Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Crisis in de Gereformeerde gezindte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Crisis in de Gereformeerde gezindte

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de hand van prof. v. 't Spijker verscheen in de reeks „Theologie en Gemeente" een deeltje met als titel: Eenheid in verscheidenheid?, terwijl de ondertitel luidt: De identiteitscrisis binnen de Gereformeerde Gezindte ¹).
De inhoud is het op sommige punten wat uitgewerkte referaat, dat hij heeft gehouden tijdens de op 4 en 5 april van het vorige jaar door het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte (C.O.G.G.) georganiseerde conferentie over het onderwerp: Crisis en uitzicht der Gereformeerde Gezindte.
Wat die crisis is blijkt al dadelijk op de eerste bladzij van het boekje, wanneer herinnerd wordt aan het kort te voren verschenen geschrift met de toch wel droevige en tegelijk schokkende titel „Tien keer gereformeerd".
Een tiental vertegenwoordigers van de onderscheiden groeperingen binnen de gereformeerde gezindte geeft daarin hun visie op de situatie van de gereformeerde gezindte. De crisis staat daarin levensgroot voor ons. Ieder komt met eigen standpunt en visie, maar dat men op tien manier gereformeerd kan zijn en dat ieder denkt daarvan de juiste vertegenwoordiger te zijn maakt voor de buitenstaander op zijn minst het gereformeerd-zijn tot een weinig geloofwaardige zaak en toont naar binnen de verschrikkelijke gescheurdheid, de crisis waarin de gereformeerde gezindte zich bevindt. Het is een zó verschrikkelijke zaak, dat iemand die de gereformeerde belijdenis en het gereformeerde leven lief is er niet aan voorbij kán gaan.
Terecht spreekt prof. v. 't Spijker dan ook van „een ontstellend boek". Hij schrijft dan verder: „Het schokt door de confrontatie met de crisis waarin het gereformeerde volksdeel sinds jaren is komen te verkeren. Een crisis die veroorzaakt is door de versplintering en verbrokkeling die steeds verder voortgaat, steeds meer doet uiteenvallen en met machteloosheid slaat. Dit gereformeerde volksdeel is zodanig verzwakt, dat de krachten die nog gebruikt kunnen worden grotendeels worden opgeteerd in onderlinge twist, zoals in een ziek lichaam de energie wordt opgebruikt in een strijd tegen alles wat dit lichaam van binnenuit verwoest".
Dit lijkt mij een rake typering, die tegelijk het ontzettende van de situatie aantoont. Een crisis is een gevaarlijke toestand. Een zieke, die in de crisis is, bevindt zich in het kritieke stadium tussen leven en sterven. Het is er op of er onder. Wat moet er van het gereformeerde belijden en leven worden, wanneer het uiteenvallen en de verscheuring steeds doorgaan? Nu is de situatie al erg genoeg en het is de vraag of er een weg naar het herstel mogelijk is.
Prof. v. 't Spijker vraagt zelfs of het met het oog op de toestand van de zozeer uiteengevallen kerken nog wel zinvol is om van de gereformeerde gezindte te spreken (blz. 8). Even verder vraagt hij: Bestaat er vandaag nog zo iets als een gereformeerde gezindte? (blz. 13). En op dezelfde bladzij stelt hij de vraag, waarom de door allen erkende belijdenis der Nederlandse kerken niet de kracht heeft om de noodzakelijke eenheid te bewerkstelligen.
