Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. Fahner: Jali's van de Pasvallei. Een bergstam in kontakt met het Evangelie. Uitgave van „De Banier" te Utrecht 1973. 192 blz. Prijs: ƒ 22,50.
Dit boek is een uitermate boeiende weergave van het zendingswerk onder de Jali's, een stam in West-Irian, het voormalige Nieuw Guinea. Vanwege de zending van de Gereformeerde Gemeenten wordt onder deze stam met grote zegen gewerkt. Het eerste deel van het boek beschrijft, hoe de Jali's leefden en dachten. Uitvoerig wordt ingegaan op hun primitieve samenleving die één gesloten systeem vormde. In het tweede deel wordt beschreven, hoe het evangelie ingang vond in het leven van de Jali's en welke veranderingen in hun leven daarvan het gevolg waren. Duidelijk komt uit de veelomvattendheid van het zendingswerk als gevolg van het totale karakter van de boodschap van het evangelie.
Het boek wil niet meer zijn dan een momentopname, omdat de ontwikkeling die het beschrijft zeker nog niet is afgesloten. De beschrijving van de verandering die zich bij de Jali's voltrok valt ook op door een grote mate van nuchterheid en realiteit. Zo wordt eerlijk erkend, dat het breken met oude gebruiken en het verbranden van bepaalde voorwerpen niet altijd uit zuivere motieven voortkwamen (blz. 120). Aan de andere kant brengt de beschrijving diep onder de indruk van wat in korte tijd door een radikale en totale vernieuwing van mensenlevens tot stand kwam. We mogen hartelijk dankbaar zijn voor het zegenrijke werk dat op West-Irian geschiedt. De beschrijving van dit werk maakt het mogelijk te meer in gebed en belangstelling met dit werk mee te leven.
Tal van foto's zijn in het boek opgenomen. De uitgave is voortreffelijk verzorgd.

J.P. Versteeg


Handboek Geref. Kerken (vrijgemaakt) - Uitgave Oosterbaan & Le Cointre n.v. Goes. Prijs ƒ 6,15.
Dit Handboek 1973 - wij noemen het Jaarboek - van bovengenoemde kerken geeft weer zeer brede informatie over het kerkelijke leven. In 240 pagina's komen we veel aan de weet. Uit het statistisch overzicht blijkt dat deze kerken met ruim 1000 leden zijn gegroeid en nu ruim 87000 leden tellen: 268 kerken met 153 dienstdoende predikanten. De meeste ledenwinst boekte men uit de Geref. Kerken; 23 leden gingen naar onze kerken en 43 (waarvan 29 doopleden) leden gingen uit onze kerken naar deze kerken. Het groeipercentage in deze kerken is hoger dan in onze kerken. Prof. Kamphuis verzorgde weer het Jaaroverzicht. Hij schrijft een hartig woord over de lange duur van de synodes. Hij somt zes bijzonder goede en steekhoudende argumenten op ten nadele van de lange vergadertijd van synodes. Zeer behartenswaardig. We zijn benieuwd of een volgende synode van deze kerken inderdaad korter zal duren. Wie op de hoogte wil komen of blijven van het vrijgemaakte kerkelijke leven kan dit handboek niet missen. De uitgave is als vorige jaren - klein formaat met niet al te grote letter.

J.H.V.


Michael Green - Wie is op de vlucht? Uitgave Wever-Franeker. Prijs ƒ 7,50.
Deze paperback werd uit het Engels vertaald. De schrijver wijst op een duidelijk kenmerk van deze tijd: de vlucht voor de werkelijkheid. In vijf hoofdstukken laat hij zien dat de mens op de vlucht is voor de geschiedenis, voor de wetenschap, voor de werkelijkheid, voor het avontuur en voor Christus. Het boek beweegt zich op het gebied van de Apologetiek. De auteur is een enthousiast christen. Soms probeert hij naar mijn smaak een beetje teveel te argumenteren. Uiteraard is het boek afgestemd op de engelse lezer. Dat is een bezwaar en spreekt niet zo aan. De hele sfeer is niet nederlands. Dat neemt niet weg dat Green zijn opmerkingen maakt, die ook in de Nederlandse geestelijke situatie van betekenis zijn. Het is inderdaad typerend dat de mens graag verstoppertje wil spelen en zich zo probeert staande te houden. Die trek wordt in dit boek grondig ontmaskerd. Als zodanig heeft het zeker betekenis.

