Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mozes' zonde bij Meriba

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mozes' zonde bij Meriba

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Derhalve zeide de Heere tot Mozes en tot Aäron: Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt, dat gij Mij heiligdet voor de ogen der kinderen van Israël, daarom zult gijlieden deze gemeente niet inbrengen in het land, hetwelk Ik hun gegeven heb. Numeri 20:12.

„Laat af van toorn en verlaat de grimmigheid." Zo lezen we in Psalm 37:8 a. De toorn wordt door God verfoeid. De vrede van onze ziel moet ons boven alles kostelijk zijn. Die vrede wordt door toorn, door drift verstoord.
U bent in de afgelopen week driftig geweest. Na die uitbarstingen van drift komt er het zelfverwijt in het hart: ik heb me weer laten gaan. Er zijn wel gezinnen verwoest door de wervelstormen van de huiselijke twist.
„Laat af van toorn en verlaat de grimmigheid." U kunt menen dat uw toorn billijk ontstoken is. Maar als u uw toorn voelt opkomen, bent u al aan de grens van grote zonde.
In Num. 20 lezen we dat Mozes in drift de steenrots tweemaal slaat met zijn staf. Gods Woord toont ons Gods kinderen, zoals zij werkelijk zijn. Mozes heeft hier zwaar gezondigd. De Heere had uitdrukkelijk gezegd dat Mozes tot de steenrots moest spreken. Mozes was verbitterd op het volk. De Heere heeft de drift van Mozes gestraft: het aardse Kanaän bleef voor hem gesloten. Is deze straf niet te zwaar? Het volk heeft Mozes tot deze daad geprikkeld. En heeft Mozes tot hiertoe zijn weg niet voorbeeldig bewandeld? Heeft hij niet veel geduld gehad met het volk?
Dit zijn zo onze overwegingen. Maar goed is alleen wat de norm van God kan doorstaan. Vergeet niet: het volk staat weer voor Kanaän. Nu zal het erop aankomen. Nodig is een vast geloof. Nodig is absolute gehoorzaamheid aan de Heere. Mozes moet hierin een voorbeeld geven.
En wat zien we bij Mozes? Ongeloof, ongehoorzaamheid. Zo zegt de Heere ook: „Omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt . . ." Hier is een ernstige ambtelijke zonde.
O Mozes, in drift hebt ge u laten gaan. De duivel zit niet stil. Hij schatert, wanneer wij ons in drift laten gaan. En juist daar, waar wij ons het sterkst wanen, zal de duivel ons verzoeken.
Mozes had gebeden. 't Is niet met drift begonnen. We lezen in vers 6: Toen gingen Mozes en Aäron van het aangezicht der gemeente tot de deur van de tent der samenkomst, en zij vielen op hun aangezichten." Daar liggen die grote mannen voor God op de grond, wachtend op het antwoord van de Heere. Ze geven 't aan de Heere over.
Hoe is het mogelijk: eerst gebeden en zo kort daarop die uitbarsting van drift. Ja, de zonde bedreigt ons vaak daar, waar wij opstaan van het gebed. Heb toch nooit grote gedachten van uzelf.
De Heere had gesproken. Vers 8 a: „Neem die staf, en verzamel de vergadering, gij en Aäron, uw broeder, en spreekt gijlieden tot de steenrots voor hun ogen, zo zal zij haar water geven . . ." Dus de steenrots niet slaan, slechts bevelen. Het gaat niet om de kracht van de slag, maar om de macht van het woord.
De Heere is lankmoedig en groot van goedertierenheid, maar Mozes is het met Gods methode niet eens. Dit is moeilijk voor Mozes en Aäron: God schijnt niet te letten op de krenking, Zijn knechten aangedaan. En wanneer Mozes op de rots slaat, denkt hij niet groot van de genade Gods, maar spreekt en handelt hij alsof men hem het meest gekrenkt heeft en niet de Heere, zijn God.
De straf is voor Mozes geweest: hij mocht Kanaän niet binnentreden. Dit is de straf voor Mozes èn Aäron. Aäron toch heeft zich mede schuldig gemaakt. Hij heeft Mozes niet tegengehouden. Aäron heeft zich met het doen van Mozes accoord verklaard.
De straf, in Numeri 20 genoemd, is schijnbaar hard. Op catechisatie is al menige vraag over dit gedeelte gesteld. Mozes en Aäron mogen het aardse Kanaän niet binnengaan. Dat is wat voor hen geweest. Mozes heeft nog gesmeekt: „laat mij toch overtrekken en dat goede land bezien, dat aan gene zijde van de Jordaan is." Maar die bede is niet verhoord. Het antwoord van de Heere was: „Spreek niet meer tot Mij van deze zaak."
De straf is strikt rechtvaardig. Mozes heeft door ongehoorzaamheid het ideaal, dat hem altijd bij gebleven was, zelf stuk gestoten. In het beloofde land, waarnaar hij met heel zijn ziel had verlangd, mag hij zelf niet komen. Hij heeft de Heere niet geheiligd voor de ogen van de kinderen Israëls. Het is toch wel noodzakelijk om dagelijks te bidden: „Uw Naam worde geheiligd."
De straf is toch ook wijs beschikt. We mogen zelfs zeggen: wat is de Heere goed voor Mozes geweest. De strijd in Kanaän behoefde hij niet meer mee te maken. Straks mag hij het hemels Kanaän binnengaan. Daar geen last meer van drift. Het geheim van Mozes' leven is geweest: „als ziende de Onzienlijke." En aan het einde van de pelgrimsreis is het „als ziende" overgegaan in aanschouwen.
De Heere heeft de bede van Mozes afgewezen om het aardse Kanaän binnen te gaan. Wat is de reactie van Mozes geweest? Evenals tevoren mocht hij zich volkomen wijden aan zijn roeping. En het heeft in zijn hart geleefd: „Hij straft ons, maar naar onze zonden niet."
De Heere is ook hierin barmhartig geweest voor Mozes, Zijn knecht, door hem Kanaän te tonen.
De zonde brengt veel leed, maar verbreekt Gods genade niet. Mozes zal het wonder niet opgekund hebben: Heere, ik had geen geduld meer met dit volk, maar Gij hebt nog wel geduld met dit volk, met deze gemeente; Gij hebt ook nog geduld met mij. Misschien hebt u gedacht: hoe kom ik van mijn drift af? Want ik heb heden een uitgestoken vinger gezien: gij zijt die man.
Erken eerlijk dat drift zonde is voor de Heere. Dan ga je de drift niet goed praten.
Nu mogen we onze schuld voor de Heere belijden. Het is nog altijd waar: „indien wij onze zonden belijden. Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid."
Vertrouw uw leven aan Christus toe. „Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft." Christus heeft in deze wereld God geheiligd, omdat Hij in Hem geloofde. Hij heeft steeds des Vaders wil gedaan en des Vaders Woord gesproken.
Is uw leven op de Heere georiënteerd? Dan zal er in beginsel het verlangen zijn naar die toekomst, waarin twist en wrok verdwenen zijn. Dan mag de verloste gemeente eeuwig beleven:
Heilig toch en t' eren
is de Heer der heren.

Bussum, B. Bijleveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Mozes' zonde bij Meriba

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1974

De Wekker | 8 Pagina's