Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adam en onze gereformeerde belijdenis (X)

Bekijk het origineel

Adam en onze gereformeerde belijdenis (X)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rom. 5:15-17
Zoals we reeds de vorige maal zagen zet Paulus in Rom. 5: 15-17 tegenover Adam de rijkdom van Christus. Van Hem geldt: meer dan Adam is hier.
Opnieuw formuleert de apostel nog eens in de verzen 15-17 de gevolgen van Adams zonde voor het gehele menselijke geslacht. Hij doet dat nu in drie zinnen, om er dan de ver daarboven uitgaande rijkdom van Christus tegenover te plaatsen. Die drie zinnen moeten we nog wel aandachtig bekijken. Ze luiden aldus:

1. Door de overtreding van één zijn zeer velen gestorven (vs. 15).
Dat is hetzelfde als wat Paulus ook reeds in vs. 12 gezegd heeft. Door de zonde van één mens (Adam) zijn zonde en dood de wereld binnengekomen. De zonde van Adam heeft verschrikkelijke gevolgen gehad. Door zijn overtreding zijn alle mensen zondaren geworden en treft de dood hen allen. Het „zeer velen" verschilt bij Paulus hier niet van „allen".

2. Het oordeel leidde van één overtreding tot veroordeling (vs. 16).
Aldus de N.V. De S.V. luidt: De schuld is uit één misdaad tot verdoemenis. Deze vertaling lijkt mij niet nauwkeurig. Het griekse woord krima, dat de S.V. met „schuld" weergeeft, betekent: oordeel, vonnis. Bedoeld wordt een rechterlijke uitspraak, waardoor iemand veroordeeld wordt.
Het woord „misdaad" staat in de S.V. schuin gedrukt, wat wil zeggen dat het in de oorspronkelijke tekst niet staat. Maar deze invoeging lijkt mij niet onjuist. De N.V. voegt het woord „overtreding" in.
Letterlijk staat er in het grieks: Het oordeel uit één tot veroordeling. D.w.z.: het vonnis (de rechterlijke uitspraak, het oordeel, dat God velde over Adam en zijn zonde, waardoor deze schuldig werd verklaard en God de dood als straf over hem deed komen) leidde „uit één" tot veroordeling.
Waarop dat „uit één" betrekking heeft blijkt uit het grieks niet. Men kan denken aan het vonnis, dat vanuit één mens tot veroordeling van allen leidde of aan één misdaad (zonde, overtreding) van waaruit de veroordeling over alle mensen kwam. Men heeft het ook wel opgevat dat Gods vonnis over Adam vanuit dat éne geval tot de veroordeling van allen leidde. Het beste is met de S.V. aan „misdaad" of met de N.V., aan „overtreding" te denken. Zakelijk maken die woorden geen verschil. Het woord „overtreding" heeft voor, dat er duidelijker in uitkomt dat van overtreding van een gebod sprake is.
Dat ik van de drie mogelijkheden die van de „ene overtreding" het beste acht, is omdat Paulus daar tegenover stelt de „vele overtredingen" waarover Christus zijn genade komen doet. Tegenover de „éne overtreding" van Adam, die tot veroordeling van allen leidde, staan de „vele overtredingen" waarover in Christus Gods vrijspraak komt.
Paulus zegt dus, dat het vonnis van God over de éne zonde van Adam heeft geleid tot de veroordeling (van allen). Adam heeft gezondigd en daar is God met zijn oordeel en straf over gekomen en het gevolg is geweest, dat alle mensen uit Adam zondaren zijn en als zodanig met Adam onder dezelfde veroordeling van God gekomen zijn. Door één zonde van Adam zijn allen zondaren. En de veroordeling van Adam door God om zijn éne zonde is het begin geweest van de veroordeling van allen. Het vonnis van God over Adam heeft geleid tot de veroordeling van allen. Paulus zegt hier hetzelfde wat hij met andere woorden al eerder heeft gezegd. Door één zonde zijn allen zondaren. Over Adam kwam de dood en van hem en zijn zonde uit is de dood over alle mensen gekomen.
Van toerekening van Adams zonde spreekt de apostel ook nu niet. Hij stelt een feit. Door de éne zonde van Adam zijn allen zondaren. En het vonnis van God over de éne zonde van Adam is uitgelopen op een veroordeling van allen. Want allen zijn ze met Adam zondaren geworden en zo komt vanuit diens éne zonde de dood over allen.
Exalto haalt vs. 16 aan uit de S.V.: „De schuld is wel uit één misdaad tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking". Hij vervolgt daarop: „Schuld en genade worden hier tegenover elkaar gesteld, de schuld gaat terug op één misdaad (Adams val), maar de genade strekt zich uit over véle misdaden".
Reeds merkte ik op, dat i.p.v. „schuld" het woord „oordeel" moet gelezen worden. Het gaat over het oordeel, dat God over Adam uitsprak. Omdat Exalto dat niet gezien heeft, dwaalt hij ook verder. Hij zegt, dat de schuld teruggaat op één misdaad (Adams val). Dat staat helemaal niet in de tekst. Er staat helemaal niet dat de schuld (van alle mensen?) teruggaat op de val van Adam. Er staat dat het oordeel, dat God over Adam uitsprak, geleid heeft tot de veroordeling van allen. Daarom slaat ook de konklusie die Exalto trekt nergens op de tekst: „In het geval van Adam èn in het geval van Christus is er een toerekening".

