Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Rooms-katholiek geschrift tegen de geest der 19e eeuw (II)

Bekijk het origineel

Een Rooms-katholiek geschrift tegen de geest der 19e eeuw (II)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij beloofden de vorige maal thans iets te zullen zeggen over de inhoud van de brochure van dr. Nuyens: De geest der eeuw en de geest der waarheid. Het is niet mijn bedoeling om te trachten een volledig overzicht te geven. Wij willen volstaan met het citeren van enkele gedeelten om onze lezers een indruk te geven van wat de schrijver bedoelt als hij in een kort voorwoord zegt: „Toen ik deze bladzijden schreef, was mijne bedoeling geene andere, dan in weinige trekken het wezen van den strijd te malen, waarin ook de Brochuren-Vereeniging zich naar hare krachten hoopt te mengen, ter bevordering van de zaak van godsdienst, waarheid en recht."
Dr. Nuyens begint zijn geschrift met te herinneren aan de kerkvader Augustinus, die strijd had te voeren met het heidendom, en zegt dan dat „wij in de droevige noodzakelijkheid (zijn) te midden der XIX eeuw te spreken van het herrezen heidendom!", blz. 6, dat hij dan als volgt omschrijft: „Naturalisme en Rationalisme: vergoding der natuur en vergoding der menschelijke rede, met verlies van de kennis van den eenigen persoonlijken God; of minstens van den God, die door zijne Voorzienigheid het heelal beheerscht, ziedaar het wezen des heidendoms", blz. 7. Na gehandeld te hebben over pantheïsme, positivisme enz., wijst hij op het nauwe verband tussen naturalisme en rationalisme: „Met het naturalisme, dat hetzij als deïsme, of als atheïsme de werking van God op de natuur ontkent, houdt het rationalisme gelijken tred. Iedere naturalist is een rationalist". En dit „rationalisme is nog veel verder en dieper doorgedrongen in de hoofden en harten dan het naturalisme. Duizenden, die er voor huiveren, Gods bestaan, Gods voorzienigheid te ontkennen, laten zich zeer gemakkelijk er toe verleiden, dat zij door hunne eigene rede tot de oplossing van alle vraagstukken, betreffende God en den mensch, betreffende de natuur en het wezen der zaken kunnen komen. Gelooven zij al niet, dat zij zelve tot die oplossing zullen geraken toch wanhopen zij er niet aan, dat de menschheid, bij toename van wetenschap en kennis er eindelijk toe zal komen. Wanneer men dieper doordringt om de oorzaak van deze dwaling op te sporen, ontdekt men dat zij voortspruit uit de ontkenning van den eersten en oorspronkelijken val des menschen! De gevallen mensch, dit leert de christelijke openbaring, heeft door zijnen zondenval het helder onbenevelde licht van zijne rede verloren. Hij tast rond als in het duistere, slechts bij een flauw schijnsel, hem van het vroeger zoo heerlijk licht, de rede, overgebleven. Hij valt en struikelt telken reize, en een ander licht, door Gods goedertierenheid voor hem ontstoken, het licht der openbaring moet hem leiden. Door zichzelve kan hij niets, de genade Gods moet hem helpen. Dit ontkent het rationalisme, dat aan de menschelijke rede de kracht toekent, althans éénmaal nog, bij verdere ontwikkeling der menschheid, tot de waarheid te geraken. Voor den rationalist bestaat derhalve geene openbaring. Zij is onnodig, want de openbaring ligt in den menschelijken geest. Gelooven is voor hem, de zaak van eenvoudigen, onontwikkelden. Het volk moet gebracht worden van gelooven tot onderzoeken en van onderzoeken tot weten. Het bovennatuurlijke bestaat niet of wordt door hem uitgelegd, zoodat het inderdaad niet meer bovennatuurlijk maar slechts ongemeen is. De voortreffelijkheid en overwicht van geloof boven rede, van genade boven menschelijken wil, van goddelijk gezag boven menschelijke vrijheid wordt door hem ontkend", blz. 15 v. Naturalisme en rationalisme zijn de beide assen, waarom de dwaling zich beweegt. De ontkenningen die hieruit zijn voortgekomen zijn legio: „ontkenning van God; ontkenning van de onstoffelijkheid en het bestaan van 's menschen ziel; ontkenning van belooning van het goed en straffe van het kwaad hiernamaals; ontkenning van des menschen val; ontkenning van des menschen afstamming van één menschenpaar; ontkenning van de goddelijkheid van Jezus Christus; ontkenning van het gezag der kerk; ontkenning van des menschen geloof; ontkenning van des menschen plichten; ontkenning van alles, wat de in opstand geraakte geest des menschen kan ontkennen! Maar des menschen geest heeft zulk eene behoefte aan eenen God, aan eene openbaring, dat hij bij de ontkenning des persoonlijken Gods, daarvoor eenen anderen God in de plaats stelt: Het idee, de menschheid of hoe hij dien zelf gemaakten God noeme; dat hij in plaats van eene openbaring, uitgegaan van den God der Christenen, eene andere openbaring stelt: die der menschelijke rede! Die openbaring door de menschelijke rede wordt bestempeld met den naam van wetenschap. Aan die nieuwe openbaring kent men de onfeilbaarheid toe: maar eene onfeilbaarheid, die zich voegt naar den vooruitgang der wetenschap!", blz. 17.

Ik zou nog graag enkele treffende gedeelten willen citeren, maar ik moet mij beperken. Daarom in een slot-artikel nog een enkel citaat benevens een korte beoordeling van het inderdaad boeiende geschrift van dr. Nuyens.

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Een Rooms-katholiek geschrift tegen de geest der 19e eeuw (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 januari 1974

De Wekker | 8 Pagina's