De Heidelbergse Katechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels zijn bedoeld als „formulieren van eenheid" en worden zo genoemd, maar ondanks dat is men toch uiteengegaan, ieder met deze formulieren in de hand. En men kan niet zeggen, dat deze geschriften zelf daarvan de oorzaak zijn, maar men is ieder als met een eigen beroep op die belijdenis heengegaan. Dit vraagt diepgaande bezinning en zelfs bekering.
De schrijver zou geen historicus zijn, wanneer hij aan het historisch aspekt van het vraagstuk niet ruim aandacht geven zou.
De uitdrukking „Gereformeerde Gezindte" is van Groen van Prinsterer. Hij gebruikte de woorden gezindte en gezindheid. Het woord gezindheid is ontleend aan de grondwet van 1815. Daarin werd bepaald dat alle godsdienstige gezindheden, in het koninkrijk bestaande, gelijke bescherming zou worden verleend. Uiteraard viel daaronder ook der Hervormde Kerk. Maar toen de afgescheidenen in 1834 braken met deze kerk werd hun het recht op bescherming ontnomen en werden ze zelfs aan vervolgingen blootgesteld, omdat ze niet behoorden tot die godsdienstige gezindheden, waarvan de grondwet sprak. Daarop betoogde Groen dat de afgescheidenen wel degelijk recht op bescherming hadden, omdat ze zonder meer behoorden tot de „Gereformeerde Gezindte", die volgens de grondwet wel recht op bescherming had. Groen betoogde: „de Afgescheidenen zijn geen nieuwe secte; zij zijn leden der Gereformeerde Gezindheid. Als zoodanig, hebben zij, met de leden van het Hervormd Kerkgenootschap, aanspraak op die gelijke bescherming, welke aan alle bestaande Gezindheden toegezegd is".
Hervormden en afgescheidenen hoorden volgens Groen tot dezelfde gereformeerde gezindte. En sindsdien is die terminologie gehandhaafd, ook nu men kan spreken van „tien keer gereformeerd". Allen die de gereformeerde belijdenis erkennen worden gerekend tot de gereformeerde gezindte.
Groen heeft gesproken over de Hervormde of Gereformeerde Gezindheid om ondanks de kerkelijke verdeeldheid de eenheid der gereformeerde gelovigen te benadrukken. Maar is deze eenheid er in de gereformeerde gezindte en waarin bestaat ze dan? En kan men rusten in de gereformeerde gezindheid terwijl de kerken verscheurd zijn?
Prof. v. 't Spijker haalt een uitspraak aan van de hervormde, thans overleden ds. Boer, die bij zijn leven lid was van de Gereformeerde Bond in de Herv. Kerk. Deze merkt op: „Wij gaan steeds meer begrijpen, dat de gereformeerde gezindheid een uiting is van en soms een pleister is op ons slecht kerkelijk geweten" (blz. 24) Prof. v. 't Spijker schrijft verder uitvoerig over datgene waar het in de gereformeerde belijdenis om gaat en wat de eenheid van hen, die daar naar willen leven, behoort te zijn. Het Woord Gods, het werk van de Geest, zonde en genade, het verzoenend werk van Christus, Gods souvereiniteit en welbehagen, om iets te noemen, staan daarbij centraal. Ook de kerk en de gereformeerde vroomheid komen ter sprake. Ik kan daar thans niet op ingaan. Men moet trouwens het geschrift van prof. v. 't Spijker zelf lezen.

