Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ICCC in diskussie ¹) (Beoordeling van de ICCC III)

Bekijk het origineel

De ICCC in diskussie ¹) (Beoordeling van de ICCC III)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een goede zaak dat in onze kerkelijke pers over de ICCC en ons lidmaatschap van deze raad eens van gedachten gewisseld wordt. Op de laatste generale synode is stevig over dit onderwerp gediskussiëerd en de meningen liepen toen zeer uiteen. Op de a.s generale synode zal deze zaak zeker weer ter sprake komen. Het heeft alles vóór dat ons kerkvolk van de argumenten - pro en - contra kennis neemt, en dan niet zó dat in het éne blad uitsluitend voorstanders van deze raad, en in het andere orgaan alleen maar tegenstanders aan het woord komen. Want dan spreken we slechts langs elkaar heen, maar we lezen ook langs elkaar heen. Daarmee is de kerk natuurlijk niet gediend.
Er is dus niets op tegen dat aan dr. J.C. Maris in De Wekker van 24 en 31 augustus gelegenheid werd gegeven op het artikel van ds. Boersma in het nummer van 13 juli te reageren. Ds. Boersma gaf zijn indrukken van het congres te Cape May weer en stak daarbij zijn kritiek niet onder stoelen en banken. Dr. Maris is als secretaris-generaal van de ICCC de meest aangewezen figuur om op de kritiek van ds. Boersma in te gaan. Van harte zijn ondergetekenden het eens met de laatste zin van het tweede artikel van dr. Maris, waarin hij zijn hoop uitspreekt op een eerlijke benadering. Niets liever dan dat!
Het is dan echter wel nodig dat de diskussie op een behoorlijk niveau wordt gevoerd. Br. Maris is kennelijk van mening dat dit niet het geval is in het stuk van br. Boersma, omdat daarin volgens hem een valse tegenstelling wordt gecreëerd. Als dit waar is, verloopt de diskussie in bijzaken, en daarmee wordt de zaak der kerken niet bevorderd. We moeten bij het onderwerp blijven. En dat is: hoe moeten we denken over de ICCC en ons lidmaatschap ervan?
Nu is dit het merkwaardige dat ondergetekenden menen dat juist de artikelen van br. Maris aan het euvel lijden dat zij via zijpaden de eigenlijke zin van br. Boersma's kritiek ontlopen. We menen zelfs dat in het eerste artikel van br. Maris de kritiek zozeer op de persoon van br. Boersma wordt gericht, dat het voor deze bijzonder moeilijk wordt nader op de materie in te gaan. Hij zou dan eerst zijn eigen integriteit moeten gaan verdedigen! Dit is de reden dat wij, de drie afgevaardigden van onze kerken naar Cape May, gaarne gezamenlijk aan br. Maris een antwoord willen geven. Daarbij gaat het er ons om datgene te ontgaan wat een „eerlijke benadering" belemmert.

