Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. G. Melles: Albertus Pighius en zijn strijd met Calvijn over het Liberum Arbitrium. Kok, Kampen, 1973. 123 blz.
Dit geschrift diende als proefschrift ter verkrijging van de doctorsgraad aan de Calvijnstichting te Kampen. De auteur behandelt erin de moeilijke vragen van de vrijheid van de menselijke wil zoals deze vooral in een nogal scherpe polemiek tussen Calvijn en zijn Nederlandse tegenstander, de in Kampen geboren Albert Pigge, aan de orde kwamen.
Een inleidend hoofdstuk biedt enige informatie omtrent de levensgang van Pigge en zijn geschriften, alsmede over de strijdschriften die Calvijn en Pigge samen hebben gewisseld.
Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van het door de laatste geschreven boek over de vrije wil en de goddelijke genade. Dr. Melles heeft zich de moeite getroost om het boekje te analyseren en de hoofdgedachten eruit samen te vatten.
In het volgende hoofdstuk geschiedt hetzelfde ten aanzien van Calvijns repliek. De twee geschriften die de hervormer van Genève aan de zaak wijdde worden in dit hoofdstuk ontleed. Een nadere vergelijking volgt dan in het vierde hoofdstuk, terwijl ten slotte een korte evaluatie het geheel samenvat.
Hoewel nog slechts kort geleden in Straatsburg een dissertatie over hetzelfde onderwerp verscheen van de hand van de nu aan de Hammanskraalse Teologiese Skool (S.-A.) verbonden dr. L.F. Schulze, was er nog wel plaats voor deze studie. Dr. Melles dekt zich met een opmerking dienaangaande van dr. Schulze, te vinden op blz. 27 (niet 17) noot 66, van diens werk „Calvin's reply to Pighius". Toch is het de vraag of er wezenlijk méér geboden wordt. Weliswaar geeft dr. Melles een uiteenzetting van Pigge's standpunt. Maar dit was reeds genoegzaam bekend uit de weerlegging van Calvijn. Het blijkt ook door Calvijn getrouw te zijn weergegeven. Het vertoont op de meeste punten grote overeenkomst met dat van de Pelagianen en van de latere Remonstranten. Het voordeel van déze studie is dat zij het materiaal toegankelijk maakt voor hen die op het nederlands zijn aangewezen, hoewel er hier en daar, naar mij bleek met de vertaling van sommige passages uit het latijn nog al vreemd is omgesprongen. Jammer, dat er behalve dit ook zo heel veel zetfouten zijn blijven staan, en er hier en daar een woord is weggevallen waardoor een zin bijzonder onduidelijk wordt. Een voorbeeld daarvan is de laatste zin op blz. 54. Een onjuiste vertaling is de laatste zin op blz. 55, waar ik overigens nog vier zetfouten telde. Zo is er meer te noemen, helaas! Een diepgaand verschil ziet de auteur in de correlatieve kennis die Calvijn aanneemt in de verhouding tussen God en mens. Pigge heeft Calvijn zonder ook maar zijn naam te noemen juist op dit punt geciteerd. Calvijn laakt dit terecht in hem. Dr. Melle wil niet op de vraag ingaan of Calvijn zijn uitspraak van anderen overnam. Hoewel deze kwestie op zichzelf interessant genoeg is (Vgl. G. Ebeling, Cognito Dei et hominis, in: Geist und Geschichte der Reformation, Festgabe f. H. Rückert, Berlin 1966, S. 271-322), zou het toch aanbeveling verdiend hebben om nauwkeuriger uiteen te zetten wat het verschil is tussen Pigge's hantering van de correlatie dezer tweeërlei kennis en die van Calvijn. Was het alleen maar een kwestie van plagiaat, of was er toch op de een of andere manier affiniteit, en waarin en tot hoever dan? De kwestie die hier wordt aangeroerd is in héél de controvers op het aangelegen punt van grote betekenis. In ieder geval ligt er weer studiemateriaal op tafel, maar men zal daarbij dan de hele Pigge moeten betrekken, ook in zijn controversen met een figuur als Bucer bijvoorbeeld.
We zijn de auteur dankbaar voor deze studie.

A.[Apeldoorn], W. van 't S.


Gods Woord: levensboek voor deze tijd, door drs. A. Keizer, uitgave N.V. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam, 63 blz., prijs ƒ 4,90.
De schrijver benadrukt in dit geschrift dat de wetten, die de HERE aan Israël gegeven heeft voor het economische en sociale leven, ook in onze tijd van kardinale betekenis zijn voor het leven op aarde. In het zich niet storen aan deze wetten ligt de oorzaak van de wereldwijde problemen van onze tijd. De economische nood in de wereld wordt niet veroorzaakt, doordat God onvoldoende middelen van bestaan in zijn schepping heeft gelegd, maar doordat de mensheid zich niet houdt aan de regels, die Hij aan het besturen van zijn schepping heeft gesteld. Ook al zal men op onderdelen met de schrijver van mening kunnen verschillen, het is goed dat hij in onze tijd aandacht vraagt voor Gods wetten en we zullen met hem moeten nadenken over de vraag hoe Gods wetten ook in het economisch en politiek bestel van onze tijd moeten en kunnen gestalte krijgen. Gods Woord heeft een boodschap niet alleen voor het persoonlijke leven, maar voor het hele samenleven. Ik zou christen-economen wel eens over dit boekje willen horen. Het uitgangspunt zal ieder christen moeten aanspreken. In de toepassing blijven er wel vragen.

O.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1974

De Wekker | 8 Pagina's