J.H.V.


J. Douma: Euthanasie. Uitgeverij De Vuurbaak, Groningen, 1973. 54 blz.
Dit boekje bevat de uitgewerkte rectorale rede van de Kamper hoogleraar in de ethiek. Het is een doorwrocht werkstuk, waarin verschillende facetten van het euthanasie-vraagstuk aan de orde komen. De argumenten van zinloos leven als van zinloos lijden worden als onvoldoende voor het bepleiten van euthanasie afgewezen. De term indirecte en passieve euthanasie wil Douma liever niet gebruikt zien worden. Het met deze termen bedoelde onderscheid tussen het actief ingrijpen en het beëindigen van een behandeling ontvangt de volle aandacht. Aan de patiënt zelf wordt ook aandacht gegeven in deze rede. De begeleiding van stervenden wordt op een christelijke wijze als plicht aangeprezen.
In kleine letter wordt gediscussieerd met anderen. De literatuurlijst is een verdienstelijk overzicht van wat over het onderwerp werd gepubliceerd. We zijn dankbaar voor deze heldere studie, die een welkome bijdrage vormt voor de meningsvorming op dit punt. Op wetenschappelijk verantwoorde wijze en tegelijk terzake kundig wordt ingegaan tegen de moderne gedachtengang. Daarbij is het Schriftgetuigenis de dragende grond van het hele betoog.

W.H. Velema


J. Kooiman: Van Juliana tot Juliana. Uitgave De Vuurbaak, Groningen, prijs ƒ 4,50.
Dit boek, dat in 50 pagina's de hoofdpunten bespreekt van de geschiedenis van het Huis van Oranje vanaf Juliana van Stolberg tot onze huidige koningin werd uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van Hare Majesteit de Koningin. Het is goed dat de geschiedenis van ons vorstenhuis nog eens weer onder de aandacht komt, met name ook het geloof waaruit velen van hen hebben geleefd. Er wordt in kort bestek veel gegeven. De twee laatste bladzijden vermelden de verjaardagen van de koninklijke familie en de trouwdata van koningen en prinsessen, alsmede de stamboom van Oranje-Nassau.

O.


Zilver op oranje, koningin Juliana 25 jaar vorstin. La Rivière & Voorhoeve, Zwolle, prijs geb. ƒ 13,50.
Gaarne attendeer ik op de verschijning van dit prachtige boek. Reeds verscheen het vóór het regeringsjubileum van onze vorstin, maar het heeft ook daarna niets aan waarde verloren. Integendeel, u hebt er in dit boek een fijne herinnering aan. Bekende Nederlanders vertellen van hun ontmoetingen en ervaringen met de koningin. Interessant is de bijdrage van dr. ir. M. van Brandhof, Hoofd van 's Rijks Munt, over het recht van de koningin op munten te worden afgebeeld. Buskes schrijft over de religieuze kant van het koningschap: Koningin bij de gratie Gods. Dr. W. Drees sr. vertelt over zijn ervaringen gedurende zijn langdurig premierschap. Kostelijk zijn de herinneringen van de oud-burgemeester van Utrecht, de heer De Ranitz, over prinses Juliana als studente. Een typisch-vrouwelijke bijdrage is die van mevrouw Schmelzer-Mutsaerts, boeiend die van mr. J.A. Jonkman, oud-voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Fijngevoelig is wat rabbijn Soetendorp schrijft over de ervaringen van hem en de joden in het algemeen met ons koninklijke huis. En dan heb ik nog lang niet alles genoemd. Doordat vele facetten in dit boek belicht worden, krijgen we een uniek beeld van onze vorstin. Daar is ieder der schrijvers het over eens, dat we dankbaar mogen zijn haar als vorstin te mogen bezitten en in die gedachte zal ieder die het boek leest stellig worden versterkt. Een fijn boek, dat zijn waarde behoudt. 68 foto's maken het boek tot een nog rijker bezit.