Zelfgenoegzaamheid?
Dat br. Maris het niet eens is met de kritiek van br. Boersma, willen we graag aanvaarden. We hadden niet anders verwacht en we willen gaarne naar de tegenargumenten van br. Maris luisteren en zo nodig onze mening korrigeren.
(Het moge uit de meervoudsvorm blijken dat, hoewel br. Boersma geheel op eigen gezag zijn artikel schreef, wij het over één en ander geheel eens waren. Dit was een bijzonder prettige ervaring in Cape May). In zijn eerste artikel gaat br. Maris echter nauwelijks in op de door br. Boersma geuite kritiek. Alleen de procedure rondom de resoluties komt even ter sprake. Wel echter wordt de mentaliteit van de criticus op de korrel genomen: „Velen van de nederlandse bezoekers hebben zich ronduit geërgerd aan hetgeen met name door ds. Boersma werd geschreven". Br. Maris „kan begrijpen dat deze manier van schrijven op velen een indruk van zelfgenoegzaamheid heeft gemaakt".
Even later is dit niet meer de mening van velen of een indruk, maar een vaststaand feit: „de boven gesignaleerde zelfvoldaanheid". Er zijn buitenlanders die er ook zo over denken, dus het „bewijs" is geleverd! Laten we de hand verder in eigen boezem steken en de kritiek op de ICCC maar haastig inslikken!
Tegen deze manier van redeneren hebben we ernstige bezwaren.
Ten eerste: door zo te reageren komt van de door br. Maris gevraagde „eerlijke benadering" niets terecht! De kritiek op de ICCC wordt weggepraat door het eens te hebben over zelfgenoegzaamheid van br. Boersma, die vertolkt wat er aan die zonde in onze kerken leeft. Als de gecritiseerde daar in vliegt en zich zelf poogt vrij te pleiten, is hij natuurlijk bij voorbaat veroordeeld. Br. Maris weet even goed als wij dat verwisselen van onderwerp het als debatershandigheidje soms wel doet. Maar nu de dingen op papier staan, zijn we zo vrij hier even serieus op in te gaan.
Ten tweede: gezien zowel de opdracht van deputaten aan de afgevaardigden naar Cape May, als de diskussies op de laatste generale synode, is het niet een persoonlijke aanmatiging van br. Boersma (en ons) om de ICCC met een kritisch oog te bezien. Het is eenvoudig onze roeping! In de gegeven situatie ware het dwaas om te zeggen: wie zijn wij dat wij anderen bekritiseren! Dit ware geen goede, maar een kwalijke bescheidenheid, omdat we als kerken, die verantwoordelijk zijn voor hun beslissingen, en medeverantwoordelijk voor de beslissingen van de ICCC, onszelf, maar ook de ICCC, hebben te toetsen aan de normen van Gods Woord.
Ten derde: waarom is het een teken van zelfvoldaanheid als br. Boersma schrijft: „Onze gedachte was dat we als kerken misschien wel een eerste taak hebben om zo mogelijk op brede schaal iets door te geven van de rijke theologische erfenis die we in de Reformatie van de 16e eeuw hebben ontvangen"? Waarom is dit b.v. geen oprechte dankbaarheid? Omdat er heus wel iets op de kerken van de Reformatie is aan te merken? Maar is de erfenis fout omdat de erfgenamen niet volmaakt zijn? Natuurlijk is het mogelijk zich in zelfgenoegzaamheid valselijk te beroemen op het verleden. Maar waarom moet dit het geval zijn bij br. Boersma, bij wie dan „misschien onbewust een kerkelijk meerderwaardigheidsgevoel speelt"?
We kunnen verder vragen: waarom is dan bij br. Maris geen zelfgenoegzaamheid aan het woord als hij zijn kollega in deze hoek zet? waarom is het geen zelfgenoegzaamheid als de door br. Maris genoemde Indiase prediker zegt: „het westerse christendom is arm aan zondekennis en Jezusverlangen"?
Waarom is het geen zelfgenoegzaamheid als br. Maris over onze kerken oordeelt: „Wij kennen nauwelijks de grote kracht van het gebed"? We willen graag van br. Maris geloven dat hij dit uit heilige bezorgdheid over onze kerkelijke toestand zegt. Maar waarom moet dan bij br. Boersma beslist zelfgenoegzaamheid aan het woord zijn? Waarom zo onwelwillend?
Want een feit is - en hier komen we tot de zaak waarom het in de diskussie moet gaan - dat naar onze mening in Cape May door verschillende sprekers, kerkelijke leiders n.b., met de Bijbel werd omgesprongen op een manier, die aan dit Woord geen recht deed wedervaren. Dat wij dit voelden, menen we met diepe ootmoed te mogen danken aan die „theologische erfenis". Het zou een kleinigheid zijn een bloemlezing van de wonderbaarlijkste exegese uit verschillende redevoeringen in Cape May samen te stellen. Natuurlijk doen we dit niet. Maar deze ervaring heeft ons wel een antwoord gegeven op de vraag, in welke richting onze kerken iets voor de andere aangesloten kerken kunnen betekenen. En we menen dat deze vraag niet voortvloeit uit zelfgenoegzaamheid, maar dat allen die èn onze kerken én de ICCC liefhebben, deze vraag zullen stellen. De overtuiging dat bij ons lang niet alles is zoals het moest zijn, hangt samen met het besef dat niet dóór die erfenis, maar ondanks die erfenis van de Reformatie het zo is geworden. En daarom zou een „bescheiden" achterhouden van die erfenis geen bescheidenheid, maar ontrouw zijn!