Paulus spreekt helemaal niet over toerekening. Hij zegt alleen, dat één zonde heeft geleid tot vele zonden en het vonnis over de éne zonde van Adam is uitgelopen op de veroordeling van allen. Zelfs spreekt de apostel hier niet over de toerekening van Christus. Hij zegt alleen dat, terwijl het vonnis van God over de ene zonde van Adam leidde tot veroordeling van allen, de genade van Christus leidt tot vrijspraak, zelfs nu het vele overtredingen geldt. De apostel zegt hier in verband met de genade niet meer dan zij door Christus is. Hoe de mens daaraan door Christus deel ontvangt, blijft geheel buiten beschouwing.
Ik kan daarom evenmin als met de konklusie van Exalto meegaan met die van Francke. Met verschillende dingen, die hij schrijft, ben ik het van harte eens. Bv. als hij op blz. 152v. schrijft: „De zondeval van Adam betekende voor zijn vele nakomelingen de dood. Daaruit blijkt dat de eerste zonde van Adam overvloedige betekenis heeft, want die heeft miljoenen, ja, miljarden mensen onder de macht van zonde en dood gebracht. Doch, zie, de genade van Christus is veel overvloediger geworden dan die zondeval van Adam: Christus' genade immers heeft miljoenen, ja, miljarden van de dood gered! Verlossen is duizenden malen méér dan verderven! Adam kon wel met één zondedaad de zonde en de dood in de wereld indragen, doch die er niet uit verjagen! Adam kon wel met die éne zondeval alle mensen na hem verderven, doch niet één ervan redden! Dat kan alleen de genade, de overvloedige genadegave van de Christus. De genade is veel méér dan de zonde".
Prachtig gezegd.
Maar dan volgt een eindje verder: „om één overtreding van Adam werden al zijn nakomelingen veroordeeld." Maar dat zegt Paulus niet. Het addertje onder het gras zit hem in dat „OM" één overtreding. Alsof allen veroordeeld zijn om de overtreding van Adam, zijn overtreding de anderen wordt toegerekend! Paulus zegt dat het vonnis van God over Adam heeft geleid uit één overtreding tot de veroordeling van allen. Daarbij denkt Paulus, gezien het voorafgaande, niet aan de veroordeling op grond van de zonde van Adam, maar het behoort tot de gevolgen van Adams zonde.
Daarom moet ook de volgende zin in het betoog van Francke worden afgewezen: „Eén zonde is voldoende om alle mensen te verdoemen". Dat zegt Paulus niet! De éne zonde is oorzaak van alle zonden en daarom van de veroordeling van allen.
Vervolgens wijst Francke er op, dat de reden, waarom de eerste zondedaad van Adam zulke diep-ingrijpende en verschrikkelijke gevolgen had (en heeft) voor alle mensen na hem, Gods oordeel en vonnis is. „God heeft om Adams eerste zonde alle nakomelingen van Adam onder de schuld en gevolgen daarvan gebracht, onder de verdoemenis. Het is Gods besluit en beschikking. God rekende alle mensen de schuld en de gevolgen van Adams zonde toe". En dan volgt met vette letters gedrukt: „Hier hebben we dus duidelijk de toerekening van Adams zondeschuld aan al diens nakomelingen, al wordt de term „toerekening" niet gebruikt. Want die toerekening ligt zakelijk in Gods oordeel. Dat oordeel is dus een rechterlijk vonnis".
Hier moet ik weer bij verschillende uitspraken de vinger leggen. Weer laat Francke Paulus dingen zeggen die hij niet zegt! „God heeft om (curs. van mij. O.) Adams eerste zonde alle nakomelingen onder de schuld (curs. van mij. O.) en gevolgen daarvan gebracht, onder de verdoemenis", aldus Francke.
