Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veelvormige hulpverlening

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veelvormige hulpverlening

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder dit opschrift laat het Nederlands Bijbelgenootschap in zijn laatste Kwartaalblad Besturennieuws zien, wat er op het gebied van bijbelvertaling in Nederland te doen was en is. We geven het hier ter oriëntering door. Het N.B.G. verdient onze blijvende belangstelling en steun. G.J. Marseille schrijft aldus:

Het Nederlands Bijbelgenootschap heeft in zijn lange geschiedenis altijd oog gehad voor de verspreiding van de bijbel in de gehele wereld. Zijn vertaalsecretariaat heeft een grote traditie. Beroemde vertalers van weleer waren mannen als Van der Tuuk en Adriani in de vorige eeuw en Hendrik Kraemer in deze. Zulke vertalers zijn er nauwelijks meer. De tijd van het eenzaam pionieren ergens ver weg is voorbij. Bovendien wordt meer en meer beseft, dat overzee het vertaalwerk moet geschieden door mensen die de taal met de moedermelk hebben ingedronken, en niet door buitenlanders die haar moeizaam hebben moeten leren. Nog kunnen Nederlanders helpen, maar nu als vraagbaak voor vertalers, officieel „vertaalconsulenten" genaamd, die werken onder verantwoordelijkheid van de Wereldbond.

Niet langer laat het vertaalsecretariaat dus zijn directe invloed voelen in ver afgelegen gebieden. Maar dat wil niet zeggen dat het aan belang heeft ingeboet. Naarmate de hulp aan landen overzee meer en meer gespecialiseerd werd, groeide zijn taak in eigen land.
Toen het Nederlands Bijbelgenootschap in 1814 werd opgericht, werd in vrijwel alle kerken de Statenvertaling gebruikt. Het werd de taak van het NBG, om te zorgen dat iedere Nederlander een statenbijbel kon kopen. Daarnaast hielp het bijbelgenootschap ook de kerken die bijvoorbeeld prijs stelden op een bijbel met de apocriefe boeken, zoals de Evangelisch-lutherse en de Oud-Katholieke Kerk. In het begin van deze eeuw brak het besef door, dat velen behoefte hadden aan een nieuwe vertaling. Er waren al tal van particuliere pogingen ondernomen, maar geen van die vertalingen werd door de kerken aanvaard. In 1927 ging onder auspiciën van het Nederlands Bijbelgenootschap een vertaalcommissie aan het werk om een vertaling te produceren voor de kerken. In 1939 kon het nieuwe testament worden uitgegeven en in 1951 volgde de gehele bijbel. Wie had verwacht, dat het vertaalwerk in het Nederlands daarmee voorlopig als geëindigd kon worden beschouwd, had het mis.

Al spoedig werd de behoefte gevoeld aan een vertaling die zich minder nauw aansloot bij het kerkelijke woordgebruik dan de Vertaling-1951. Gezocht werd naar een begrijpelijke vertaling voor moderne Nederlanders van een behoorlijk literair niveau. Afzonderlijke bijbelboeken werden vertaald en uitgegeven onder de naam Serie „Hedendaags Nederlands."
Deze boekjes werden in grote oplagen verspreid, maar bleken in de praktijk toch niet in staat om de groeiende taalkloof tussen de kerkmens en de van de kerk volkomen vervreemde mens te overbruggen. In navolging van wat n het Engels en Spaans was gedaan, werd in 1969 begonnen aan een vertaling in de „omgangstaal".
Gepoogd werd om het nieuwe testament zo te vertalen, dat „de hoorder of lezer de boodschap van het nieuwe testament even duidelijk kon verstaan als degene tot wie ze oorspronkelijk was gericht." Deze vertaling verscheen in november 1972 onder de titel „Groot Nieuws voor U".

Ondertussen bleven honderden Nederlanders de Statenvertaling gebruiken. Van het begin af aan stond voor het Nederlands Bijbelgenootschap vast dat het - hoeveel nieuwe vertalingen er ook zouden komen - deze mensen niet in de steek zou laten. Het NBG zou blijven zorgen, dat zij altijd hun Statenvertaling zouden kunnen aanschaffen.

In de loop der eeuwen is de Nederlandse taal echter aanzienlijk gewijzigd. Er verdwenen woorden, of ze kregen vaak geheel nieuwe betekenissen. Het woordje „slecht" had oorspronkelijk de betekenis van „eenvoudig" en betekent nu heel iets anders. In het verleden hebben drukkers en uitgevers vaak eigenhandig veranderingen aangebracht om de Statenvertaling aan te passen. Er ontstonden fouten, zodat nu bijvoorbeeld in sommige uitgaven door Jesaja (5:2) gezegd wordt „dat God de hof ontruimde", wat in werkelijkheid moet zijn: „dat God de hof omtuinde". Daardoor groeide het verlangen bij hen die de Statenvertalingen wilden blijven gebruiken, om een uitgave te bezitten die exact weergaf, wat de vertalers van eertijds bedoelden. Hiervoor werd door het NBG een commissie in het leven geroepen, die woord voor woord de Statenvertaling corrigeert op fouten en weer in overeenstemming brengt met de oorspronkelijke uitgave.

Inmiddels bleek er in het noorden behoefte aan een nieuwe Friese vertaling. Protestantse en rooms-katholieke vertalers gingen aan het werk, opdat straks ook de Friezen in hedendaags Fries de bijbel kunnen lezen.

Het was al lang duidelijk dat in het Nederlands de Vertaling-1951 niet zo'n lang leven beschoren zou zijn als de Statenvertaling. Daarvoor verandert de taal tegenwoordig te snel. De Katholieke Bijbelstichting en het Nederlands Bijbelgenootschap besloten - mede op verzoek van een conferentie van vooraanstaande figuren uit vele kerken - samen een gemeenschappelijke Nederlandse bijbelvertaling voor kerkelijk gebruik voor te bereiden. Protestantse en rooms-katholieke vertalers zijn daarmee nu bezig. Er is ook medewerking uit Vlaanderen. Het ziet er naar uit, dat de vertaling tegen 1980 klaar zal komen. Het ideaal „Ieder mens een bijbel in zijn eigen taal" heeft in de jaren zeventig een geheel eigen betekenis gekregen. Meer en meer wordt beseft, dat binnen één taalgebied mensen behoefte hebben aan verschillende vertalingen. Het Nederlands Bijbelgenootschap wil hen allen helpen. Daarom wordt gesproken over een veelvormige dienstverlening.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Veelvormige hulpverlening

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's