Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een plonzende Petrus . . . .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een plonzende Petrus . . . .

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

. . . „de vissers waren er uit gegaan en spoelden de netten ..." Luk. 5:2.

De Messias is gekomen om de schuld en de vloek, die over deze wereld ligt weg te dragen. De mensen merkten het aan zijn wondere daden van bevrijding. Zojuist (4:40) heeft Hij demonische geesten verdreven; zieken heeft Hij genezen. De schoonmoeder van Petrus, die eerst door een zware koorts bevangen was, is ook door Jezus bevrijd. Waar Jezus verschijnt verlost Hij van ziekte en dood, van schuld en vloek. Met Hem en in Hem breekt het aangename jaar van de Here aan; de nieuwe heilstijd. Wat gaat deze wereld onder de schuld en de vloek gebukt! De vloek heeft de aardbodem getroffen en ook het dagelijkse werk. De vloek legt alles lam; demoniseert het leven; in het zweet van uw aanschijn zult gij werken; de arbeid is zwaar. Hoe was de Israëliet ervan doordrongen dat hij in zijn dagelijks werk van God en zijn zegen afhankelijk was. Zegen is tastbaar en merkbaar. Het is helemaal geen vaag gevoel. Leest u Deut. 28 maar eens. Een zegen van God kan ook niet zomaar ineens „weg" zijn. Dan wordt Deut. 28 wel heel vreemd verstaan. De vromen in Israël kenden de worsteling om in leven te blijven. Denkt u maar aan de strijd tegen het opdringende woestijnzand; de hitte die alles kon verzengen; de moeite bij de visvangst.
De vloek heeft ook het arbeidsleven getroffen en Jezus is ook de Verlosser van de vloek die er over ons werk ligt. Zijn bevrijding is totaal zegt Lukas. Beleeft u het geloof op uw werk? Is het toevallig dat hele groepen arbeiders in de vorige eeuw en in onze eeuw geen antwoord kregen op hun vragen over hun gewone leven in de fabriek? Is het toevallig dat meer dan driekwart van de werknemers zegt niet te weten wat geloof met het bedrijf te maken heeft? Hebben wij ook bij onszelf het geloof in de Here niet teveel beperkt tot de zondag en de vrije tijd en geboorte en sterven? Wordt ons werk op maandag echt spannend door de preek van zondag? Of is het dan ineens weer „gewoon". Is dat „gewoon" soms een „gewoon zonder Jezus" naar de fabriek of naar kantoor??? Dat kan een ontstellende ontdekking zijn!
Toegegeven het kan aan de preek liggen. Maar komt u wel met uw vragen??? Hoe kunnen die anders ooit op elkaar afgestemd zijn? Ligt hier ook niet één van de redenen waarom uw buurman misschien niet meer geïnteresseerd is in de kerk?

De Here Jezus predikt het nabijkomen van het Rijk van God. De vloek mag door Hem geruild worden voor zegen. Hij gaat als de tweede Adam de weg in gehoorzaamheid naar het kruis. De verlossing van God heeft ook de vloek over de arbeid op het oog. Het gaat om heel de mens in z'n gewone leven van elke dag. De werksituatie is sinds de tijd van Jezus enorm veranderd. Sinds de technologische en industriële ontwikkeling van de vorige eeuw en het komende computertijdperk is het karakter van het werk ingrijpend veranderd evenals de specialisatie en beroepssituatie. Dat vraagt een voortdurende bezinning van de Kerk vanuit het Woord. Juist de bijbels denkende zal het anders moeten zeggen dan 50 jaar geleden, wil hij hetzelfde zeggen. Anders ben je bang voor de vragen van het gewone leven of ben je zelf de levende oorzaak van het feit dat de kerk aan de rand staat van de samenleving met antwoorden, die al lang niet meer slaan op de maatschappelijke situatie van vandaag. De Messias heeft oog voor Petrus.
Terwijl de scharen zich verdringen aan de grenslijn van het water spoelden de vissers hun netten. Zij zijn bezig met hun dagelijks werk. Maasje voor maasje glijdt door hun ruwe werkhanden. Letterlijk staat er in de tekst: zij spoelden hun netten voortdurend. Is het u wel eens opgevallen dat visser Simon in het water staat te plonzen . . . terwijl de Here Jezus staat te preken??? Het voortdurend geplas in het water werkt storender dan een hele gemeente die met pepermuntpapier ritselt. De schare dringt zich heilbegerig naar voren. Maar Petrus werkt. De hele nacht gezwoegd en niets gevangen. Geen spierinkje en zelfs geen bot. Straks komt hij thuis bij moeder de vrouw zonder vis, zonder geld, misschien zonder eten. En de hele nacht vergeefs gezwoegd: de vis wordt duur betaald. Petrus plonst met de anderen in het water. Zijn humeur is zichtbaar in de kringen van het water. Voor openluchtsamenkomsten heeft hij geen tijd. Er is wel wat anders te doen! Hij lijkt meer op Martha dan op Maria. Hij heeft Jezus nog niet gezien in zijn almacht. Alle dingen zijn Hem onderworpen: de Ware Mens. Alle dingen zijn deze Mensenzoon onder zijn voeten gelegd „de vogels des hemels en de vissen der zee, hetgeen de paden der zeeën doorkruist" (Ps. 8:9 en Hebr. 2:8). In het plonzen in het water ligt een uitdaging aan het adres van Jezus. Nu moet u eens opletten hoe herderlijk de Here Petrus opvangt en voor hem de netten uitzet. Zonder verwijten legt Hij beslag op zijn werkplaats en gaat met Petrus in zee. Rustig zet de Heiland zijn onderwijs voort dat het koninkrijk nabij is. Dat geeft een wondere bevrijding voor je dagelijkse werk.