O.


Prof. dr. K.J. Popma; Evangelie en geschiedenis. Buijten en Schipperheijn, Amsterdam, 1972. Christelijk Perspectief onder red. van dr. J. Stellingwerf. Deel XX. 312 blz., Prijs ƒ 18,—. Voor C.P. abonnees ƒ 15,—.
In de serie Christelijk Perspectief worden aspecten der werkelijkheid wijsgerig en bijbels belicht. Een zeer belangrijk onderdeel van de werkelijkheid, door velen miskend, is de geschiedenis. Prof. Popma laat over haar het licht van het evangelie schijnen. En hij doet dit op een manier die voor veel van wat hij publiceert kenmerkend mag heten: op een speels meditatieve wijze komen dikwijls verwaarloosde openbaringswerkelijkheden aan de orde. Daarom is het lezen van dit boek ook verrassend. Popma kan over sommige uitspraken van Gods Woord op eenmaal een flitsend licht laten schijnen. Dan gaat een tekst leven. Dan worden ook verbanden duidelijk. Dan zou men zin krijgen om met deze gegevens eens de preekstoel op te gaan. Popma is een seigneurale meditator. Maar af en toe zegt men: wacht eens even. Is het wel zo? Popma's afkeer van scholastiek en speculatie is welbekend. Maar heeft hij er zelf ook niet iets van? Te denken valt hier aan gewaagde constructies over een theologische ruimte tussen de eerste twee verzen van de bijbel. Popma zelf spreekt over een kloof tussen Gen. 1:1 en 1:2. Wij weten dat voor velen de ruimte tussen Gen. 1:1 en 1:2 een uitkomst is geweest: men heeft er alle onopgeloste problemen ten aanzien van schepping en evolutie in kunnen wegstoppen. Niemand wist immers wat er in die tussentijd was gebeurd? Popma stopt er niet iets in, maar hij haalt er iets uit. n.l. de demonie in de geschiedenis, die herleid wordt tot de chaotiserende machten die vrij spel hadden gekregen door de inbraak van de in de schepping ingedrongen chaotische machten. Dat is speculatie. Noem het scholastiek. Het klopt niet omdat het herleid wordt tot een „tussen-de-regels-lezen". Hoe gevaarlijk dat is kan een kind begrijpen. Afgezien daarvan - er zouden meer voorbeelden te noemen zijn - laat het boekje zich goed lezen. Sprankelende meditaties over de geschiedenis, zo zou de ondertitel kunnen luiden. Dat is de kracht, én de zwakheid van dit geschrift. Méér systematiek zou niet overbodig geweest zijn.

W. van 't S.


H. Gollwitzer: Rijk Gods en socialisme bij Karl Barth. Uitgeverij Ten Have, Baarn, 1972, 64 blz. Prijs ƒ 6,90.
Het blijkt dat Barth in zijn periode als predikant in Safenwil van 1911-1921 links socialistisch gedacht en geschreven heeft. Weliswaar heeft hij zich aan het eind van die periode van de socialistische partij afgekeerd en heeft hij theologisch ook een hele wending meegemaakt (de tweede druk van de Römerbrief), maar voordien was hij een vurig socialist.
Gollwitzer, kenner en volgeling van Barth, wil nu in dit boekje laten zien, dat Barth het socialisme trouw gebleven is. De breuk, die in de Römerbrief openbaar komt, wordt niet zo ingrijpend geacht, tegen het licht van wat Barth later over het humanisme heeft geschreven. Het is duidelijk dat dit betoog neerkomt op een pleidooi voor het huidige socialisme met Barth als supporter.
Ons blad leent zich niet voor een diepgaande bespreking van Gollwitzers these. We zouden twee kritische vragen willen stellen: Waarom is Barth zelf op zijn „ommezwaai" nooit teruggekomen? En vervolgens: is het socialisme dat Barth verdedigd heeft gelijk te stellen met het anarchistisch socialisme dat we in de kringen van uiterst linkse studenten en intellectuelen van onze tijd aantreffen? Blijkens de resultaten van methode en doelstelling ligt daartussen een niet onaanzienlijk verschil. We willen niet ontkennen dat in Barths theologie het humanisme een steeds sterker plaats is gaan innemen. Men zou dit humanisme wellicht de verbindingsschakel met Barths socialisme uit zijn beginperiode kunnen noemen. Dat het huidige, uiterst linkse, radicaal socialisme uitdrukking van dat humanisme is, is een stelling, die men toch Barth zelf - zij het ook in zijn nadagen - had moeten horen verdedigen om geloofwaardig te zijn. Nu Barth dat zelf niet deed, zullen we hem niet mogen laten zeggen, wat hij zelf afwees of verzweeg.

