Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

m

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat vindt u van het getuigenis? uitgave Zomer & Keuning Wageningen, paperback ƒ 9,90.
In dit boek geven verschillende theologen hun gedachte over het Getuigenis, dat een aantal vooraanstaande figuren uit de Ned. Herv. Kerk, bewogen door de nood der kerk, publiceerde. Reeds kwam het Getuigenis in ons blad enige malen ter sprake. Niet ieder was er even enthousiast over. Dat blijkt ook uit dit boek. Prof. dr. J.N. Bakhuizen van den Brink (N.H.), dr. Okke Jager (Ger.), drs. H. de Jong (Ger. Vrijg.), drs. A. Noordegraaf (N.H.), ds. J. Overduin (Ger.), ds. J.H. Velema (Chr. Ger.). ds. W. Verhoef (N.H.) en prof. dr. J. Verkuyl (Ger.), geven hun mening. En dat al die meningen niet gelijk zijn is duidelijk. De felste kritiek is die van Verkuyl. Zij die aan de kant van het Getuigenis staan vrezen een horizontalisering en humanisering van het heil, waarbij geen of nauwelijks plaats is voor de verticale relatie tot God en de innerlijke vernieuwing door geloof en bekering. De anderen vrezen dat er op de innerlijke vernieuwing zoveel nadruk wordt gelegd, dat niet of onvoldoende tot zijn recht komt - om met Verkuyl te spreken - de ontdekkende vertolking van Gods heilige wil, hier en nu.
Het boek geeft een goede indruk van wat er met en rondom het Getuigenis aan de orde is.

O.


De liefde tot zijn land is Israël aangeboren door dr. M. Boertien.
Verschenen in de serie „Verken de bijbel" als nummer 14. Bestelnummer 1436 - prijs ƒ 2,90. Bij afname ineens van 3 exx. alofniet gecombineerd met andere titels in deze serie ƒ 2,50 per exemplaar.
Prof. dr. M. Boertien heeft in een radioserie „Verken de bijbel" van de N.C.R.V. zes lezingen gehouden over de liefde van Israël tot zijn land. De titel van de serie, die in boekvorm is verschenen, is ontleend aan Vondels Gijsbrecht van Aemstel, waarin wordt uitgeroepen: „De liefde tot zijn land is yeder aengeboren".
Prof. Boertien speelt wat met die uitspraak. Hij treedt op als gids en laat zien wat de bijbel zegt over het land van Israël. Maar hij begint met er op te wijzen, dat hij liever het woordje „zijn" wil schrijven met een hoofdletter als „Zijn". Het land van Israël is vooral het land van de Heer van Israël. Zowel het volk Israël als het land van Israël zijn Gods erfdeel (pag. 12)
In een tweede lezing spitst hij zijn onderwerp toe op de stad Jeruzalem. „Evenals dit speciale land een gave van God was aan zijn volk, was deze stad zijn gave aan de door Hem uitgekozen koning. Daarom kan Jeruzalem niet slechts „stad van David" - maar later ook „troon des HEREN" worden genoemd" (pag. 18). Het merkwaardige is dat in de bijbel nergens gesproken wordt over het „heilige land". Die uitdrukking komt gewoon niet voor. Wel wordt gesproken over de „heilige stad".
Land en stad blijven leven bij Israël, ook als het volk uit dat land en uit die stad wordt verdreven. In het oude testament komt nadrukkelijk het verlangen naar terugkeer voor. „Het gericht is nooit definitief", schrijft prof. Boertien (pag. 23). Daar komt bij dat het Hebreeuwse woord voor „terugkeer" eigenlijk een veel diepere betekenis heeft dan het Nederlandse: „Soms hebben wij woorden als „bekering", „omkeer" en dergelijke nodig" om ze te vertalen (pag. 25).
De joden hebben in de wereld nimmer een „Nieuw Jeruzalem" gesticht, zoals Nederlandse emigranten Nieuw-Amsterdam stichtten. Hun verlangen bleef op het oude Jeruzalem gericht. Maar dan nam men geen genoegen met het aanwezige aardse Jeruzalem. Ongeveer 200 jaar voor Christus schreef Jezus Sirach: „Richt Sion weer op, opdat aldaar Uw woord weer opga". De joden woonden in die tijd in Jeruzalem. Maar op grond van de bijbelse verwachtingen wisten zij, dat ze niet tevreden behoefden te zijn met de bestaande toestanden in de stad (pag. 38). En tussen de „rollen van de woestijn", de pas weer gevonden geschriften van de woestijngemeente van Qoemraan, zit een „tempelrol" die de tempel totaal anders beschrijft dan hij er in die tijd uitzag. Waarschijnlijk wordt de toekomstige tempel beschreven.
In het laatste hoofdstuk schrijft prof. Boertien over de relatie van de christelijke kerk tot het land en de stad van Israël. Gesproken wordt over een „nieuw Israël". Betekent die uitdrukking dat voor de kerk, land en stad geen rol meer spelen? Hij toont aan dat de oosters-orthodoxe liturgie beslist aan Jeruzalem en Sion nog een bijzondere betekenis toekent. Prof. Boertien sluit zich nauw aan bij de visie die werd uiteengezet in de hervormde theologische bezinning over „Israël volk, land en staat" die op 16 juni 1970 door de generale synode van de Hervormde Kerk werd aangenomen. Er is aldus prof. Boertien „in het nieuwe testament een spanning tussen Jeruzalem als symbool en als werkelijkheid en het is ons niet geoorloofd deze spanning door middel van eenzijdige exegese te heffen" (pag. 43). Een fijn boekje, dat de bijzondere positie van Israël accentueert.