Petrus zit bij Jezus in de boot en zijn werkplaats is een drijvende kansel geworden. Roerloos liggen de netten op het strand. Omdat Mozes niet naar de berg kwam, kwam de Heiland naar deze visser. Zonder Jezus is ervan geen herschepping sprake. Zonder het evangelie van genade en verzoening blijft iedere vorm van werk en rentmeesterschap - ook als het gezocht wordt in de verdeling van de produktiegoederen - een onbevrijde en ontmenselijkte aangelegenheid. Het socialistische arbeidsethos mag treffende dingen gezegd hebben over de mens en de economische strukturen waarin hij leeft, maar peilt de eigenlijke nood en zin van het werk niet diep genoeg. Om dat te zien moet je eerst persoonlijk met je moeiten en vragen van je werk bij Jezus komen. Door Hem vervreemd je niet van je bestemming. Leer je ook je werk relativeren; je hoeft er ook niet meer in te vluchten „om het aan te kunnen". In de navolging van Hem en overgave aan Hem komt je werk in de boeiende spanning van Gods Koninkrijk te staan. Het Heer-zijn van Christus gaat in een behoeftescheppende samenleving de wezenlijke inhoud bepalen. De Geest gaat duizelingwekkend veel facetten aan de gemeenschap der heiligen geven door ieder in zijn situatie voor nieuwe vragen en antwoorden te stellen, die de wereld niet kent en waar de wereld niet van weet. Na de prediking van het Woord toont Jezus met de daad dat Hij waarlijk onze Verlosser is. De Meester heeft het voor het zeggen op zijn werkplaats en koerst op klaarlichte dag naar het midden van het meer. Simon maakt zich niet met een beroep op zijn deskundigheid en ervaring van zijn gehoorzaamheid af. „Op uw woord zal ik de netten uitzetten". De eredienst van zondag mag overgaan in de liturgie van ons mens-zijn voor de Here. Wie dat doet komt nooit beschaamd uit. Een grote menigte vissen wordt binnengehaald, zodat de scheepjes dreigen te zinken. De vogels van de hemel en de vissen der zee zijn Hem onder de voeten gelegd (Ps. 8:9). Beschamend is Hij in zijn verlossende zondaarsliefde voor een plonzende Petrus. Tussen de vissen knielt hij neer in zijn werkplaats. „Ga uit van mij want ik ben een zondig mens". De Here wil dat wij in ons werk onszelf leren kennen en zijn heerlijkheid metterdaad gaan ervaren en zijn Heer-zijn op ons werk door denken. Wie dat doet leert weer als kind van Hem te spelen en als een „man" zijn verantwoordelijkheid te beseffen in een werksfeer waarin de mens hoe langer hoe meer een ding wordt, een nummer, soms zo maar op de keien gezet. Petrus gaat mensen vangen. Maar het bedrijf van Zebedeüs & Zonen blijft (Mark. 1:20) normaal doorgaan.
Ook u mag en moet met uw werk deze verlosser navolgen. Zoudt u voor u zelf op een rij kunnen zetten wat dat voor u in uw situatie betekent? Wie over die vraag biddend nadenkt bij het open Woord met open ogen voor het werk van nu, die heeft het begrepen.

Emmen, Th. Peppink

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1975

De Wekker | 8 Pagina's

Een plonzende Petrus . . . .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1975

De Wekker | 8 Pagina's