OM" Adams zonde, zegt Paulus niet. Adams zonde was oorzaak: uit één (overtreding). De ene overtreding heeft er toe geleid dat allen onder de veroordeling kwamen.
Dat God alle mensen heeft gebracht „onder de schuld" van Adam, zegt Paulus evenmin. De zonde van Adam heeft gevolgen gehad voor alle mensen. Ze zijn allen onder het oordeel, de veroordeling, de verdoemenis gekomen. Niet vanwege de zonde van Adam, maar vanwege hun eigen zonden. Door de zonde van Adam is de zonde in de wereld gekomen. Ze zijn allen zondaren en zó treft hun allen de veroordeling door God, de verdoemenis, de straf. Francke zegt voorts, dat alle mensen de gevolgen van de zonde van Adam dragen door „een besluit en beschikking" van God. Dat zal wel zo zijn. Ik kom daar in verband met Calvijn nog op terug. Had God dat niet anders kunnen doen? Moesten nu werkelijk door de zonde van één allen zondaren worden? Maar dat is een vraagstelling die Paulus vreemd is. Als Paulus zegt, dat het vonnis uit één heeft geleid tot de veroordeling van allen, bedoelt Paulus met „vonnis" („oordeel") niet het „oordeel" („besluit", „beschikking"), waardoor God alle mensen in de gevolgen van de zonde van Adam heeft doen delen, maar het vonnis van God over Adam en zijn zonde!!! God heeft Adam gevonnist, de straf over hem uitgesproken en dat heeft zulke verregaande konsekwenties gehad, dat allen onder de veroordeling kwamen.
Dat God de schuld van Adam's zonde toerekende, wordt door Paulus niet gezegd. Ook de gevolgen worden niet toegerekend. Die zijn een reëel feit.
Niet alleen het w/oord „toerekening" wordt door Paulus niet gebruikt, zoals Francke opmerkt, maar van heel de toerekening van Adams schuld zelf weet Paulus niets. Die toerekening is Gods oordeel, zegt Francke. Dat leest hij in de tekst in. Dat staat er niet! Paulus bedoelt met het oordeel heel iets anders. Ik vind het gewoonweg fout - om geen erger woord te gebruiken - wanneer Francke beweert, dat we in wat Paulus zegt „duidelijk" de toerekening van Adams zondeschuld aan al diens nakomelingen hebben.
Ik stel daartegenover, dat Paulus heel „duidelijk" daar niets van weet.

3. Over de derde uitspraak van de apostel kan ik nu kort zijn. Die staat in vs. 17. Door de overtreding van één is de dood als koning gaan heersen door die éne. Dat is wat Paulus al eerder heeft gezegd. Via Adam, door wie zonde en dood in de wereld kwam, is de dood de koning der verschrikking geworden over alle mensen.
Maar hoeveel meer dan Christus.
Is door Adam de dood, door Christus is het leven.
De éne overtreding van Adam en het vonnis en de straf daarover door God heeft geleid tot de veroordeling en het liggen onder diezelfde straf van heel de mensheid. Maar de genade van Christus leidt tot rechtvaardiging (vrijspraak van schuld en straf) ondanks vele overtredingen.
De overtreding van Adam heeft veroorzaakt dat de dood als koning is gaan heersen over alle mensen. De genade van Christus verlost van de dood en maakt omgekeerd de mensen tot koningen, zelfs over de dood.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1975

De Wekker | 8 Pagina's

Adam en onze gereformeerde belijdenis (X)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 januari 1975

De Wekker | 8 Pagina's