Hans Bouma: Liedjes van Verlangen, nieuwe gemeente- en kinderliederen voor in de kerk, op school en thuis; (uitg. N.V. Zomer en Keuning- Wageningen; ƒ 6,90).
Onder deze titel verscheen enige tijd geleden een bundel met 28 christelijke liederen van Hans Bouma, die als predikant-dichter in prot. chr. kring zeker geen onbekende is. Uit eerder verschenen werk van hem blijkt, dat hij „behept" is met een aanstekelijk optimisme als het erom gaat, wie het hier op aarde te zeggen heeft: God heeft het eerste en het laatste Woord. Daarvan wil hij de gemeente laten zingen, want die - zo schrijf hij in een woord vooraf - „vormt een haard van verwachting in een wereld, waar het ondraaglijk koud kan zijn... Zingenderwijs mag de gemeente van Jezus Christus gelden als een stukje bewoonbare wereld."
Het is een fris, aantrekkelijk bundeltje geworden. De meeste liederen zijn getoonzet op de oude psalmwijzen en sluiten er ritmisch goed op aan. Voor een kleiner aantal hebben Nelly Poortier en Jac. Huisman melodieën gecomponeerd in een klankidioom, dat we uit diverse hedendaagse liedbundels kennen. Deze laatste liederen zijn volgens de uitgever met name voor kinderen bedoeld. Het is mij niet duidelijk geworden op welke gronden deze onderscheiding gemaakt is. In taalgebruik maken we hier kennis met een christen-dichter, die enerzijds nauw wil aansluiten bij het eenvoudige, goed zingbare lied en die anderzijds niet kan nalaten - en terecht - de taal ook op een nieuwere wijze te gebruiken. Wie zo te werk gaat komt met verrassingen, maar ontkomt niet altijd aan gekunsteldheid.
Voor gebruik thuis en op school zou ik dit bundeltje een aanbeveling willen meegeven, vooral omdat de meeste liederen geïnspireerd zijn door met name genoemde Schriftgedeelten. De vraag of dit liederen voor de eredienst van de gemeente zijn, is niet los te maken van een andere vraag en wel deze: is er in een kerk van gereformeerde belijdenis ruimte voor het vrijere christelijk lied? „Schriftgezangen" zijn Bouma's liederen niet, maar als lofliederen willen ze graag uiting geven aan het „loof de Here, want het is goed onze God te psalmzingen."