Wel wil ik nog iets zeggen over het laatste hoofdstuk: Daarin spreekt hij over de crisis in de gereformeerde gezindte als een schuld voor God. Geen lot, geen schakel in een keten van evoluerende gebeurtenissen, maar een schuld voor God.
Dat is een ernstige zaak. De vergadering van het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte gehouden op 4 en 5 april 1973 te Lunteren sprak eveneens van een „gemeenschappelijke schuld van de Gereformeerde Gezindte", nl. „dat men elkaar wederzijds te veel aan eigen moeilijkheden heeft overgelaten, te weinig verantwoordelijkheid jegens elkaar heeft betracht en daardoor te weinig heeft laten uitkomen dat ons aller zaak op het spel staat bij de moeiten die elke kerk of groep afzonderlijk heeft."
Maar ligt daarachter niet deze schuld dat men vaak elkaar nauwelijks als deel van de gereformeerde gezindte erkent? Ieder zal zijn reden hebben gehad om heen te gaan of te blijven wat men was. Maar heeft dit niet vaak een kerkelijke hoogmoed met zich mee gebracht, waardoor men zichzelf uitnemender acht dan de ander? Heeft dat niet een vervreemding van elkaar teweeggebracht en zijn die symptomen ook vandaag niet levensgroot? Is er werkelijk een waarachtig zoeken van elkaar? En weer denk ik aan een uitspraak, van ds. Boer, aangehaald door v. 't Spijker: „Wij kunnen aan de gereformeerde gezindheid geen kerkelijke gestalte geven en willen dat soms niet eens, omdat de gereformeerdheid van de ander terecht of ten onrechte van een verdacht gehalte is".
Schuldbelijden is pas echt, wanneer ze met bekering gepaard gaat.
Van 't Spijker spreekt van een nieuwe reformatie. Maar dan zal men moeten beginnen met de hand in eigen boezem te steken. Elk der verschillende denominaties in de gereformeerde gezindte staat schuldig voor God. We zijn vaak al te veel bezig de schuld bij de ander aan te wijzen, maar wanneer zoeken we de schuld bij onszelf? Woorden alleen zijn niet voldoende.
Ik zou willen dat de kerken in hun kerkelijke vergaderingen de woorden van het C.O.G.G., eens tot de hunnen maakten en dan niet pro forma maar vanuit een werkelijk schuldbesef.
Ieder mag zich wel onderzoeken of er werkelijk een leven is naar Schrift en belijdenis. We zeggen dat zo gemakkelijk.
Het C.O.G.G. verzoekt de plaatselijke kerken van de gereformeerde belijdenis elkaar aan te spreken op basis van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis. Ik zou willen zeggen: om samen Gods Woord opnieuw te onderzoeken, zich samen te buigen onder dat Woord. Maar waar gebeurt het? We moeten elkaar rondom en onder het Woord van God als broeders en zusters van de gereformeerde gezindte (om daar dan maar mee te beginnen) ontmoeten en als christenen met één zelfde belijdenis gaan herkennen.
Dan zal men ontdekken dat er eenheid is in de verscheidenheid. Ja, in de verscheidenheid. Eenheid betekent in Christus' kerk geen koekoek ene zang. Van 't Spijker wijst op Calvijn (blz. 28). De gereformeerde traditie heeft steeds „een legitieme plaats gegund aan een pluriformiteit in geloven en belijden, die aan de katholiciteit van kerk en christendom recht wil laten wedervaren". „Het grootse in de reformatorische arbeid van de gereformeerde vaderen is, dat zij, bij alle differentiatie, elkander vasthielden en wederzijds elkander respecteerden".
Het is een repeterende breuk, waarvan het einde niet te zien is, als elke verscheidenheid wordt tot een eigen kerk, of, wat misschien meer in overeenstemming is met wat men vandaag ziet gebeuren, een groep in de kerk.
Het „ecclesia reformata reformanda", wat wil zeggen dat de kerk der reformatie altijd opnieuw gereformeerd, vernieuwd moet worden en zich bekeren moet is meer dan een leuze. Wie zonder meer rust in wat is, in wat gegroeid en geworden is, toont weinig of geen inzicht te hebben in wat in de mens is, maar evenmin in het altijd vernieuwende werk van de Heilige Geest. We kunnen zelfs door onze verstarring het werk van de Geest tegenstaan.
Het gaat uiteindelijk niet om onze zaak, maar om Christus' kerk. En wordt dat wel altijd voldoende bedacht?
En opnieuw haal ik een woord van ds. Boer aan: „Hoe ver moeten wij allen niet bij Hem vandaan geraakt zijn, dat onze harten niet bloeden, gedurig opnieuw, wanneer wij de toestand van de Kerk, ook binnen de Gereformeerde Gezindheid zien?"
En prof. v. 't Spijker voegt er aan toe (blz. 25): „Hoe ver moeten wij niet bij Christus vandaan geraakt zijn, om zo verscheurd te kunnen zijn? Wordt daarmee de nood der Gereformeerden niet getekend als een geestelijke, diep-religieuze nood? Als een crisis in het geloof en het gelóven zelf?
Zo behoeft het niet te verwonderen, dat er onduidelijkheid is. De zonde heeft altijd het karakter van de chaos aan zich. Schoonheid, ordening, samenhang en harmonie zijn wezenlijke eigenschappen van de Heilige Geest en zijn werk.
In hoeverre zijn wij werkelijk Gereformeerd?"
Zonde is hoogmoed en hoogmoed is zelfverheffing. Dan verheffen we onszelf en wijzen we de ander af. En er zijn ook kerkelijke zonden en niet weinig.
Schuld belijden is ootmoed. En dan hebben we het allereerst met ons zelf te stellen. We zijn prof. v. 't Spijker dankbaar voor zijn boekje. En nu verder!

Oosterhoff

¹) Eenheid in verscheidenheid?, door dr. W. van 't Spijker, uitgave J. H. Kok, Kampen, 96 blz., prijs ƒ 8,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Crisis in de Gereformeerde gezindte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1974

De Wekker | 8 Pagina's