Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Onze Vader (6) Vergeef ons onze schulden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Onze Vader (6) Vergeef ons onze schulden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie de zorgende Vaderhand Gods over zijn hele leven leert zien, kan zich alleen maar verwonderen!
Het is een rijke geloofsversterking als de vraagtekens naar de leiding Gods in ons leven en de zorg van Hem voor ons leven uitroeptekens van verwondering worden.
Hij zorgt voor ons, ook in de kleine en grote dingen van het dagelijks leven. Hij zegent ons boven onnoemelijk velen met meer dan we nodig hebben, al is het soms, naar Zijn wijsheid, minder dan dat wij begeren.
Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken of waarmee zullen we ons kleden? Want uw hemelse Vader weet dat ge dit alles behoeft. Zo leert Jezus ons te leven als kinderen uit Gods zorgende Vaderhand.
Geef ons daarom elke dag ons dagelijks brood. Here.
Gods goedheid en Zijn trouw daarin bewust gelovig te onderkennen, doet ons iets van de gelovige onbezorgdheid beleven, die het kind kent, dat weet dat het op zijn vader vertrouwen kan en niet twijfelt aan zijn liefde.
Maar waar de zon schijnt valt ook de schaduw!
Hoe meer we leren zien wie de Here in Christus voor ons wil zijn, hoe meer we ook het schuldig tekort van ons leven leren zien in wat we dagelijks voor Hem zijn.
Wat moest voor de Here die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft en nu met Hem ons alle dingen wil schenken, ons leven niet één blijde en dankbare liefdezang zijn!
Maar wat maken wij ervan, elke levensdag? Daarom klimt des te ernstiger en oprechter de bede: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
Schulden - hier valt alle nadruk op het schuldig karakter van onze zonden, van de zonde die in ons woont en zich uit in heel onze levensopenbaring, in woord en daad, in wat we doen en wat we niet doen.
Het kind dat weet dat vader liefheeft en vergeeft, dat ervaren heeft hoeveel vader voor hem overhad, het zondaarshart dat schuldverslagen heeft leren vragen om de genade Gods, weet dat de vergeving er is. Dat is het leven, de hoop, de dagelijkse pleitgrond voor het biddend hart, dat het gelooft, dat God in Christus en alleen om Zijn verdienste, de schuld, hoeveel het ook zij, genadig vergeeft.
Buiten die rijkdom kan het niet leven. Jezus, Uw verzoenend sterven blijft het rustpunt van ons hart.
Maar moet je dan, als je toch gelooft, dat de liefde Gods in Christus zo groot is, dat Hij al je zonden, ook je zondige aard, waarmee je je leven lang te strijden hebt, vergeven heeft, nog bidden om vergeving?
Moeten ook Gods kinderen dan elke dag weer op hun knieën?
Is dat niet twijfelen aan de waarachtigheid van Gods beloften?
Als God toch de schuld vergeeft, dan doet Hij het toch anders dan wij?
Wij zeggen dan uiteindelijk na veel gepraat en verwijten, nu vooruit dan maar zand erover! Maar als we een laagje zand over die steen in kwestie strooien, dan zien we hem wel niet meer, maar hij is niet weg. Hij ligt er nog! En bij het minste stormpje dat er weer eens opsteekt, waait het zand eraf en ligt al die oude schuld er nog levensgroot.
Zo doet God toch niet? Als God vergeeft is de schuld weg en gedenkt Hij de zonde niet meer. Hij werpt ze achter Zijn rug in een zee van eeuwige vergetelheid. Het is toch de rust van het geloof uit die zekerheid te leven: de schuld is uit Gods boek gedaan!
En dan toch elke dag bidden: vergeef ons onze schulden?
Is het niet beter om dan dankend te roemen dat je een kind van God bent en je best te doen, want God weet ook wel dat je niet volmaakt in deze wereld kunt leven?
De Catechismus, en dat is toch ónze belijdenis, het gebed als het voornaamste stuk van de dankbaarheid behandelend, laat hier het woord „arme zondaren" vallen. Bij vele christenen - of die zich zo noemen - is dat „arm zondaar zijn" nu juist niet zo in trek. Toegegeven dat je met zo'n term ook een verkeerde kant uit kunt en het als een afweerschild kunt gebruiken tegen de echte blijdschap van het geloof, zelfs als een camouflage voor een goddeloos leven, het is toch volkomen naar de levenswerkelijkheid van hen die door Gods Geest geheiligd oprecht de Here liefhebben.
Het is juist die liefde tot God, die het om de Naam, de eer van de Vader te doen is, Zijn rijk en het volbrengen van Zijn wil, die pijnlijk ervaart, dat de wortel van zonde nog zo diep steekt in eigen hart.
Dat is de droefheid, de strijd van het hart dat liefheeft. Dan zijn er de tijden dat het zichzelf kan mishagen vanwege zijn zonden. Gelovig rusten in de vergeving, pleitend alleen op het zoenbloed van de Borg, is hier dat beschaamd begeren om dagelijks de troost van de vergeving en de genade van de voortgaande levensvernieuwing te mogen smaken en ervaren.
Wil ons, arme zondaren, al onze misdaden en ook de boosheid die ons altijd aanhangt, om het bloed van Christus wil niet toerekenen.
Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren!
Daar kom je niet uit, als je van dit „gelijk" een is-gelijk teken maakt. Een vergelijking: vergeef ons Here, zoals, in dezelfde mate en op dezelfde manier, als wij onze naaste vergeven!
Het is zeker geen grond om op te pleiten bij de Vader de manier waarop wij als kinderen met elkaar omgaan en elkaar vergeven. Verre vandaar!
Is het al een grond, dan ligt die in het wonder, dat wij de genade Gods zo mogen kennen, dat Zijn liefde in ons woont en ons zo wezenlijk vernieuwd heeft, dat ons diepste begeren is die volkomen liefde die ons vergeeft, nu als Zijn kinderen ook te beleven en in praktijk te brengen tegenover onze naaste.
En dat is een moeilijke zaak. Een zaak van grote zelfverlochening om 's Heren wil. Wat is het moeilijk om de minste te zijn en de ander, wat hij ons ook misdeed te vergeven en hem/haar toch lief te hebben, zelfs onze vijanden . . .
En toch, al is het volbrengen nog zo moeilijk, zelf levend uit de rijke dagelijks vergevende liefde begeren we niet anders dan een volgeling ook daarin van Jezus te zijn, een kind van God.
En waar we dit getuigenis van Gods genade over ons eigen leven in ons bevinden dat we begeren om onze naaste van harte te vergeven, daar bidden we met des te meer vertrouwen; vergeef ons onze schulden Here. Vermeerder zo mijn liefde, vernieuw daardoor zo mijn hart en leven, dat ik metterdaad laat zien, dat Uw liefde mijn leven geworden is!
Juist in het leven der dankbaarheid en de strijd der heiligmaking een noodzakelijk dagelijks gebed!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1975

De Wekker | 8 Pagina's

Het Onze Vader (6) Vergeef ons onze schulden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1975

De Wekker | 8 Pagina's