Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. Kamphuis: De hedendaagse kritiek op de causaliteit bij Groen van Prinsterer als historicus. Prijs: ƒ 8,90; tijdelijke prijs voor leden van de Vereniging van Vrienden van „DeVuurbaak": ƒ 7,20.
Deel II van de KAMPER BIJDRAGEN onder redactie van J. Kamphuis en J.P. Lettinga beleeft een herdruk. Het is de rede door prof. Kamphuis uitgesproken bij de rectoraatsoverdracht aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Nederland (Vrijgemaakt), op 6 december 1962. Bijna tien jaren later was een tweede druk noodzakelijk geworden. Aan deze uitgave zijn een aantal corrigenda en addenda toegevoegd, o.a. een belangrijke uitspraak van Groen in het laatst van zijn leven gedaan: „Hoe is het mogelijk in een land als 't onze, de kinderen te onderwijzen, zonder God in de geschiedenis".
Ten laatste is dit eigenlijk het thema van Kamphuis' onderzoek: God in de geschiedenis. Hij is ook de God van het evangelie, waarvoor Groen zich niet schaamde, en die Groen beleed, ook wanneer hij de geschiedenis beschreef. Daarin is Groen miskend en afgewezen, zowel vroeger als vandaag. De waarde van de geschiedschrijving van Groen van Prinsterer is volgens Kamphuis hierin gelegen, „dat hij naar de maat van zijn mogelijkheden 'het goddelijk geheim der geschiedenis' heeft gerespecteerd". Dit aspect mag bij geen christelijke geschiedbeoefening ooit uit het oog verloren worden. Groen was een evangeliebelijder, ook in het benaderen van de historie. Dit in alle duidelijkheid geschetst te hebben is de verdienste van deze oratie. Vandaar dat we ons over de herdruk ervan verheugen.

W. van 't S.


Dr. W.A. Visser 't Hooft, Memoires, Een leven in de oecumene. Elsevier, Amsterdam/Brussel; J.H. Kok N.V., Kampen, 1971. Prijs ƒ 27,50, 336 blz.
Wie de geschiedenis van de Wereldraad van Kerken wil bestuderen zal deze Memoires van de vroegere secretaris-generaal der organisatie niet meer kunnen laten liggen.
In 1938 kwam een voorlopig comité, belast met de oprichting van de Wereldraad bijeen te Utrecht. Daar werd de toen 37-jarige Visser 't Hooft gekozen tot secretaris, hoewel sommigen die taak te zwaar vonden voor een zo jong persoon. Stephen Neill schrijft van hem, dat hij in twintig jaar heel sterk het stempel van zijn eigen geest en persoonlijkheid op de gehele ontwikkeling van het denken en doen van de Raad heeft gedrukt. Wat dit betekent kan men gewaar worden uit dit boek. Het is, zoals de schrijver zelf aangeeft „geen geschiedenis van de oecumenische beweging, maar het relaas van de ervaringen van een man die het uitzonderlijke voorrecht heeft gehad, vijftig jaar ten nauwste bij het oecumenische leven betrokken te zijn geweest."
Het boek begint met jeugdherinneringen, maar die lopen al gauw uit op een beschrijving van de eerste oecumenische werkzaamheden in Genève. En dan gaat het naar Stockholm, waar de conferentie over Leven en Werk wordt gehouden in 1925, straks gevolgd door de wereldconferenties van 1937. In de oorlog staat het werk niet stil, er is contact met het Duitse verzet tegen Hitler, en er worden tal van pogingen gedaan om de Joden te helpen. Na de oorlog is er de oprichting van de Wereldraad in Amsterdam 1948, waarna de assemblee te Evanston 1954 en die van New Delhi worden getekend.
Het boek heeft voor de lezer het aantrekkelijke van het persoonlijke. De man was er bij. Vandaar tal van bijzonderheden, b.v. over de visie van Barth op de verhouding van wet en evangelie (blz. 185) en over zijn invloed op de Indonesische afgevaardigden, die niet bij de koningin op bezoek wilden, maar toch gingen. Ook over de feitelijke toedracht van de afwezigheid van Rome in Amsterdam 1948 en de houding van het Nederlandse episcopaat daarin. En zo staat het boek vol met interessante bijzonderheden, waardoor bepaalde gebeurtenissen veel duidelijker worden.
Men behoeft van de Wereldraad geen voorstander te wezen. Maar dat verhindert niet om deze Memoires te lezen als een eerste klas bron voor de geschiedenis van een wereldbeweging, die uit onze tijd niet is weg te denken.
De uitgave is zonder meer af. Vele bladzijden foto's bieden de geschiedenis in beeld.

