Lunteren zo duidelijk gehandhaafd zijn, ook de uitspraken van Sydney een functie zullen hebben in de discussie over het rassenvraagstuk, die nu nog gevoerd zal moeten worden.
Er zijn verschillende vragen, waarmee vele gereformeerde kerken over de hele wereld worstelen. Zo'n vraag is b.v. de vraag wat in de tijd, waarin wij leven de consequentie is van de belijdenis van het gezag van de Heilige Schrift. Het was deze vraag, die ook in Sydney een centrale plaats heeft ingenomen. Hierin is de betekenis van de G.O.S. te zien, dat ze de mogelijkheid biedt tot een gemeenschappelijke bezinning op die vragen op de basis van de gereformeerde belijdenis. Er zijn - ook in de gereformeerde wereld - vele vragen aan de orde. Wij kunnen daarbij van andere gereformeerde kerken veel leren. Soms kunnen we daarbij aan andere gereformeerde kerken ook iets geven. De betekenis van het lidmaatschap van een organisatie ligt niet alleen in dat wat we via die organisatie kunnen ontvangen. Het kan ook gelegen zijn in dat wat we via die organisatie kunnen geven. Dat laatste zullen we niet uit het oog mogen verliezen. Ook daarin is voor ons de betekenis van ons lidmaatschap van de G.O.S. gelegen.

Het „westers" karakter van de G.O.S.
Toen de voorzitter van de laatstgehouden G.O.S., prof. dr. K. Runia uit Kampen, de synode sloot, sprak hij in een slotwoord over de dankbaarheid, die er mocht zijn m.et betrekking tot de synode. Ook hij wees daarbij op de goede en open sfeer, die er bij de discussies geweest was. Toch sprak hij tegelijk van een gevoel .van onbevredigdheid en teleurstelling. Dit gevoel vond zijn oorzaak in het feit, dat de synode op verschillende punten niet tot duidelijke antwoorden kon komen. Verschillende belangrijke zaken werden daarom weer terugverwezen naar studie-commissies.
In dit verband bracht prof. Runia - terecht - ook het karakter van de G.O.S. ter sprake. De G.O.S. wil niet slechts gereformeerd, maar ook oecumenisch van karakter zijn. Beide aspecten van de synode - zoals die in de naam tot uitdrukking komen - zijn van wezenlijk belang. In dit verband mag de vraag gesteld worden, of het oecumenisch karakter van de G.O.S. wel voldoende uitkomt. Ook bij een terugblik op de laatstgehouden G.O.S. van Sydney is die vraag te stellen. Waren de onderwerpen, die aan de orde kwamen, niet typisch onderwerpen, die in de z.g. „westerse", of „oudere" kerken aan de orde zijn? Kwam de problematiek van de z.g. „jongere" kerken wel binnen het vizier en was er voor die problematiek eigenlijk wel plaats'? Hebben de „westerse", „oudere" kerken de „jongere" kerken in Azië en Afrika ook op deze G.O.S. niet te zeer belast met problemen, die voor hen als problemen niet zo zeer bestonden? De bijdrage vanuit de „jongere" kerken was in ieder geval betrekkelijk gering. Ik dacht, dat dit gezegd mocht worden, zonder dat aan hen, die als leden van „jongere" kerken aan de discussies deelnamen en zich voor het werk van de synode gaven, onrecht gedaan wordt.
Het is een verheugende zaak, dat in het moderamen van deze synode voor het eerst twee vertegenwoordigers van „niet-westerse" kerken gekozen werden, nl. prof. S.H. Widyapranawa uit Indonesië en ds. S.P.E. Buti van de Bantoe-kerk in Zuid-Afrika. De verkiezing van deze moderamen-leden wijst stellig op de bereidheid van alle kanten om aan het oecumenisch karakter van de G.O.S. recht te laten wedervaren. Terecht wees prof. Runia in zijn slotwoord erop, dat - wil het oecumenisch karakter van de G.O.S. kunnen uitkomen - ook de „jongere" kerken zelf meer dan tot dusver het geval was hun problemen aan de orde zullen moeten stellen. Alleen dan kan de G.O.S. zich ook concreet bezinnen op de problemen van de „jongere" kerken, zonder deze kerken alleen maar te belasten met problemen, die de hunne niet zijn.
Het zou kunnen zijn, dat daardoor de vergaderingen van de G.O.S. minder „theoretisch" zouden worden dan tot dusver het geval is. Juist de „jongere" kerken, die veelal met tal van praktische vragen worstelen, zouden in dit opzicht een corrigerende invloed kunnen uitoefenen. Enigszins werd dit op de G.O.S. van Sydney al duidelijk. Een begin van een gemeenschappelijke actie ten behoeve van de „jongere" kerken werd gemaakt in het besluit, een commissie te benoemen, die de mogelijkheid zal nagaan om te komen tot het vormen en beheren van een centraal fonds voor de theologische opleiding van die kerken van de G.O.S., die zelf de opleiding niet of zeer moeilijk kunnen bekostigen.

