Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wisse over de volharding bij de belijdenis (N.a.v de herdenking in 1886 van reformatie 2)

Bekijk het origineel

Wisse over de volharding bij de belijdenis (N.a.v de herdenking in 1886 van reformatie 2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vorige maal hebben we bij wijze van spreken een morgendienst meegemaakt in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Den Haag in het jaar 1886. De predikant was ds. Js. Wisse Czn. Hij preekte op 31 oktober over de betekenis van de Reformatie, en deed dat op een manier waarbij alle aandacht werd geschonken aan de geschiedenis der Reformatie, de geschiedenis van Luther. De les voor hem en zijn gemeente uit de geschiedenis was, om alles van de Here te verwachten, ook in de tijdsomstandigheden van die dagen, en vooral op kerkelijk gebied: alles van de Here te verwachten.
God gebruikt zwakke mensen. Hun werk is, als alle mensenwerk gebrekkig. Maar God gebruikt het. Wisse kon op het moment dat hij deze woorden sprak niet weten, wat wij wél weten, dat God hem gebruikt heeft om met ds. F.P.L.C. van Lingen de Christelijke Gereformeerde Kerk te doen voortbestaan. God gebruikt mensen. Maar dan mensen, die in alle eenvoud het Woord spreken, het evangelie bedienen. Zo wordt de Kerk vergaderd, beschermd en onderhouden. Laten we nooit vergeten, dat dit het geheim is geweest ten diepste van 1892. Maar de predikant kon er niet genoeg van krijgen. Hij week van zijn gewoonte af, om 's middags uit de catechismus te preken. En hij deed dit uit een dringende behoefte, gelijk hij zelf verklaarde, om op deze dag der herdenking in aansluiting aan hetgeen hij 's morgens had verkondigd de gemeente „en ook zichzelf bij het licht van Gods Woord aan te sporen en op te wekken tot getrouw bewaren van het door God ons toebetrouwde pand zijner dierbare waarheid".
Wisse wist heel goed wat er in zijn tijd omging. Hij beleefde erin iets van een spanning: „Kennelijk gaat de tegenwoordige tijd zwanger van geweldige gebeurtenissen. Wat de Heere God aan ons brengen zal weten we niet, maar wel weten we en wordt het ons van dag tot dag duidelijker, dat grote dingen in staat en kerk, in geheel de Maatschappij op handen zijn. Allen die de waarheid zoals die in Christus is belijden, hebben daarbij eene gewichtige roeping te vervullen en daarbij eene hoogst gewichtige Apostolische vermaning te betrachten t.w. om de belijdenis der waarheid, ook wel een belijdenis der hope genaamd te kennen, daaraan vast te houden. Doen we dit niet, dan werken we willens of onwillens mede om de fundamenten omver te trekken, waarop geheel ons christelijk maatschappelijk leven is gegrond. Doen we het wel, dan mag er gebeuren wat er gebeure, maar dan zijn we veilig in de hand onzes Gods".
Op deze manier heeft Wisse gewezen op de betekenis van het evangelie voor heel de maatschappij. En alles hangt af van de vraag of wij de belijdenis vasthouden, en of we werkelijk het pand bewaren.
Na deze uiteenzetting van zijn bedoelingen in de voorafspraak volgt, gelijk in die dagen de gewoonte was het gebed en daarna de afkondiging van de tekst. Deze staat in Hebr. 10:23: Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vasthouden; want Die het beloofd heeft; is getrouw. Nadat Wisse de tekst in het licht van het verband heeft laten zien volgt het Thema van de preek: De getrouwe belijders der waarheid (broeders) opgewekt tot volharding in haar hoopvolle belijdenis. Vier punten heeft de preek: de inhoud van die belijdenis, de trouw aan die belijdenis, de opwekking tot die belijdenis en de waarborg voor die belijdenis.
In deze preek blijkt heel duidelijk dat Wisse zich eenvoudig hield aan de tekst. De belijdenis vasthouden! Welke belijdenis is dat dan vraagt hij. Is dat de belijdenis van Luther, van Calvijn, van Zwingli? Neen. Ook niet de belijdenis van Paulus, van Johannes of van Petrus. Maar de belijdenis der hoop. Dat woord is reeds naar zijn klank een woord dat weldadig aandoet.
Hoop doet leven. Wat is een leven zonder hoop?
Hoe kunnen wij die belijdenis der hoop verklaren? Wij hebben er onder te verstaan de leer der waarheid en des Evangelies. Deze kan in drie hoofdzaken worden samengevat:
De leer van Gods welbehagen in mensen;
De belijdenis aangaande de Middelaar Jezus;
De belijdenis aangaande de Heilige Geest.
Dat is de samenvatting van de belijdenis en van het evangelie. Gods welbehagen in mensen. De enige plaats van Christus. En de leer aangaande de Heilige Geest.
