Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op het scherp van de snede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op het scherp van de snede

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bovengenoemd werkje ¹), dat wij in dit art. bespreken, geeft een nadere verklaring van zijn ietwat merkwaardige titel in de ondertitel, die luidt: Postuum gesprek met prof. dr. A.A. van Ruler. Een gesprek dus na het overlijden van genoemde theoloog van uitzonderlijke begaafdheid.
Het werkje geeft in 8 hoofdstukken, van zeven schrijvers, de artikelen destijds in „De Waarheidsvriend", het officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Ned. Herv. Kerk, verschenen, naar aanleiding van een zeer brede beschouwing, die prof. v. Ruler, in het najaar van 1971 geschreven heeft, onder de titel: „Ultra-gereformeerd en vrijzinnig". Dit art., dat destijds in ons blad besproken is, was de nadere toelichting en verantwoording van wat v. Ruler op een conferentie gezegd had n.l. dat er onder de ultra-gereformeerden ketterijen waren, waarbij die van de vrijzinnigen nog maar kinderspel waren. Aan prof. v. Ruler was gevraagd, dit duidelijk te maken.
Hij heeft daaraan voldaan in het mooie maandblad „Wapenveld". Dit art. is ook opgenomen in bovengenoemde bundel.
Het tragische van het geval was, dat prof. v. Ruler zes dagen nadat hij genoemd art. voltooid had, achter zijn bureau, plotseling overleed. Na zijn overlijden verscheen het en ontving brede aandacht. Men heeft het dan ook wel zijn „geestelijk testament" genoemd. Men kan vragen: moet men na zijn overlijden nog met iemand in gesprek gaan over de laatste visie, die hij gegeven heeft? In dit geval is dit verantwoord. Vooral om twee reden. Allereerst omdat in genoemd laatste geschrift op brede, diepzinnige en magistrale wijze, over theologische vragen, zoals die bij opvattingen in ultra-gereformeerde (d.i. uiterst rechtse) kringen gevonden worden, opkomen, gesproken wordt op een wijze, zoals dit - voorzover ik weet - nog door niemand ooit gedaan is. En ten tweede, zegt mevr. v. Ruler, in een inleiding op bovengenoemd boek: „Dit in-gesprek-treden zou mijn man zeer gewaardeerd hebben. Het is tijdens zijn leven te weinig gebeurd . . .".
Om genoemde reden is het gesprek goed. Het is alleen jammer dat er geen antwoord op komen kan.
Het verschijnsel van het ultra-gereformeerde in ons land is wel nu en dan onder de loep genomen in streekromans, als van Rudolf v. Reest, J.W. Ooms en weer anders door iemand als Hoogenbirk, maar een theologische peiling en kritiek, als v. Ruler geeft, is geheel iets anders. Het gaat hem niet om het verschijnsel als zodanig maar om de diepste vragen, die hier aan de orde komen.
En v. Ruler heeft dit gedaan als iemand, die zich aan de ultra-gereformeerden nauw verbonden voelde. Allereerst van huis uit, maar ook omdat deze zijde van de theologie zijn bijzondere aandacht had. Hij wist waarover hij het had. Hij schrijft b.v.: „Het is intussen wel verdrietig zoveel kwaads te moeten zeggen van de geestelijke stroming, die men zo bemint. Het gereformeerde is de schoonste en rijkste vorm van het katholiek-christelijke. Het ultra-gereformeerde heeft al de kwaliteiten van het gereformeerde in zich. Ik denk ook aan de ultra-gereformeerde mensen. Ze zijn mij dierbaar".
Wie zo dit onderwerp benadert doet het op een eigen wijze. Hij doet het mogelijk ook te scherper; hij voelt zich er mee verwant.
Ondanks dit, of juist daarom, heeft v. Ruler nogal wat op de ultra-gereformeerden aan te merken.
Een korte opsomming volgt hier:
Zij zien te weinig de betekenis van het door Christus verworven heil en hechten meer aan de verinnerlijking van het werk van Christus. Christus in ons is meer.
De verkiezing Gods is op zichzelf gezet en gemaakt tot een praedestinatie-idee met een strak logisch schema van absolute consequenties;
het dood-zijn in de zonde is te weinig schuld en teveel een lot;
de twijfel wordt als normaal gezien, de zekerheid als uitzondering;
het gevoel wordt boven het geloof gesteld;
het werk van de Heilige Geest wordt teveel beperkt tot wat Hij in ons doet;
de onjuiste houding ten aanzien van de sacramenten, in doopsveruitwendiging en avondmaalsmijding;