Het gevaar van vrijblijvendheid
Ook - en wel in het bijzonder - op nog een ander punt, geeft de laatstgehouden G.O.S. een gevoel van onbevredigdheid en teleurstelling. Op deze G.O.S. bleek, dat er steeds meer een tegenstelling groeit tussen de uitspraken van de G.O.S. en de praktijk binnen enkele van de bij de G.O.S. aangesloten kerken.
Zo werd ook door deze G.O.S in de lijn van de voorafgaande vergaderingen aan de aangesloten kerken ontraden om lid te worden van de Wereldraad van Kerken. In 'n uitspraak werd gezegd, dat het lidmaatschap van de Wereldraad het gereformeerd getuigenis kan verzwakken. Tegelijk moest evenwel geconstateerd worden, dat de Ger. Kerken in Nederland het lidmaatschap van de Wereldraad hadden aangevraagd, terwijl enkele van de aangesloten kerken in Indonesië reeds jarenlang lid van de Wereldraad zijn en de Gereformeerde Kerken van Malawi en Ceylon allerlei relaties met de Wereldraad hebben. Wat zeggen dan vrij „sterke" uitspraken tegen de Wereldraad en een advies om zich niet bij de Wereldraad aan te sluiten? De discrepantie tussen de uitspraken van de G.O.S. en de praktijk binnen de G.O.S. is hier wel heel duidelijk.
Dat is ook het geval met de uitspraken van de G.O.S. over „de vrouw in het ambt". De laatstgehouden G.O.S. herhaalde de uitspraak van de in 1968 gehouden G.O.S., dat de ambten van predikant en ouderling op grond van wat de Schrift getuigt niet openstaan voor de vrouw. Op dit punt moest evenwel eveneens geconstateerd worden, dat in enkele aangesloten kerken een praktijk was, die tegenovergesteld was aan deze uitspraak. Om die reden werd door de G.O.S. van Sydney op verdere studie van de problemen, die hier liggen, aangedrongen. Opnieuw kan evenwel de vraag gesteld worden, hoe het mogelijk is, dat wordt uitgesproken, dat „naar het getuigenis van de Schrift" iets op een bepaalde wijze te zien is, terwijl bij aangesloten kerken een praktijk blijkt te zijn, die het tegenovergestelde beeld vertoont.
Wanneer de tegenstelling tussen de uitspraken van de G.O.S. en de praktijk binnen de G.O.S. nog groter zou worden, verliezen de uitspraken van de G.O.S. alle geloofwaardigheid. Die uitspraken kunnen dan ook door de aangesloten kerken steeds gemakkelijker naast zich neergelegd worden. Het gevaar van de vrijblijvendheid staat daarmee levensgroot voor ons. Dat gevaar is nu, na Sydney, groter dan ooit in de geschiedenis van de G.O.S. Ook waar door de G.O.S. altijd al gesteld is, dat de uitspraken geen bindend, maar een adviserend karakter dragen, wilde men toch nooit van dit vrijblijvende weten.
Indien de G.O.S. een vrijblijvende aangelegenheid zou worden, is daarmee het bestaansrecht van de G.O.S. verloren gegaan. Bij een vrijblijvende organisatie is immers ook geen werkelijk beroep meer te doen op de gereformeerde belijdenis en in het beroep op de gereformeerde belijdenis ligt het bestaansrecht van de G.O.S.

De eerstkomende G.O.S. zal D.V. gehouden worden in 1976 en wel in Zuid-Afrika. Als plaats van samenkomst is Durban genoemd. De synode zal dan de gast zijn van de Kleurlingen-kerk van Zuid-Afrika. Met spanning is de verdere ontwikkeling van de G.O.S. - met name op het punt van de dreigende vrijblijvendheid - tegemoet te zien. Met de andere aangesloten kerken hebben onze kerken ervoor te waken, dat het gereformeerd karakter van de G.O.S. bewaard blijft. Daarin ligt een duidelijke roeping voor onze kerken binnen de G.O.S.

J.P. Versteeg

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1972

De Wekker | 8 Pagina's

De Gereformeerde Oecumenische Synode van Sydney (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 november 1972

De Wekker | 8 Pagina's