W. van 't S.


Tegen het eind van het jaar verschijnen er bij diverse uitgevers kinderboeken, vaak met het oog op de kerstfeestviering van zondagsscholen geschreven. De specifieke kerstverhalen verdwijnen (gelukkig) meer en meer van het toneel. Het is geen verlies als het maar goede christelijke lectuur blijft. Helaas is die erg schaars, zoals trouwens alles wat aan christelijke literatuur op de markt verschijnt.
Uitgeverij Meinema te Delft zond ons een zestal boekjes ter recensie toe. De uitgever zendt op verzoek gaarne gratis een catalogus. Joke van Mierlo-Kuipers schreef: „Ik ben in Bethlehem geboren" voor kinderen van ±10 jaar. Het verhaal gaat over een Arabisch weeskind, Selma, dat met haar pleegouders vanuit Holland terugkeert naar Libanon, waar ze haar grootvader terugvindt. Selma als hoofdpersoontje in het verhaal komt nauwelijks uit de verf, de andere personen ook niet. Het verhaal blijft meer een reisbeschrijving, op zichzelf niet onverdienstelijk, mede doordat de schrijfster landen en volken daar kent. Het boek komt nauwelijks boven het niveau van een gewoon opstel met een kleine, oppervlakkige inhoud. Met zo'n boekje bieden we onze kinderen weinig.
Het boekje van Johan Hidding: Wat Piet en Mieke vinden" is wel wat beter geschreven maar doet vooral in het begin niet helemaal echt aan. Piet gaat oude broodjes verkopen en bijna iedereen koopt zomaar direkt. 't Loopt wel erg gesmeerd! Dan gaat Piet met z'n vriendinnetje naar het bos waar ze poesjes vinden. Twee zinnen moeten het boekje christelijk maken, enige spanning kon ik er niet in ontdekken. Bedoeld voor kinderen van ± 6 jr. Kinderen van 8 zullen het zeker te saai vinden. Was er nu geen mooiere titel te verzinnen?
Jammer dat ook het boek van H. te Merwe weinig aanspreekt. Het verhaal van de St. Elisabetvloed in 1421 is overbekend. Het komt echter hier nauwelijks tot nieuw leven. Wie de Ramp van 1953 heeft meegemaakt zou voor kinderen zeker niet schrijven als in dit boekje op pag. 74. Waar blijft de dreiging, de ontzetting, de bijna grijpbare angst die kinderen in zulke omstandigheden voelen? Er zit geen vaart in, de mensen praten teveel èn leven te weinig. Was dit nu niet een gegeven waarin God een plaats kon krijgen? De titel is „Het water kwam in Sinte-Liesbethnacht".
„Alles wordt anders voor Juleke", geschreven door Marian van Bergen, is een aardig gezellig boekje, van een behoorlijk christelijk gehalte. Juleke en haar zusje Carla wonen in een pleegtehuis. De sfeer is er positief christelijk en allerlei opvoedkundige gegevens zijn er echt en aardig in verwerkt. Maar waarom moet alles nu op 't eind zo goed komen? Past het in de laatste hoofdstukken niet al te mooi in elkaar als een oom en tante de kinderen in huis nemen en ook het vriendinnetje in de buurt komt wonen? Hier mist het weer het echte van ons aller leven en lijkt wat op een sprookje waar alles op zijn pootjes terecht komt. Met dit boekje kan men kinderen uit de hogere klassen van de basisschool nog wel een plezier doen.
„Eelco van de duinen" van G. Boer-Overduin kan men onze kinderen van 6 - 8 jaar zeker in handen geven. Het is een positief christelijk verhaal over de belevenissen van een jongen die zijn oom en tante helpt als ze in de duinen komen wonen en die later met vakantie gaan naar Zeeland. De uitgever kondigt het terecht aan als een aardig en opgewekt boekje met een goede strekking. Jammer dat er ook hier weinig vaart in het verhaal zit en dat de belevenissen niet wat breder en wat spannender zijn uitgewerkt. De beschrijving is levensecht. Sommige kinderen zullen er nog wel van genieten, anderen grijpen in deze tijd liever naar boeiender lectuur.
Het verhaal van Joke is ongetwijfeld het beste van de zes toegezonden boekjes. („Jij speelt een rol Joke" door Liesbeth Lems) Joke moet voor haar gezondheid zes weken naar een vakantiekolonie. Ze wordt daar vriendin met Magdaleentje, een vrolijk, bijdehand meisje uit Amsterdam en met de teruggetrokken dikwijls geplaagde Saartje. Vooral Magdaleentje met haar ondeugende streken en haar sappig Amsterdams accent is goed getekend. De andere figuren trouwens ook. Een leuk boek, vlot en spannend geschreven met een stuk gezonde humor. Kinderen van 10 tot 12 jaar zullen het mooi vinden. Dat Joke het gebroken huwelijk van Saartjes ouders in een paar dagen weet te herstellen doet onwaarschijnlijk aan. Het christelijke element is er wel erg sober. Overigens graag aanbevolen.