verabsolutering van eigen inzichten, die als de (Oude) waarheid gelden;
de tyrannie van de geestelijke mens, die zichzelf tot maatstaf voor anderen stelt;
een sterke onderwaardering van het natuurlijke tegenover het geestelijke;
te weinig aandacht voor de ethiek (levenswandel);
geen juiste kijk op de plaats en de taak van de kerk in de wereld.
Uiteraard heeft prof. v. Ruler deze punten getracht uit hun historische ontwikkeling te verstaan en in hun theologische kern en praktische gevolgen te doorlichten, waarbij hij een grote kennis van zaken en vermogen de zaken te verwoorden, aan de dag legt.
Opmerkelijk is dat uit de kring van de Gereformeerde Bond het sterkst op deze beschouwingen van v. Ruler gereageerd is.
Het hier besproken boekje geeft acht bijdragen van zes schrijvers, uit een bepaalde kring van de Gereformeerde Bond, die op verschillende genoemde punten hun bedenkingen hebben, ja menen, dat er wederkerig in de visie van v. Ruler ketterijen naar voren komen. Ik zei al, dat het opmerkelijk is dat het meest uit deze kring, na het overlijden van de auteur, een weerwoord kwam. Voelden zij, die deze kring vormen, zich beschuldigd? Als dit zo is lijkt mij dat besef niet juist. Althans niet voor de kring, die in deze artt. aan het woord komt.
De ultra-gereformeerden vormen in Nederland een deel van de Gereformeerde Gezindte d.w.z. in de ene groep van deze gezindte komen zij meer voor als geestelijke ligging dan in de andere. In bepaalde gereformeerde groepen in liet geheel niet.
Van de eigenlijke ultra-gereformeerden zal echter niet gemakkelijk een weerwoord komen op de visie van v. Ruler. Zeker niet in positieve zin. Men zal het eerder negeren.
Dat zij niet reageren is dunkt mij om de volgende redenen:
Zij zien zichzelf niet als ultra-gereformeerd; zij zien hun overtuiging als de waarheid. Daarbij, hun overtuiging is niet theologisch gefundeerd maar meer rustend op een sterke, gegroeide traditie, een vaak misplaatst beroep op de vaderen en een bepaalde hantering van Schriftwoorden. Zij beseffen dan ook meestal niet, dat zij in niet gemakkelijke vragen betreffende het heilswerk Gods, te gemakkelijk hun visie voor de enig juiste houden en van deze overtuiging uit anderen veroordelen en voor onkundigen of vijanden van het werk Gods houden.
Het valt op in dit boekje dat zij, die met Van Ruler postuum in gesprek gaan, allen hem in veel opzichten bijvallen en prijzen als een brillant theoloog, wiens art. roept tot bezinning, zelfonderzoek en, zo nodig, correctie of bekering.
Zeer zeker hebben zij ook hun bedenkingen, soms ernstige. Zij zien in het bestreden betoog eenzijdigheden, te vlotte conclusies, die op hun beurt tot ketterijen kunnen leiden. Van Ruler was een idealistisch optimistisch theoloog. Niet van de mens uit maar van uit het triumfale van de genade Gods. Wie hem wel eens zag en hoorde moet zeggen dat het zijn ogen uitstraalde. Prof. Velema heeft de theologie van v. Ruler eens gekarakteriseerd als „denken vanuit het einde" d.i. van de volmaaktheid uit.
Daaruit kan verklaard, dat hij te weinig oog had voor het betrekkelijke, hièr en nú. Hij meende dat het geloof reeds nu volkomen kon opstaan tot de vreugde over alles wat God in schepping en herschepping gegeven had.
Op het scherp van een snede het evenwicht te vinden is geen gemakkelijke zaak. Wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele. Wanneer wij dat beseffen kunnen wij ook met elkaar in gesprek blijven, gelijk dat hier gebeurt.
In deze overtuiging lectuur, als dit boek biedt, op zich te laten inwerken is geestelijk genot, het doet het wonder van de openbaring Gods aanbidden en is vertroostend. Uiteraard vraagt het wel enige inspanning. Voor de kring in de gereformeerde gezindte, zoals onze kerken vormen, is het nodig en nuttig over de zaken, waarover het hier gaat - en die het ware leven raken - na te denken en te spreken. Dit is vruchtbaarder dan elkaar uit de verte te zien en te beoordelen.

Kremer

¹) Op het scherp van de snede, uitgave Ton Bolland, Amsterdam. Prijs ƒ 12,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Op het scherp van de snede

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1973

De Wekker | 8 Pagina's