Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zoeken wat boven is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zoeken wat boven is

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods". Coloss. 3:1 .

In dit woord uit Paulus' brief aan de Colossenzen worden de gelovigen opgewekt om vertikaal te leven. „Sursum Corda", de harten omhoog!
Vaak is dit woord verkeerd begrepen. Men las er een vermaning in tot wereld-ontvluchting. Een christen zou zich moeten onttrekken aan het aardse leven. Er werd een tegenstelling gemaakt tussen de dingen boven en beneden.
Maar deze opvatting is in strijd met de bedoeling van Paulus' vermaning. Nimmer heeft Paulus zelf het aardse leven veracht en de aardse roeping verwaarloosd. In al zijn brieven, ook in deze brief, geeft Paulus tal van wenken en voorschriften voor het horizontale leven. Geheel het leven is door de verzoening van Christus geheiligd. En Paulus is ook de aarde trouw gebleven.
We moeten dit woord van Paulus zien tegen de achtergrond van de dwaalleer, die in de gemeente van Colosse was opgekomen en de rijkdom en de volheid van Christus aantastte. Zij, die de dwaalleer in Colosse brachten, wilden langs een andere weg dan alleen door het geloof in Jezus Christus tot de gemeenschap met God komen. Een weg van kennis van en dienst aan engelenmachten of aardse machten, maar in elk geval tussenwezens. Om de volheid Gods te bereiken, moest die weg van een verborgen wijsheid erbij worden afgelegd. Daarbij grepen de dwaalleraars terug naar het oude Testament en legden hun volgelingen allerlei dingen op, als spijsverboden en verplichte vierdagen. Een soort ascese dus en wettische levensvorm.
Daartegen komt Paulus op in deze brief, die één lofzang is op de volheid en algenoegzaamheid van Christus. Daaruit hebben de gelovigen alleen maar te putten door het geloof. Zij moeten het niet zoeken in uiterlijke dingen, maar hun harten opwaarts in de hemel verheffen, waar Jezus Christus is aan de rechterhand des Vaders. „Sursum Corda", de harten omhoog!
Deze vermaning gaat uit van het Paasfeit en het nieuwe Paasleven. „Indien gij dan met Christus opgewekt zijt". Dit „indien dan", is met conditioneel, voorwaardelijk bedoeld: als het zo is. Maar stellend, belijdend, ponerend: daar gij dan, daar gij immers met Christus opgewekt zijt.
De gelovigen in Colosse zijn met Christus opgewekt. Zij hebben de kracht van Christus' opstanding ervaren. Een nieuw leven is hun deel geworden. Een leven, waarvan Christus de wortel is, en de inhoud, en het doel. Zoals Paulus na zijn ontmoeting met Christus maar één passie kende: „opdat ik Hem kenne en de kracht van zijn opstanding".
Maar dat opstandingsleven brengt z'n consequenties met zich. Paulus wil a.h.w. zeggen: Gij gelovigen van Colosse, gij zijt met Christus opgewekt. Laat dat nu ook gezien mogen worden. Toont dit nu in een zoeken van de dingen, die boven zijn.

Welke dingen zijn dit dan? Dat wordt nader bepaald door die woorden: „Waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods". Het zijn dus niet de dingen van lucht- en sterrenhemel, maar van de hemel der heerlijkheid, waarheen Christus na Zijn opstanding gegaan is. Hij zit aan 's Vaders rechterhand, als het verheerlijkte Hoofd der gemeente. En de gelovigen zijn met Hem in de hemel gezet. Daar is hun domicilie, hun eigenlijk vaderland.
De dingen, die boven zijn, het is alles, wat in Christus, de levensvolheid van het Hoofd, te vinden is. Uit en bij die levensvolheid, die Christus door Zijn woord en Geest uitdeelt, hebben de gelovigen biddend te leven.
Zoeken wat boven is, betekent dat wij met het aangezicht leven naar de hemel. Dan kennen wij de hartelijke begeerte van Maria, die neerzat aan Jezus' voeten om de woorden van eeuwig leven te horen. Met haar willen wij luisteren naar het profetisch onderwijs van Christus uit de hemel. We willen niets liever dan dat Christus ons leert wat nut is, en Zijn wegen bekend maakt.

Dan zoeken we ook ons heil in de priesterlijke bediening van Christus, Die aan 's Vaders rechterhand Zijn volk ten goede zit en altijd voortreedt met Zijn voorbidding. Alleen onder dat dekkend schild van Jezus' voorbede zijn we volkomen veilig.
Christus zit aan 's Vaders rechterhand ook als onze eeuwige Koning, en zoeken wat boven is houdt dan ook in, dat we ons al meer stellen onder de leiding van Zijn koninklijk regiment met de bede van Paulus: „Here, wat wilt Gij dat ik doen zal?"
Ja, zoeken wat boven is, dat is ook bovenal gemeenschap zoeken met Zijn persoon, met Hem zelf. Dat is het wezen van de ware religie, gelijk Asaf zong: „Wien heb ik nevens u in de hemel? Nevens u begeer ik niet op aarde". Dit zoeken vraagt om geestelijke inspanning en raakt ons ganse leven. Vele christenen hebben hun leven in twee vakken verdeeld, 's zondags en door de week. 's Zondags ga je naar de kerk. Dan is het tijd om te zoeken wat boven is. Maar door de week moet je alle aandacht besteden aan de dingen van beneden.
Paulus kende deze scheiding niet. Heel het leven op aarde moeten wij bezien in het licht des hemels, in het licht van Hem, Die Zijn volk kocht naar ziel en lichaam beide. In de hemel is onze Metropool. Van daaruit komen de bevelen en instructies. En daarnaar hebben wij het aardse leven in te richten. Dan wordt het als bij Henoch: een wandelen met God en toch getrouw ons werk verrichten.
De gemeente van Colosse had Paulus' vermaning nodig. En wij in onze tijd niet minder. De nu-wereld oefent een geweldige bekoring uit. Alles draait om de dingen van beneden. Daarbij zijn de gelovigen naar Paulus' woord vleselijk, verkocht onder de zonde. Het vlees begeert tegen de Geest. En daarom is er vaak zo weinig lust om te zoeken wat boven is.
Daarom klemt dat woord van Paulus: „Indien gij dan". Dat vraagt zelfbeproeving. Zijn we waarlijk met Christus opgewekt? Indien niet, zoekt dan nog heden de kracht van Christus' opstanding te kennen.

En zijn we waarlijk met Christus opgewekt, toont het dan door Gods genade. Belijdt aan Christus' voeten uw schuld en tekort. En smeekt om de Geest der genade en der gebeden. Dan wordt het steeds meer: „Sursum Corda", de harten omhoog.

„Met Christus is mijn leven verborgen bij mijn God.
O ijdel werelds streven! O nietig aards genot!
'k Houd oog en hart geheven, waarheen mijn zuchten zweven,
naar Christus, naar mijn leven, verborgen bij mijn God".

Nieuwenhuijze

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Zoeken wat boven is

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's