Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode van 1574 (VII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van 1574 (VII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Orgelspel
Thans vraagt een voor ons ietwat vreemde uitspraak van de synode van 1574 onze aandacht. Zij luidt: „Aangaande het spelen der orgelen in de gemeenten houdt men, dat het gans behoort afgezet te wezen, volgens de leer van Paulus 1 Kor. 14:19. En alhoewel men het alsnog in sommige van deze kerken, alleen in het einde der predikatiën gebruikt, op het scheiden van het volk, zo dient het nochtans meest om te doen vergeten wat men voorheen gehoord heeft, en is te bezorgen, dat het hierna tot superstitie gebruikt zal worden, gelijk het nu tot lichtvaardigheid dient, hetwelk zo het afgeschaft ware, men zoude de aalmoezen bekwamelijker aan de deuren in het uitgaan des volks verzamelen, dan dat men zulks in het midden der predikatie, tot grote hindernis van de dienst Gods doen moet", art. 50. Dit besluit vereist een korte toelichting. Het gebruik van orgels in de kerken kwam in de loop van de Middeleeuwen op. Er waren voor- en tegenstanders. Sommige monnikenorden, zoals bijv. de zeer strenge Karthuizerorde, in 1048 gesticht, waren er zeer tegen gekant. De voorstanders kregen tenslotte de overhand, maar nog in de 15e en 16e eeuw namen vele bisschoppen en kerkvergaderingen maatregelen om het gebruik van orgelmuziek in de eredienst te beperken. Zo bevalen zij dat de orgels moesten zwijgen bij de opheffing van de sacramenten en bij de dodenmissen. Bovendien moest men er voor zorgen dat het orgelspel het koorgezang niet hinderde! Eindelijk werd het zo dat koorgezang en orgelspel elkander afwisselden. De gemeente zweeg! Eerst de Reformatie van de 16e eeuw bracht weer de herleving van de gemeentezang, al had Zwingli er grote bezwaren tegen, reden waarom de gemeentezang eerst tegen het einde van de 16e eeuw in de Duits-Zwitserse kerken werd ingevoerd. Luther en Calvijn waren er echter voor, zodat bij de kerken van lutherse en calvinistische reformatie de gemeentezang in ere werd hersteld. Maar. . . men moest nog leren zijn houding tegenover de orgels in de kerken te bepalen. En dit gold wel bijzonder voor de kerken in de Noordelijke Nederlanden, waar in vele kerken reeds kostbare orgels stonden, soms zelfs 2 of 2 in één kerk, zoals bijv. in Delft, Leiden, Utrecht en Alkmaar. Deze waren bij de beeldenstorm gespaard, dank zij het ingrijpen van de overheid, zulks in tegenstelling met de Zuidelijke Nederlanden waar bij de beeldenstorm prachtige orgels verloren waren gegaan omdat men ze als tekenen van het Roomse bijgeloof beschouwde. Nu komt het ons vreemd voor, maar toen de gemeentezang werd ingevoerd, dacht men er niet aan om door middel van het orgel deze zang te leiden. Zo werden de orgels als vanzelf overbodig en zelfs hinderlijk en lastig, want zij werden bijv. bespeeld na de beëindiging van de preek als de mensen de kerkgebouwen verlieten. Uit nieuwsgierigheid of omdat men de muziek mooi vond, bleven dan de mensen staan en hierdoor kwam het collecteren bij de deur in het gedrang. Hieruit vloeide dan weer de noodzaak voort de gaven onder de preek in te zamelen. In dit licht wordt de uitspraak van de synode van 1574 ons duidelijk, evenals eenzelfde besluit van de nationale synode van Dordrecht, 1578, art. 77, waarin werd uitgesproken dat de orgels in de kerken wel een tijdlang geduld konden worden maar dat ze toch moesten verdwijnen. Maar al deze pogingen van de synode waren vruchteloos. De grote kerkhistoricus N.C. Kist, 1793-1859, zegt: „Slechts bewerkten de pogingen der Kerkelijken, dat het Orgel, van deszelfs kerkelijk karakter beroofd, als eene geheel politieke zaak werd aangemerkt, waarover het toezigt alleen den stedelijken Magistraat was aanbevolen. Deze benoemde de Organisten, en gaf aan dezelven de instructiën, naar welke zij zich hadden te regelen. Gewoonlijk hielden deze in, dat de Organist gehouden was, het Orgel, gedurende de Godsdienstoefening tot zwijgen gedoemd, na het eindigen derzelve, en daarenboven op bepaalde uren in de weekdagen, tot eene uitspanning voor de Gemeenteleden te bespelen". Arch. v. Kerkel. Gesch., Tiende Deel, 1840, blz. 250. Voor- en tegenstanders voerden een jarenlange strijd, net als in de Middeleeuwen, maar de voorstanders wonnen tenslotte. Zij voerden het pleit voor het gebruik van de orgels om de zang der gemeente te „vergezelschappen", zoals men wel zei. In Leiden waagde de Magistraat in 1673 de stoute stap om de organisten op te dragen het psalmgezang der gemeente met orgelspel te „vergezellen". Andere steden volgden, bijv. Delft en Dordrecht. Maar als Koelman in 1678 zijn Pointen van Nodige Reformatie schrijft is het toch nog een nieuwigheid. Pas in 1680 volgde de overheid van Amsterdam het voorbeeld van Leiden en andere steden. Tot die tijd speelde daar het orgel wel in de kerk, maar een half uur voor de aanvang van de dienst was het met alle orgelspel afgelopen, R.B. Evenhuis: Ook dat was Amsterdam II, blz. 18. Later is, zoals we weten, op verreweg de meeste plaatsen het leiden van de gemeentezang ingeburgerd.
Wij hebben ons deze uitweiding veroorloofd om een voor ons besef misschien vreemde bepaling van de synode van 1574 een beetje toe te lichten.
In een slotartikel willen we nog een paar belangrijke zaken naar voren brengen.

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1974

De Wekker | 8 Pagina's

De Synode van 1574 (VII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1974

De Wekker | 8 Pagina's