Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijzondere Synodale Besluiten (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijzondere Synodale Besluiten (V)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuwe vragen
In deze artikelen heb ik al eens de twee groepen genoemd, die in de veertiger jaren van de vorige eeuw zich vormden in de Afgescheiden kerken. Het waren de z.g.n. Geldersen en een andere groep die de Drentsen genoemd werden.
De Geldersen hadden als hun woordvoerder ds. Brummelkamp te Arnhem. Brummelkamp was een zeer blijmoedig christen, die een zeer ruim evangelie verkondigde op grond van de beloften die God de Heere aan zijn gemeente in het verbond, waaronder zij met haar kinderen leeft, gegeven heeft. Tevens was hij van mening dat de kerken niet hun kracht moesten zoeken in een star conservatisme maar letten moesten op de taak, die zij hebben in deze wereld. Toen er dan ook een kerkelijke uitspraak gevallen was dat het z.g.n. ambtsgewaad (steek, korte broek enz.) voor de predikanten verplicht was, was Brummelkamp het daarmede niet eens, mede om de achtergronden, waaruit zulk een besluit voortkwam. Hij heeft toen - er is niets nieuws onder de zon - een tijdlang - 1847-'52 „buiten verband" met de overige Afgescheiden kerken geleefd. Vooral in Gelderland waren verschillende gemeenten het met ds. Brummelkamp eens en leefden eveneens „buiten verband".
De Geldersen hadden bij de andere groepering de Drentsen, niet een beste naam. Zij stonden onder verdenking niet van remonstrantse smetten vrij te zijn.
Men kon hen maar moeilijk als broeders erkennen, zij bleven onder verdenking ook toen zij, in 1852, weer met de andere kerken in één verband gingen samenleven. Een predikant van de Drentse groep (ds. H. Joffers) schreef een allegorisch verhaal over hen, waarin hij de volgelingen van Brummelkamp „neven" noemde, die met de broeders niet in één huis behoorden te wonen. En hij eindigt zijn verhaal met een gedicht, waarin telkens de regel terugkeert: „Waakt, en drijft de neven uit . . . ".
Is dit zo belangrijk? Neen, maar het bewijst wel hoe ver het misverstand tussen broeders van hetzelfde huls kan gaan.
Ook na zijn terugkeer in 1852 bleef Brummelkamp met zijn groep onder verdenking staan. En toen hij in 1854 benoemd werd als een van de docenten aan de toen opgerichte Theol. School te Kampen was de Drentse groep hem niet gezind en zochten enkele voormannen van de Drentsen te bereiken dat Brummelkamp van de School verwijderd werd.
Later werd Brummelkamp, die zijn hele leven dezelfde bleef en met lankmoedigheid de beschuldigingen tegen hem verdroeg, een zeer geacht man en door velen werd erkend dat men hem onrecht gedaan had. (Veenhof a.w. 21/3).
Wat de Drentsen bedoelden? Hun voormannen waren vooral ds. F.A. Kok uit Dwingelo en ds. H. Joffers uit Smilde, later vele jaren predikant in Den Haag. Zij waren mensen die sterk dogmatisch dachten en een sterk bevindelijk leven voorstonden.
Ook bij hen ging het weer om de beschouwing van de gemeente en haar bearbeiding in prediking en pastoraat. Men kan zeggen dat zij in veel opzichten een scherpe tegenstelling vormden met wat over Scholte en zijn opvattingen in het vorige art. gezegd is. Hun gedachtengang was opgebouwd vanuit de verkiezing Gods. Deze eeuwige beschikking des Heren is bepalend voor 't heil van de zondaar. Zeker het verbond en de belofte Gods zijn er, maar deze zijn alleen voor de uitverkorenen. Verbond en belofte en doop zijn slechts uitwendige zaken. De mens die onder deze verbondsbedeling leeft kan wel belijdenis van zijn geloof aan de waarheid doen, maar hij zal om deelgenoot te worden van het heil Gods daartoe een bevindelijke weg moeten gaan waarin de bediening van de Heilige Geest de mens leidt. Om dit nu te duidelijker te doen uitkomen maakte men verschillende onderscheidingen voor de prediking in de gemeente. Zij mag niet uitgaan van het Woord Gods als de verkondiging van de belofte en verbond des Heeren voor de gemeente. Dat komt pas in de tweede plaats en dan nog met onderscheid. Wat voorop gaat is de eis Gods naar Zijn wet. Hierbij maakte men een scherp onderscheid tussen wet en evangelie, ja soms een absolute tegenstelling, zoals ook Luther dat deed.
De wet heeft met de genade niets van doen. Het evangelie der genade komt pas in de tweede plaats. En dan nog eerst als algemene verkondiging in objectieve zin. Er is heil maar alleen krachtens de verkiezing Gods. Deze verkiezing Gods dient duidelijk voorop te gaan in de prediking. God laat verkondigen dat Hijzelf aan de eis van Zijn wet voldoet in Christus. Vervolgens behoort tot deze algemene verkondiging te wijzen op de noodzaak van een levend geloof dat de Heilige Geest werkt in het hart. In deze algemene verkondiging mag het heil dat in Christus is niet aan de gemeente „aangeboden" worden. Het blijft alleen verkondiging van de weg des heils als de enige weg tot behoud.
Hier mag niet van een eis gesproken worden dit evangelie te geloven, ook mag niet gezegd worden: dit heil is voor u gemeente. Het derde element in de prediking komt pas in de bizondere verkondiging aan hen, die de Heilige Geest bearbeid heeft en daarvan de kenmerken dragen. In de prediking dienen dan duidelijk de kenmerken van het ware begeren naar het heil Gods verkondigd en onderwezen te worden. In deze kenmerkenprediking moest dan het ware van de schijn duidelijk onderwezen worden opdat de hoorders niet op grond van wat zij meenden te zijn de beloften Gods zich zouden toeëigenen. Alleen de „behoedanigden van gestalte", gelijk ze genoemd werden, mocht de Christus en zijn heil „aangeboden" worden, want zij droegen de kenmerken van de uitverkorenen. En tot eer van de predikers, die deze onderscheidingen huldigen moet gezegd, dat zij dit „aanbod" met warmte konden brengen.
De synode van 1857 kreeg met de bovengenoemde opvattingen, die als geschillen in leer gezien werden te doen. Verschillen die een absolute tegenstelling vormden, volgens de Drentsen, met hen die er niet zo over dachten.