Wie deze samenvatting van de belijdenis leest wordt herinnerd aan het feit dat de zaligheid uit God is. Hier geen invlechten van een menselijk element, op welke wijze dan ook, maar hier een verankering van de hoop in God zelf. Niet in de mens. Ook niet in de vrome mens. Maar in God. In Christus. In de Heilige Geest. Zo alleen kan die belijdenis met nadruk de belijdenis der hoop genoemd worden. Omdat zij uitgaat van de God der hoop. Omdat zij steunt op de God der hoop, en omdat zij op deze manier leidt tot die hoop, die doet roemen in verdrukking.
Me dunkt, dat Wisse op deze wijze heel de kwestie van de belijdenis der gemeente op de rechte wijze heeft gesteld. Acht dit niet gering. Heel de strijd van zijn dagen ging om de handhaving van en de functionering van de belijdenis in de kerk. De geschiedenis van de Hervormde Kerk van zijn dagen kon beschreven worden onder de veelzeggende titel: een kerk in onrust om haar belijdenis. Vanaf het begin van de eeuw was de kwestie van de belijdenis aan de orde geweest. De belijdeniskwestie speelde in de doleantie een heel grote rol. In allerlei nuanceringen werd er over deze zaken gedacht en gesproken en geschreven. Wisse preekt er over en zegt dan: dit is de belijdenis der hoop. Gods welbehagen in mensen! Het werk van Christus de Middelaar. De belijdenis aangaande de Geest. Men zou dit het trinitarisch centrum van het heil en van de belijdenis kunnen noemen. Dat moet gehandhaafd. Dát mag niet losgelaten worden, zal men niet de fundamenten van heel het leven ondersteboven trekken.
En waarin bestaat dan wel de trouw aan de. belijdenis? De tekst zegt: vasthouden aan. Letterlijk staat er onwankelbaar vasthouden. Tegen trouw staat ontrouw. Tegen vasthouden staat loslaten. Die trouw is noodzakelijk. Volharden ten einde toe heeft de belofte. Die trouw wordt beproefd, bij de Hebreeën en bij de oprechte gelovigen. Waarin bestaat dat getrouw zijn, dat vasthouden ten diepste? Het bestaat ten diepste „in oprecht gelooven". In het vrijmoedig belijden, zo nodig door alles van ons op te offeren en zo metterdaad te betonen dat het ernst is met die belijdenis.
Hier worden de zaken inderdaad gezegd die gezegd moeten worden. Handhaving van dèze belijdenis der hoop is slechts mogelijk door een oprecht geloof. Zoals Wisse bij de vraag naar het centrum van de belijdenis tot de zaak komt waar het altijd weer om gaat: de drieënige God in al Zijn heil, zo komt hij bij het vasthouden en het volharden ook tot de zaak waarom het gaat: het oprecht geloof.
Opmerkelijk is de grond die Wisse omschrijft wanneer hij spreekt over de opwekking tot handhaving van de belijdenis. Er is schrijft hij, een objectieve en een subjectieve grond voor. De eerste, objectieve grond voor deze opwekking vindt Wisse in vers 19: wij hebben vrijmoedigheid. Want wij hebben iemand die zichzelf heeft gegeven. Dat is het evangelie. Daardoor wordt dit aan ons geopenbaard. God heeft ons genadig met die openbaring bedeeld. Die objectieve grond is nodig, met het oog op de bedriegelijkheid van ons eigen hart en niet minder met het oog op de aanlokselen tot afval en het toenemend zedenbederf, waarin een klimmende dreiging ligt. Slechts omdat deze objectieve grond er is, van Christus die zich gaf, en van het evangelie waardoor het ons geopenbaard is, is er een grond tot de opwekking: houd, de belijdenis vast. Bewaar het pand.
Daarnaast is er de subjectieve grond: De liefde van Christus dringt Paulus, en deze moet ieder dienaar dringen. Zo komt er een hartelijke drangreden om de belijdenis der hoop vast te houden. „En nu, deze dag der gedachtenisse is ook een dag der vermaning en opwekking. Broeders! Laat óns - met insluiting van onszelf vasthouden - Bidt voor elkander. Verdraagt elkander. En hebt elkander lief, want de dag nadert."
We horen hier de man spreken, die in later jaren, gedreven door een hartelijke liefde tot de belijdenis der hoop in zijn voluit trinitarisch karakter gedreven werd om te vergaderen de verstrooiden in 1892. Trouw slechts door een oprecht geloof. Trouw, waarbij wij elkander opwekken, en onszelf insluiten en voor elkander bidden en elkander verdragen. Is dat niet het grote geheim geweest van de geschiedenis in onze kerken tot op de dag van vandaag?
Deze toon, dit hartelijk beroep op elkander, dit doorstoten naar de kern van de zaak moge nimmer ontbreken en nimmer worden losgelaten: „De waarborg? Op die trouwe Gods mogen wij u wijzen. Die trouw is geleerd en bewezen in de historie. Die trouw duurt eeuwig voort. Wat dunkt u, is dit geen troost bij zoveel leed, geen vastigheid tegenover zoveel twijfel?"
Me dunkt er is alle reden, om ook vandaag in die zin getrouw te blijven aan deze belijdenis der hoop, in een vasthouden aan het objectieve én aan het subjectieve in een oprecht geloof.

A. [Apeldoorn] W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Wisse over de volharding bij de belijdenis (N.a.v de herdenking in 1886 van reformatie 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 november 1973

De Wekker | 8 Pagina's