Ede, J. Vuijk


Mensen over mensen - onder redaktie van dr. J.D. Pienter en Eimert Pruim. Uitgeverij ten Have - Baarn. Prijs ƒ 9,50.
Wat denkt u van de mens? Deze vraag werd gesteld aan een vijfentwintig mensen met onderling zeer verschillende achtergronden. Het resultaat is een bonte scala van meningen - als verzameling en vergelijkingsmateriaal zeer interessant. Geen wonder wanneer zowel Simon Vinkenoog als een chr. geref. hoogleraar antwoord gaan geven. Overigens geeft de bijdrage van prof. Velema een duidelijk schriftuurlijk geluid, terwijl in sommige andere bijdragen onschriftuurlijke autonome dingen over de mens worden gezegd. Inderdaad een kaleidoscopisch beeld. De meeste bijdragen spreken te goed over de mens en te weinig over God, die de mens heeft geschapen.

J.H.V.


Wat is ethiek? door prof. dr. G.Th. Rothuizen; uitgave J. H. Kok, - Kampen, prijs ƒ 18,75.
Het schijnt steeds meer gewoonte te worden om in pocket-vorm te geven, wat voorheen in een meerdelig werk onder de mensen kwam. Uiteraard met al de moeilijkheden, die daarmee samenhangen, ook al zou men hier kunnen spreken van een nood, die tot deugd werd. Op zichzelf ook al een ethisch vraagstuk.
Maar ter zake: Deze pocket van 216 blz. is een voorbeeld van bovenstaande. Het is daardoor een zwáár boek geworden. Daar komt nog bij dat Rothuizen een gewrongen stijl voert, vol wendingen en woordspelingen, vonkend van flitsende gedachten en lapidaire conclusies, waarmee hij de lezer overvalt. Het boek geeft, zoals de schrijver in zijn „Korte verantwoording" zegt, de neerslag van colleges voor studenten en ten dele is het boek ook voor hen bestemd. „Oorsprong en bestemming vormen ook de verklaring van het onbeschaamd aantal noten" zegt de auteur. Zij (de noten) vormen saam 35 bladzijden!!! Daarbij wemelt het in het boek nog van namen van hen, die ook het hunne gezegd hebben over de stof, die besproken-wordt of wat daar, meer of minder, mee te maken heeft. Op 6 pagina's vindt u die namen in een register. Bovendien is er een zaakregister aan toegevoegd van hetzelfde aantal blz.
„Soms denk ik dat het resultaat maar een wonderlijk allegaartje is geworden. Dan weer: maar dat is de ethiek ook" aldus de schrijver. Dit om de toekomstige lezer een schrik te besparen wanneer hij, argeloos, afgaande op het woord „ethiek" in de titel, zou menen hier een handleiding voor het christelijke leven te vinden.
Toch hoopt de schrijver op vele lezers, „want - zo vraagt hij - is niet ieder mens student in de ethiek?"
Ik durf echter niet in het algemeen te zeggen: Neem en lees! Wie niet theologisch gevormd is kan met dit overladen boek niet overweg. Waar het over handelt? Over de z.g.n. vóórvragen van de ethiek. En dat zijn er zeer vele. Een groot deel van het boek is gewijd aan de vraag, en die vraag heeft dr. Rothuizen ook al in zijn proefschrift en in zijn inaugurele rede te Kampen bezig gehouden, of de ethiek van een christen iets geheel bijzonders is waarbij hij geheel terug valt op de openbaring Gods of dat de levensregel van de christen moet gezien worden als een algemene ethiek, die door de christen op eigen wijze verstaan en nagejaagd wordt. De verhouding van het algemeen menselijke tot het christelijke dus. Rothuizen legt sterke nadruk op het algemene in zijn betekenis voor de ethiek. Met dit standpunt hangen weer allerlei vragen saam, die in ons blad niet besproken kunnen worden omdat zij te theologisch van karakter zijn.
In een tweetal lezingen, die ook in dit boek opgenomen zijn, één over het onderwijs en één over de politiek, geeft de schrijver een proeve van illustratie van zijn benadering van de ethische vragen, die daarmede verband houden.
Een zwaar en moeilijk boek, dat wel veel informatie biedt voor de visie van de schrijver en vele anderen.
Het is maar gelukkig dat zij, die oprecht m de vreze des Heren begeren te wandelen niet, om dat te kunnen, op al de vragen, die dit boek opwerpt een antwoord behoeven te zoeken en te vinden. Zij zouden dan aan de praktijk niet toekomen. En die is al moeilijk genoeg.

K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1973

De Wekker | 8 Pagina's