Kapitalisme
In zijn tweede artikel gaat br. Maris in op hetgeen br. Boersma schreef over het kapitalisme en de ICCC. Ook hier moge eerst iets gezegd zijn over de manier van betogen van br. Maris.
Deze geeft een uiteenzetting over het „zuivere" kapitalisme en plaatst dit tegenover hetgeen met name het liberalisme van de 19e eeuw ervan gemaakt heeft. Maar daarover gaat het br. Boersma niet. Ook hier moet het diskussie-punt: hoe stelt de ICCC zich op? niet worden vervangen door een diskussie over wat men al of niet met „kapitalisme" zou kunnen bedoelen. Want dan gaat de één spreken over het „zuivere" kapitalisme, de ander over de practische betekenis ervan in onze wereld. En voorlopig komen we dan aan de ICCC niet toe.
Wat we bedoelen is het beste aan te tonen door even in te gaan op wat br. Maris over dit „zuivere" kapitalisme zegt, n.l. „dat de produktie wordt ter hand genomen door ondernemers, hetzij met eigen of met vreemd kapitaal. Die ondernemers hebben arbeiders in dienst, die voor de door hen verrichte arbeid loon ontvangen. Het risiko berust dan bij die ondernemers. Verliezen komen te hunnen laste, winsten komen hun (het bedrijf) ten goede. Bij dit stelsel behoort de vrije konkurrentie en loonvorming".
Wat moet een kerk zeggen over dit economisch stelsel? De Wereldraad stelt zich socialistisch-gezind op. Maar de ICCC moge er tegen waken niet in dezelfde fout te vervallen door zich onkritisch aan een andere stelsel uit te leveren, in casu het kapitalistische.
Want het bezwaar dat - naar we menen - ieder christen tegen de bovengenoemde formulering moet hebben is dit: in wezen is dit stelsel, zo geformuleerd, precies even atheïstisch als het communisme.
Het communisme verwerpt elk geloof in God principieel. Maar de bovenvermelde formulering van het kapitalisme gaat geheel aan God en Zijn gebod voorbij! We stellen slechts enkele vragen:
1. het gaat hier om vrije ondernemers; vrij van wat? van de overheid, van het buitenland, of heeft die „vrijheid" ook nog iets te maken met, wordt zij niet bepaald door de „vrijheid die in Christus is"?;
2. wordt door het betalen van loon ook de zedelijke verantwoordelijkheid voor de onderneming afgekocht van de arbeiders?; 3. komen verliezen inderdaad alleen ten laste van de ondernemers?; 4. wat is het doel van de onderneming: alleen kapitaalsvermeerdering, of ook het heil van alle betrokkenen? Kortom: door niets te zeggen over Gods geboden voor de samenleving zijn uitbuitingen etc. in dit „zuiver" kapitalisme geen toevallig 19e eeuws bijmengsel, maar zij lijn er bij ingebouwd! Want zo'n „zuiver" stelsel in een onzuivere wereld kan niet zuiver blijven. Tenzij Gods Woord voor zuiverheid zorgt.
Daarom schrokken we toen we een foldertje van dr. McIntire lazen, waarin communisme en kapitalisme werden vergeleken. Het communisme was alleen maar slecht, het kapitalisme alleen maar goed. Alles kwam er op neer: werk maar hard, bid maar veel, en God zal je zegenen; en de Bijbel staat persoonlijk bezit voor! Is dit geen voorbijgaan aan de werkelijkheid? Niet alleen van uit het socialisme, maar ook van uit het Woord Gods is kritiek te maken op de samenleving. En wie déze kritiek hanteert. mag niet zonder meer in de hoek van de socialist worden gezet. Het zwart-witschema: òf communisme òf kapitalisme is, mede in het licht van br. Maris „zuivere" formulering onaanvaardbaar voor een christen! We hebben niet te maken met één of ander idealistisch stelsel, maar met de realiteit van de zonde in deze wereld. En wat ons in Cape May trof was dit: felle kritiek op het communisme (accoord natuurlijk), maar geen of slechts zeer aarzelende kritiek op het atheïstisch kapitalisme van vandaag. Treffend was in dit opzicht de eenzijdigheid van dr. Israel Gueiros, de leider van de afgevaardigden in Brazilië, in zijn kritiek op Don Helder Camara: diens grote fout was dat hij zijn land in diskrediet bracht door te klagen over. gewetensvrijheid, maar over diens overbekende strijd op sociaal gebied werd niet gerept!
We geloven niet dat de kerk zich moet uitspreken over al of niet „zuivere" economische stelsels. De kritiek van de Schrift richt zich tegen elke zonde, van welke kant ook. De Schrift waarschuwt tegen de almachtige staat, maar ook tegen de individuele mens in zijn machtswaan.
En laat de ICCC zich niet uit reaktie tegen de Wereldraad laten dringen in een hoek, waar zij niet met het Evangelie vrij kan staan!
Inderdaad is het niet juist, te stellen dat McIntire zegt: het kapitalisme is de basis voor het koninkrijk Gods. Nauwkeuriger lezen van genoemd pamflet deed zien dat betoogd werd: het Evangelie is de basis voor het kapitalisme!
Maar is dat niet even erg? Moeten we niet waken, opdat de ICCC daar niet heen groeit? We zijn er mede-verantwoordelijk voor.