Het was weer de Prov. Zuid-Holland (ds. Joffers diende de kerk van Den Haag) die wilde dat de synode een bizondere uitspraak zou doen, waarbij hun gedachtengang als de juiste naar Schrift en belijdenis, een synodaal ijk zou ontvangen en andere opvattingen afgewezen.
Dezelfde vragen kwamen op deze synode ook nog van een andere zijde aan de orde. Het bleek n.l. dat de Docenten van de in 1854 opgerichte theologische School ook niet gelijk dachten over de onderhavige punten. Curatoren van de Kamper School brachten in hun rapport aan de synode dit ook op de synodale tafel.
En in de kerkelijke pers van die tijd waren over dezelfde zaken ook al scherpe artikelen geschreven.
De synode van 1857, die te Leiden vergaderde, werd wel van verschillende zijden gedrongen om een bizondere synodale uitspraak te doen.
En toch heeft zij dit niet gedaan.
Wel heeft zij, net als in 1846, uitersten naar beide kanten afgewezen en daarbij de weg, die de belijdenisschriften en de formulieren in deze wijzen, gehouden.
Prof. Veenhof schrijft: „De besluiten van de synode van 1857 hebben zegenrijk gewerkt. De synode wees voorzichtig eenzijdigheden af, accentueerde datgene, waaromtrent men het eens was, en moest zijn, en veroordeelde niemand vanwege dwaling of ketterij. En ze ging niet in op de verzoeken van de Joffers-groep om enkele van haar speciale opvattingen kerkelijk te ijken", a.w.-pag. 61
Alleen ds. Joffers liet protest in de handelingen aantekenen tegen het feit dat men Docent Brummelkamp niet zijn ontslag gegeven had aan de Kamper School.

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974

De Wekker | 8 Pagina's

Bijzondere Synodale Besluiten (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974

De Wekker | 8 Pagina's