Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods voorzienigheid (III)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods voorzienigheid (III)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Niet nieuwsgierig onderzoeken"
Het handelen van God in ons leven. Zijn leiding. Zijn liefdevolle zorg ook door wegen van teleurstelling en droefheid heen, is vaak moeilijk te zien en te billijken!
Niet alleen Asaf had er zo zijn moeiten mee, maar wie die zoveel dingen in zijn leven zo graag anders zou zien, kent die moeiten niet?
Waar gaat het nu wèl zoals wij het graag zouden willen, zoals wij ook menen dat het zou moeten, als het eerlijk en goed en rechtvaardig zelfs zou zijn! In uw leven, uw gezin? In uw werk, uw kerk, uw wereld met al zijn botsende verwarring?
Geen wonder dat het woord van wijsheid, eens door Elihu tot Job in al zijn vragenvolle ellende gesproken: „God is groot en wij begrijpen het (Hem) niet" (Job 36:26) zoveel weerklank vindt, door alle eeuwen heen.
Wij begrijpen God niet.
Dat kan in het leven van hen, die daarom God niet afschrijven en Hem de rug toekeren, maar die van harte willen blijven geloven dat God groot is, juist tijden van grote twijfel en duistere opstandigheid geven. Het dringend en steeds weerkerend „waarom" heeft al zovelen in de angstige eenzaamheid van de doolhof van hun gedachtenwereld gebracht, waar ze de bevrijdende uitkomst maar niet konden vinden.
Dan is ook de op zichzelf ware en zo goed bedoelde vermaning zo moeilijk te aanvaarden: je moet maar niet vragen „waarom", je moet maar vragen „waartoe", wat is het doel dat God er mee voor heeft in mijn leven.
We willen begrijpen, God in Zijn voorzienige leiding begrijpen!
Dat is geen wonder. Op zichzelf is dat een heel verklaarbare zaak!
Wij zijn geen dode dingen, stokken en blokken, maar denkende, willende, verantwoordelijke mensen.
Bovendien is de mens niet blind geschapen, maar ziende, in ware kennis van zijn God. En iemand die op latere leeftijd blind wordt, maar nog aan 't begin of in de kracht van zijn leven staat, die altijd eigen weg kon gaan en zich nu tastend of geleid door een ander moet gaan voortbewegen, heeft er verschrikkelijk moeite mee om nu door de ogen van een ander te moeten kijken. Afhankelijk te zijn, de eigen weg niet meer te kunnen zien noch kiezen, zelf geen duidelijk beeld noch oordeel er over te kunnen vormen, ligt ons niet.
Wij zijn - en dat is onze zondeschuld - de rechte kennis van God kwijt. We hebben - des te erger - zelfs de roerpen van ons leven in handen genomen. Maar we varen te midden van allerlei gevaarlijke zandbanken en gedreven door onberekenbare stromingen, in de mist. Menend ónze haven te bereiken, koersen we recht op de klippen van onze ondergang aan!
En als God dan dat roer uit onze handen wringt, onze koers door storm en tegenstroom verandert, tot behoud? Moeten we dan vragen waarom?
Bescheidenheid is vaak onze grootste deugd niet tegenover anderen, maar zou erkenning van onze kleinheid tegenover God ons niet passen?
Zal het leem zich beroepen tegen de pottenbakker die het in handen neemt?
We begrijpen zo vaak onszelf niet!
We kunnen onze medemens niet doorgronden! Laat staan dat het schepsel, de eeuwige God, zijn Schepper, zou kunnen begrijpen!
En toch . . .!
We zijn verantwoordelijke mensen! Ook tegenover God zijn we volkomen verantwoordelijk voor onze daden, onze plannen, ons bouwen aan en werken naar een toekomst. En als het ons dan uit de handen breekt - je hebt er zo vaak voor gebeden! Als God dan een streep haalt door ons program?
Als God dan blijkbaar toelaat, dat anderen wel en wij niet het gedroomde geluk mogen vinden? Als allerlei onrecht in de wereld maar kan voortwoekeren en er zoveel ellende blijft bestaan?
Als er zoveel geheimzinnige dingen zijn, waar anderen een antwoord op hun vragen en inzicht in hun levensloop en toekomst menen te vinden. Denk maar aan spiritistisch contact met afgestorven of wat men meent in de sterren te kunnen lezen over zijn levensloop en toekomstwegen . . .
Ook wij willen zo graag weten, begrijpen. En als je dan geen antwoord krijgt op al je vragen, je bidden, je piekeren en zoeken?
Dan is het goed ons onze prachtige schriftuurlijke belijdenis te herinneren!
Jammer dat die zo weinig als onze geloofsvertolking fungeert in ons leven, mogelijk omdat we amper onze belijdenis kennen!
We belijden in art. 13 Ned. Geloofsbelijdenis: „En wat Hij doet boven het begrip van het menselijk verstand, dat willen wij niet nieuwsgierig onderzoeken, verder dan ons begrip reikt. Maar wij aanbidden in alle ootmoed en eerbied en rechtvaardige oordelen van God, die voor ons verborgen zijn en stellen ons ermee tevreden, dat wij leerlingen van Christus zijn om slechts te leren wat Hij ons onderwijst door zijn Woord, zonder deze grenzen te overschrijden."
Daar kan ons woelend denken en onrustig, soms opstandig hart uiteindelijk alleen rust vinden!
Buigen voor Gods openbaring! Maar dan moeten we wel ons kleinheid tegenover Gods grootheid erkennend, weten dat er grenzen zijn. Grenzen die God stelt, die de verborgen dingen doet Zijn voor Hem en de geopenbaarde voor ons en onze kinderen. Zijn Woord zij ons genoeg!
Dan moeten we „leerjongeren Christi" - leerlingen van Christus - zijn of worden. Hij heeft ons de Vader geopenbaard in Zijn heilig recht maar ook in zijn ondoorgrondelijke liefde. Hij opent het verzegelde boek van Gods raadsbesluiten. Hij wil ons onderwijzen van de weg, die Hij met vaderlijke zorg ons doet gaan, om die - en daartoe roept God ons tot bekering - met Hem, als een kind met zijn Vader te leren gaan!
Niet curieuselijk onderzoeken, niet nieuwsgierig zijn naar de verborgen dingen die ons begrip te boven gaan.
Het is moeilijk, maar is het niet door Gods Geest geleerd het rijkste leven, als kind, zo God als Vader te mogen vertrouwen, dat we onze hand - onze vreugden en droefheid - leggen in Zijn sterke handen. Hij leidt mij toch voort, langs steile afgrondranden, naar 't eeuwig, zalig oord!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Gods voorzienigheid (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1974

De Wekker | 8 Pagina's