A. [Aalsmeer], P.


Mr. Groen van Prinsterer: Vrijheid, gelijkheid, broederschap. Toelichting van de spreuk der revolutie. Nieuwe (7e) druk verzorgd door Uitgeverij „De Vuurbaak", Groningen. Prijs ƒ 8,90.
De uitgever biedt een langs fotomechanische weg verkregen herdruk van een geschrift van de grote christen-staatsman en historicus uit de vorige eeuw die eerst in zijn bekende „Ongeloof en Revolutie" breed geargumenteerd zijn antirevolutionaire visie op de gebeurtenissen in Frankrijk had gegeven, en in later jaren dezelfde gedachten in een veel eenvoudiger vorm ontwikkelde in dit, nu opnieuw keurig uitgegeven, werkje. Enkele bladzijden toelichting en verklaring maken het voor de moderne lezer gemakkelijker toegankelijk. Tegenover de welbekende leus van de revolutie plaatst Groen van Prinsterer de inhoud van het evangelie.
De vrijheid, die de verwerpers van overheid en gezag in het vooruitzicht stelden, vergelijkt Groen met de vrijheid der kinderen Gods. En zeker behoeft men niet tot in alle onderdelen van het betoog 't met de schrijver eens te zijn, maar één ding is zeker: waar men dit beginsel huldigt, waar men de betekenis van het Woord Gods voor heel het leven zó heeft leren verstaan, waar men de diepte van het evangelie zo heeft leren belijden, daar heeft men inderdaad kracht ontvangen tegen de revolutie. Dat men vandaag zo ongenuanceerd spreekt over de revolutie, die uit het geloof zou voortvloeien, moet ons er toe dringen ons te laten voorlichten over de, relatie tussen ongeloof en revolutie, gelijk deze fundamenteel is aangewezen in het levenswerk van Groen van Prinsterer. Lees dit boekje, en u proeft iets van wat deze christenpoliticus beleed en beleefde, en van wat waard is beleden en beleefd te worden in alle tijden.

W. van 't S.


Een fluit van riet. Bij Buijten en Schipperheijn te Amsterdam verscheen een bundeltje gedichten - „Een fluit van riet" - van mevrouw E. IJskes-Kooger. De gedichten werden eerder gepubliceerd in de kerkbode van de Geref. Kerken in Noord- en Zuid-Holland.
Mevrouw IJskes schrijft gedichten over de kleine dingen van het leven, de fijne en de verdrietige, die niet de krant halen zoals de grote, schrijnende vraagstukken van deze tijd, maar die in de persoonlijke sfeer toch wel heel belangrijk zijn. Zij doet dat steeds in relatie tot God en tot Christus; voor een christen is er nauwelijks een andere mogelijkheid, al is daarbij altijd wel het gevaar aanwezig dat men de dingen (op alle vragen is er dan een antwoord) wat gaat versimpelen, en ook deze dichteres ontsnapt daar niet helemaal aan. Maar het blijft een boekje met veel mooie gedachten, die bekwaam zijn verwoord. Mevrouw IJskes weet de zaken, die haar bezig houden, helder te formuleren. De versificatie vertoont een opvallende natuurlijkheid, en het niet rijmende gedicht zal haar dan ook waarschijnlijk niet liggen. Ik besluit met „4 Mei", ik dacht een der treffendste gedichten uit de bundel:
Er rijden honderd auto's langs de straten,
Acht uur precies, dan ligt de weg verlaten.
Een oude man staat eenzaam aan de kant.
Eén over acht: o God, bescherm ons land,
Daar ginder staat een kindje voor de ramen.
Twéé over acht: o God, behoed ons! Amen
De prijs van het bundeltje is ƒ 7,50.

Jac. Lelsz


Wika L.A.C. van Ginkel: Gesprekken met eenzamen. Uitgave Zomer en Keuning, Wageningen. Prijs ƒ 9,50.
De verzorger van het NCRV-radioprogramma „In 't Zilver" wil in dit boek de behulpzame hand bieden aan hen, die lijden onder hun eenzaamheid. Eerst neemt hij in elk hoofdstuk een brief op van een eenzame: een chronische zieke; een lichamelijk gehandicapte; een meisje dat bang is over te blijven. Dan wordt de situatie belicht. Hierna laat hij een bijbelgedeelte afdrukken en bespreekt dat als antwoord op de klacht. Zo probeert hij wat troost te brengen en de problemen van de eenzaamheid wat lichter te maken. Het ene gesprek is beter dan het andere - uiteraard. Diepgravend is het geheel niet, maar het is een goede gedachte om de aandacht te vestigen op de verschillende soorten eenzaamheid. Als zodanig een nuttig boek zowel voor eenzamen als voor hen, die pastoraal in aanraking komen met eenzamen.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1972

De Wekker | 8 Pagina's