W.H. Velema


J. Verkuyl: Jezus Christus, de bevrijder en de voortgaande bevrijdingen van mensen en samenlevingen. De betekenis van de wereldconferentie voor zending en evangelisatie in Bangkok. Uitgave van Ten Have B.V. te Baarn, 1973. 112 blz. Prijs: ƒ 10,—.
Dit boek geeft een duidelijk beeld van wat gebeurde tijdens de wereldconferentie voor zending en evangelisatie die onlangs in Bangkok werd gehouden. Niet alleen ontvangen we een indruk van wat gezegd en besloten werd, maar ook worden we geïnformeerd over de achtergronden, het karakter en de bedoeling van deze conferentie. Het is duidelijk, dat prof. Verkuyl die de conferentie bezocht met hart en ziel aan het werk van de conferentie heeft deelgenomen. Het geluid dat de conferentie liet horen wil hij laten doorklinken in Nederland.
Twee hoofdstukken zijn niet door prof. Verkuyl geschreven. Dr. van den Heuvel schreef een verslag van wat in sectie I besproken werd („Bevrijding in verband met cultuur en identiteit"). Drs. Witvliet zorgde voor de weergave van de besprekingen in sectie II („Bevrijding en sociale gerechtigheid"). Van dr. Thomas - een chemicus, socioloog en theoloog uit India - werd het referaat overgenomen waarmee hij het thema van de conferentie inleidde.
In Bangkok werd benadrukt, dat het heil niet alleen een zaak is van de ziel van de mens, maar te maken heeft met de totaliteit van het mens-zijn. Het bevrijdend werk van Christus wil ons b.v. ook raken in onze relaties in de samenleving. Het is inderdaad goed, dat we ons het alomvattende van de bevrijding die Christus wil werken realiseren. Dit verslag van wat in Bangkok plaatsvond kan daarbij een stimulans en een steun zijn.
Toch roept het boek verschillende vragen op. Doet prof. Verkuyl recht aan prof. Beyerhaus die ook in Bangkok aanwezig was, wanneer hij hem beschuldigt een poging tot polarisatie gedaan te hebben? Prof. Verkuyl zegt, dat prof. Beyerhaus alléén maar nadruk wilde leggen op het persoonlijke heil. Van de door prof. Beyerhaus opgestelde „Frankfurter verklaring" - een getuigenis over het werk van de zending - wordt gezegd, dat daarin de nadruk op de proclamatie van het evangelie en op diakonia uitgespeeld wordt tegen de nadruk op ontwikkelingsprojekten en -programma's en op de sociaal-politieke gerechtigheid (blz. 97). Nu zegt prof. Beyerhaus in de „Frankfurter verklaring" evenwel onder meer ook het volgende: „Wij betuigen . . . onze instemming met het vastbesloten opkomen van alle kerken voor gerechtigheid en vrede en met de ontwikkelingshulp als een met de tijd overeenstemmende verwerkelijking van de goddelijke eis van barmhartigheid en recht alsook van het liefdesgebod van Jezus". Ieder mag beoordelen, of het verwijt van prof. Verkuyl aan het adres van prof. Beyerhaus terecht is. Kan dit verwijt misschien voortkomen uit een niet zien van de bedoeling van iemand als prof. Beyerhaus om het werk van de zending te binden aan de norm van de Schrift? In ieder geval is te vrezen, dat velen die tijdens de conferentie aan de dialoog met enkele boeddhistische leiders deelnamen voor de intentie van prof. Beyerhaus geen oog hadden. Juist de weergave van deze dialoog roept tal van vragen op. Temeer, omdat reeds aan het begin van de conferentie door dr. Thomas gezegd was, dat de dialoog haar „christelijke motivering" vindt in het feit, dat velen een „nog ongedefinieerde transcendentie" aanvaarden (b.v. de Marxistische humanisten) (blz. 48). Hier worden voor ons besef scheidslijnen die de Schrift trekt verdoezeld.