K. Boersma
W. Steenbergen
B. van Smeden


¹) De redaktie meent dat ondergetekenden van dit artikel recht hebben om te reageren op de artikelen van ds. Maris in De Wekker van 24 en 31 augustus j.l.
De redaktie wil gaarne aan verschillende visies op het ICCC-congres in Cape May, juni j.l. gehouden, recht van uiting geven. Enige briefschrijvers hebben bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop ds. Maris reageerde op het artikel van ds. Boersma in De Wekker van 13 juli j.l. en achten met name enige uitlatingen van ds. Maris grievend voor ds. Boersma. Ook de redaktie was van mening, dat de artikelen persoonlijker waren gesteld dan nodig was en niet vanwege de zakelijke inhoud, maar door de persoonlijke toon bij ds. Boersma niet aangenaam zouden overkomen. Echter nadat ds. Boersma de artikelen van te voren gelezen had werden ze met zijn toestemming geplaatst, op voorwaarde dat hij er op zou mogen terugkomen. De redaktie is van mening dat de standpunten inzake de ICCC - en in onze kerken denkt daar niet ieder gelijk over - zakelijk tegenover elkaar moeten worden gesteld en een te persoonlijke toon moet vermeden worden. Iemand schrijft: „Waarom toch direkt dat wantrouwen en die verdachtmaking?" Inderdaad. Die moeten verre blijven. Ook onder broeders moet verschil van mening mogelijk zijn. Het gaat niet om mensen. Het gaat om de zaak.

De redaktie

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1973

De Wekker | 8 Pagina's

De ICCC in diskussie ¹) (Beoordeling van de ICCC III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1973

De Wekker | 8 Pagina's