J.P. Versteeg


M.J. Koenen, M. Oosterlee, S.J. Ridderbos, W. van Tilburg en J.G. Veldkamp: Psychiatrie en theologie in gesprek. Uitgeverij Kok, Kampen, 1973, 156 blz. Prijs ƒ 14,90.
In dit werk schrijft één predikant, dr. S.J. Ridderbos, verbonden aan de Valeriuskliniek in Amsterdam en vier psychiaters. Het is te prijzen dat zij het gesprek tussen psychiatrie en theologie op gang wilden brengen. Te lang zijn deze twee wetenschappen hun eigen weg gegaan. In het gunstigste geval langs elkaar heen, vaak ook tegen elkaar in. Daarom waarderen we deze poging, met elkaar in gesprek te komen.
Het eerste hoofdstuk handelt over de relaties. Dr. Ridderbos beschrijft de relatie tussen psychiatrie en theologie. Hij meent dat ze beide dezelfde mens tot object hebben en dat deze mens een beker water nodig heeft, welke gevuld wordt vanuit twee bronnen. Als psychiater en pastor zich elk aan eigen opdracht houden, is er geen botsing. Het klinkt goed, maar blijkt in de praktijk toch minder eenvoudig te zijn. Dat hangt er m.i. mee samen dat de uitgangspunten over wat psychiatrie is, nogal verschillend blijken te zijn, zowel tussen de pastor en de psychiaters, als tussen de psychiaters onderling. Is psychiatrie een waardenvrije wetenschap? Dat wil zeggen: doet je geloofsovertuiging niet mee in je psychiatrisch bezig zijn? Ben je als psychiater gebonden aan de wet van de liefde? Het gesprek daarover leidt tot verschillende resultaten. Dat is opzichzelf niet onoverkomenlijk. Het is wel jammer dat we de indruk krijgen dat men op een verschillende golflengte spreekt.
Het tweede hoofdstuk bevat een uitvoerig exerpt van een dik Amerikaans boek, met een theologische diagnose en een psychiatrische meditatie daarover. Het komt mij voor dat de lezer niet veel gemist zou hebben, als men deze 35 bladzijden niet opgenomen had in het boek. In het laatste hoofdstuk verdedigt dr. Ridderbos nog eens zijn inzichten over de homosexualiteit. Het blijkt dat hij onder „natuur" uit Romeinen 1 in de eerste plaats wil verstaan het op elkaar aangelegd zijn van de mens en het behoefte hebben aan kontakt. Zo meent hij te kunnen verdedigen dat een homosexuele relatie niet tegennatuurlijk genoemd behoeft te worden, al zit er wel een tegennatuurlijk element in. Men moet echt wel hele omwegen maken om deze uitleg van Paulus' woord mee te kunnen maken. Het is mij niet duidelijk waarom dit hoofdstuk uitgerekend in dit boek een plaats moest krijgen. Ik maak deze opmerking ook, omdat er in dit derde hoofdstuk geen bijdrage van een psychiater is.
De eindindruk is, dat we de poging waarderen, maar dat het ons niet verkeerd had geleken als de schrijvers eerst nog wat verder binnenskamers hadden doorgepraat. Wellicht zouden ze dan ook ontdekt hebben dat het wel een wat erg zware taak is voor een theoloog om het gesprek met 4 psychiaters te voeren. Dr. Ridderbos moet zich wel wat zwaar belast gevoeld hebben bij „psychiatrie en theologie in gesprek".

W.H. Velema

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1973

De Wekker | 8 Pagina's